Sinds Genua is het rampenscenario van het Belgische EU-voorzitterschap zeer actueel. Bovendien is er Bonn en het halve akkoord rond het Kyoto-protocol. De groenen kunnen zich alvast voor spannende maanden opmaken.

De regeringstop begon aan het Europees voorzitterschap met twee scenario’s. Het eerste stond volledig in het teken van de Verklaring van Laken en ging ervan uit dat het voorzitterschap vooral op het ambitieniveau en het vernieuwende van die tekst beoordeeld zou worden. Europa, zo zei premier Guy Verhofstadt (VLD) bij herhaling, moest weer een project worden. Daarnaast was er het rampenscenario. Tot dusver bestond het uit een wit blad en was het nauwelijks meer dan een pro memorie. Een geheugensteuntje van de diplomatie dat er de politici aan herinnerde dat de onvoorspelbare Europese en internationale politiek alle plannen wel eens overhoop kon gooien. Sinds 21 juli is het zover. In de map van het rampenscenario is het witte blad door intrigerende politierapporten vervangen. De rellen in Genua hebben de Verklaring van Laken niet van tafel geveegd, maar het belang ervan wel aanzienlijk doen verminderen. Alleszins voor de media, dus ook voor de publieke opinie en de regeringstop.

‘Als het in Gent en Brussel fout loopt met de ordehandhaving en het tot toestanden als die in Genua komt, hoeft het voor ons niet meer. Dan bestaat deze regering niet meer, ongeacht de kwaliteit van de Verklaring van Laken.’ Het zijn woorden van een groen regeringslid, dat helemaal niet op een crisis uit is, maar wel beseft dat Genua alle parameters van het Belgische voorzitterschap veranderde. ‘We zullen niet op de Verklaring van Laken beoordeeld worden, wel op het aantal brandende auto’s. En als de manifestanten op zijn Italiaans worden aangepakt, is het gedaan met deze coalitie. Die betogers zijn onze mensen. Het is onze achterban.’

Daarmee weet de regeringstop waar ze aan toe is en zijn ook de zestien prioriteiten van het Belgische voorzitterschap achterhaald. De ordehandhaving is nu de absolute topprioriteit en als daar geblunderd wordt, is een regeringscrisis onafwendbaar. Ook Verhofstadt weet dat in Genua alle kaarten door elkaar werden geschud. Na afloop van de G7/G8-top sommeerde hij alle democratische partijen om zich eens en voorgoed van het geweld te distantiëren. Hij noemde het zelfs de belangrijkste conclusie van de bewogen driedaagse in de Italiaanse havenstad. Echt geruststellend is dat niet en als de regering met die vuistregel de betogers in Gent en Brussel opwacht, wordt het een ravage. De ordehandhaving heeft pas kans op succes als de overheid beseft dat er meer nodig is dan een oordeelkundig politieoptreden. Zonder een volwaardige politieke dialoog en een heuse integratie van de thema’s van de bonafide actievoerders dreigt een kortsluiting. Of de regering die stap durft te zetten, is allesbehalve zeker.

Verhofstadt, die zich tegenover de zogenaamde antiglobalisten even onwennig gedraagt als Jean-Luc Dehaene (CVP) destijds tegen de Witte Beweging, zal het er moeilijk mee hebben. Minister van Buitenlanse Zaken Louis Michel (PRL) baalt van de praktijken van sommige ngo’s en wil zijn Europese prerogatieven hooguit met de eerste minister delen, zeker niet met groene boegbeelden.

HET RECEPT VAN BONN

Een herverdeling van de Europese invloedssferen in de regering lijkt nochtans onafwendbaar. Voor de rode en groene coalitiepartners lag het al moeilijk dat alleen blauwe ministers de Europese sleutelposten bezetten. Als ze het toch slikten, was het omdat het de socialistische en groene vice-premiers aan Europese ambitie, horizon of kennis ontbrak. De meest cynische dachten bovendien dat de Verklaring van Laken zowel de burger als de televisie zou vervelen en alleen de Europese exegeten kon boeien. Bijgevolg maakten ze er geen punt van dat Verhofstadt zich erin vastbeet en de hele onderneming naar zich toe trok. Sinds Nice, Göteborg en zeker Genua is het Europese voorzitterschap echter in woelig politiek water beland. De vragen die daar werden geformuleerd, zullen ook in Gent en Brussel te horen zijn en vereisen een compleet andere aanpak dan traditioneel Europa te bieden heeft. De molens van raden, directoraten-generaal en Corepers ( Committee of Permanent Representatives) die elke gedurfde bedenking of kritische vraag tot een kleurloze brij en het zoveelste onbegrijpelijke compromis vermalen, zijn in deze totaal ongeschikt. En het valt op dat het Europees parlement, nochtans de interface bij uitstek tussen de Europese intellingen en de burger, niet eens in het verhaal voorkomt. Het heeft zijn eigen agenda en was op het moment van de rellen in Genua al uitbundig op vakantie vertrokken.

Bij elke vraag hoe België het protest tijdens de Europese toppen van Gent en Brussel zal aanpakken, verwijst de regering steevast naar Euro 2000. Tijdens het voetbaltoernooi zou de politie zoveel ervaring hebben opgedaan dat ze nu op alles is voorbereid en ook het gewoel rond Europese topvergaderingen aankan. Die redenering is betwistbaar. Niet alleen gebruiken hooligans andere technieken dan casseurs, ook het publiek is totaal verschillend. De voetbalfan is op passieve ontspanning uit, de betoger is een politiek activist. Ook tijdens de klimaatconferentie in Bonn werd gemanifesteerd. Het was een speelse, maar ernstige betoging en er werd niet één incident genoteerd. De organisatoren en de initiatiefnemers werden er immers niet als paria’s behandeld, die – zoals in Genua – op vijf kilometer van het Conferentiecentrum in quarantaine werden geplaatst. Evengoed als de onderhandelaars konden ze de faciliteiten van het perscentrum gebruiken en er hun verhaal aan de media doen. Kortom, geen ‘rode zone’ die de happy few met een ijzeren gordijn tegen het plebs moest beschermen. In Bonn was er wel ruimte voor een publiek debat en haalde de politieke dialoog het van de verkrampte ordehandhaving. Voor die aanpak was onder meer Jürgen Trittin verantwoordelijk, de groene Duitse minister van Milieu en in een vorig leven zelf een bezige activist.

COMEBACK VAN KERNENERGIE

Met vice-premier Magda Aelvoet (Agalev) en staatssecretaris Olivier Deleuze (Ecolo) waren de Belgische groenen op de Klimaatconferentie prominent aanwezig en het zou logisch zijn dat ze hun succes in Bonn verzilveren. Met reden kunnen ze nu inspraak in de organisatie van de Gentse en Brusselse toppen vragen, maar ook dat ze bij het internationale pokerspel rond de invulling van de Bonnse versie van het Kyoto-protocol niet aan de kant worden gezet. Er is immers nog veel werk aan de winkel voor het politieke akkoord, dat op maandag 23 juli op de valreep werd goedgekeurd, operationeel zal zijn. Veel moet nog ‘juridisch-technisch’ worden ingekleurd en alles wijst erop dat daar veel lobbywerk aan vooraf zal gaan. Nogal wat Europese industrietakken vrezen dat er groot concurrentieel nadeel tegenover de Amerikaanse, zo niet de Japanse bedrijven dreigt. The Economist, dat meestal uitstekend over de verborgen agenda’s van de Britse industrie geïnformeerd is, maakt zich weinig illusies. ‘De kans is groot dat het restant van Kyoto-protocol zal crashen op de plaats waar het vorige week werd gered: in Europa. En opnieuw zal het om economische redenen zijn.’ Definitief uitsluitsel komt er pas in oktober, op de zevende Wereld Klimaatconferentie in Marrakech.

Ook het Amerikaanse establishment blijft erbij dat de match rond Kyoto nog niet is gespeeld. Voor James K. Glassman van het American Enterprise Institute verspreidt het Kyoto-protocol in Europa een kwalijk geurtje van radicale mystiek. ‘Ik betwijfel’, schrijft hij in de Wall Street Journal, ‘dat de Europese politici het zo ver zullen drijven dat ze de eigen economie in de problemen zullen brengen. Ik durf er veel op te verwedden dat Europa opnieuw met de Amerikanen rond tafel gaat zitten en dat het toch nog tot een verstandig gesprek komt.’ Als het de volgende vijf maanden tot zo’n gesprek komt, is er een Belg van de partij. Niet Aelvoet en zeker niet Deleuze, maar wel Luc Coene, kabinetschef van premier Verhofstadt en gedurende het Belgisch voorzitterschap de Europese Kyoto-onderhandelaar met de Amerikanen. Coene is geen doetje en nog minder een groene. Hij koestert de markt, is allergisch voor mystiek en heeft zich nog nooit op een anti-Amerikaanse oprisping laten betrappen.

Sinds Genua en Bonn zitten de groenen plots in de draaikolk van de Europese en Atlantische politiek. Ze kregen het mee voor elkaar dat het Atlantische front voor het eerst in een halve eeuw totaal uit elkaar werd gespeeld en dat Japan, Canada en Australië onder Europese impuls afstand van Washington namen. Het bezorgt de Europese diplomatie hoogtevrees, want iedereen beseft onderhand dat Kyoto minder over zuivere lucht, dan over de cash van big oil en de grote multinationals gaat. Of de Europese groenen op de hoogte zijn dat de speeltijd is afgelopen, is maar de vraag. Anderen weten wel dat het nu menens wordt.

Vierentwintig uur na het akkoord in Bonn pakte Europees Commissaris Philippe Busquin al met een studie over de milieukosten van de Europese energie uit. Daaruit bleken op zijn minst twee dingen. Ten eerste zijn de milieukosten van olie en steenkool zwaar onderschat, ten tweede – het staat niet in het document, maar je kan het tussen alle lijnen lezen – is er geen alternatief voor het nucleaire. Daarmee weten de groenen hoe laat het is. Als het Kyoto-protocol in praktijk wordt gebracht, heeft de kernenergie weer argumenten om de bouw van nieuwe nucleaire centrales te bepleiten. Van een pervers effect gesproken. Binnen de Europese Commissie is Busquin niet de enige die de comeback van het nucleaire (bijna) onvermijdelijk vindt. In het Groenboek, dat eind vorig jaar werd vrijgegeven, wees de Commissie op de structurele zwakte van de Europese energievoorziening. Bij onveranderd beleid zal de Unie over vijfentwintig jaar voor 70 procent – vandaag is dat 50 procent – van haar energiebehoefte van het buitenland afhankelijk zijn. Volgens het Groenboek is het een onhoudbare situatie en dient ‘de bijdrage op middellange termijn van de kernenergie opnieuw geanalyseerd te worden’.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content