Naargelang van de druk of de waan van de dag cultiveren de economische en politieke beslissers hun eigen versie van de waarheid. Door de bankencrisis draaien pr-bureaus, woordvoerders en spindoctors overuren om de daadkracht van hun klanten de hemel in te prijzen.

In de media verschijnen plots portretten van financiële en economische Mitspieler die onveranderlijk briljant en hardwerkend worden genoemd. De regering laat zich via haar woordvoerders dan weer graag voorstaan op haar onmetelijke bezorgdheid om ‘de kleine spaarder’, en uiteraard ook op het eigen daadkrachtige bestuur.

Dat laatste klopt. In amper een week tijd duwde de regering met nooit geziene daadkracht twee Belgische grootbanken, Dexia en het compleet afgetuigde Fortis, in buitenlandse handen.

Al valt zulke daadkracht nog het best te vergelijken met die van een man die, bedreigd door een gewapende overvaller, prompt zijn portefeuille afgeeft.

Als we Fred Chaffart, de gewezen topman van de Generale Bank die verderop in het blad aan het woord komt, mogen geloven, dan ‘rollen de Nederlanders momenteel lachend over de grond’ wanneer de besluitvaardigheid van de Belgische regering ter sprake komt.

Ook de Fransen denken met enig genoegen terug aan de manier waarop ze Dexia onder controle kregen, de Belgische topman Axel Miller liquideerden en bovendien met BNP voor een zacht prijsje en na verwijdering van alle toxische ladingen het Fortis-wrak mochten bergen.

De regering regeert niet. Ze ondergaat de gebeurtenissen en betaalt de openstaande facturen van de grootbanken. Ze heeft ook geen andere keus. Want het alternatief voor deze regelrechte chantage, daar wenst niemand aan te denken.

Niettemin is de manier waarop de bewindsploeg haar ingrepen blijft voorstellen – wellicht in de hoop alsnog een electoraal slatje uit dit drama te slaan – ronduit verbijsterend.

Vorige vrijdag heette de Nederlandse deal met de inkoop van ABN-Amro en andere Nederlandse Fortis-onderdelen ‘een win-winsituatie’.

Afgelopen maandag kondigde de regering aan nu al 1,6 miljard meerwaarde op haar Fortis-deal te hebben gerealiseerd. Een ’theoretische’ meerwaarde, welteverstaan, maar die wel meteen in de begroting zal worden verwerkt. Maar wie de analyses van de overeenkomst met BNP nauwgezet leest, kan vaststellen dat de Belgische overheid en de beleggers opgezadeld werden met het overgrote deel van wat ze in bankkringen eufemistisch ‘ the most dangerous toxic assets‘ noemen – de gevaarlijkste rommelactiva dus, ten belope van ruim 10 miljard euro.

Sinds oktober vorig jaar heeft Fortis onder het beleid van de door politici graag en gul gehuldigde Maurice Lippens 56 miljard euro aan beurswaarde verloren. Onder de slachtoffers van dat gigantische verlies zitten talloze goede huisvaders, kleine spaarders dus, die de regering hoort te beschermen.

De krant De Tijd berekende dat de bankencrisis elke Belg 7300 euro zal kosten, zonder de overige fallout van deze crisis: economische stilstand, banenverlies, een nog grotere ontreddering van de overheidsfinanciën.

De regering heeft om de wankelende banken overeind te houden gigantische financiële middelen ingezet, zonder de minste parlementaire controle. In een gesprek met De Morgen vond zowel ondernemer Karel Vinck als gewezen Europees commissaris Karel Van Miert de kredietcrisis al te complex om het onderzoek ervan aan het parlement over te laten. Want, zo luidde het, in het parlement vind je geen tien specialisten in staat om uit te zoeken wat er is misgelopen bij Fortis en Dexia.

Een opmerkelijke uitspraak. In de raad van bestuur van Dexia Bank en Dexia Holding alleen al heeft minstens een tiental – vorstelijk gehonoreerde – politici zitting.

Niet een van hen tekende ooit verzet aan tegen het inladen van rommelhypotheken door de bank. Want net als bij Fortis overheerste ook bij Dexia dat Knokke-gevoel, zoals gewezen directeur Gilbert Van Laethem van Fortis het onlangs formuleerde, waarbij aan de bestuurstafel een meningsverschil werd ervaren als een schending van de onderlinge vriendschap.

Door de inertie van haar vertegenwoordigers diende de Belgische overheid in een eerste fase al eens 3 miljard euro te lenen om Dexia drijvende te houden. De kostprijs van deze operatie voor de Belgische samenleving is niet gering.

De gemeenten, aandeelhouders van Dexia, komen door de kredietcrisis in de problemen en moeten op zoek naar vers geld. Zonder veel hoop op snel beterschap. Want dat het vertrouwen van de beleggers en de klanten in Dexia en zijn bestuurders zoek is, werd maandag op de beurs bevestigd.

Het zou daarom van goed politiek fatsoen getuigen als alle Belgische politici in de raad van bestuur van de bank en de holding nu ontslag zouden nemen.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content