In de inkomhal van het S.M.A.K. staat een manshoge sculptuur van een krullenkapsel gemaakt door de Nederlander Tom Claassen (36). Uitgevoerd in was en polystyreen lijkt het beeld op een glibberige, donkere rots met een uitgeholde binnenkant. Het kapsel van Spinoza – want zo luidt de titel van het werk – verwijst naar de weelderige pruik waarmee de zeventiende-eeuwse filosoof in zijn tijd werd geportretteerd. Het is ook een ironische uitvergroting van de afwezigheid van zinnelijkheid in Spinoza’s denkwerk, een trek die echter wel op zijn gezicht te lezen stond.

Spinoza hing onder meer de stelling aan dat je je medemens dient te begrijpen in plaats van te veroordelen, wat net zoals in Claassens sculpturen een innerlijke dynamiek tegenover de buitenkant stelt. Door alleen het kapsel buiten proportie te vergroten, maakt Claassen een duidelijke opdeling tussen Spinoza als portretfiguur en als wetenschappelijk, rationeel denker.

In de ruimtes van de Vereniging worden twee rubberen toiletcabines getoond met een bijzonder ongezellig interieur. Doorheen een verticale opening kan je een latex WC-pot met toebehoren zien (en ruiken, want het materiaal geeft een allesbehalve aangenaam geurtje af), voor de gelegenheid helemaal uitgevoerd in een passende kotskleur. Door de cabines met haken aan het plafond op te hangen, ontstaat er een neergaand effect. Het anders door een sokkel aangebrachte element van luister werd hierdoor omgedraaid en neergehaald. Bovendien zijn toiletcabines in een slappe rubberversie nauwelijks vatbaar voor zoiets als glans.

Claassens sculpturen getuigen van een visie die de beeldhouwkunst alle eer aandoet, zoals de gietijzeren kolos van een paard dat in Utrecht op een plein staat en er zijn snuit op de grond heeft als extra steunpunt bij de aanzienlijke monumentaliteit. In de beeldhouwkunst vormden paarden vanouds een moeilijk thema omdat er altijd een oplossing moest worden gevonden voor het labiele evenwicht. De romp van het dier werd al snel te zwaar, een probleem waar Claassens paard-met-snuitpoot een gevat en doordacht antwoord op formuleert.

Drie met gips overdekte en op ware grootte weergegeven autosculpturen spelen met concepten als volume, belijning en opstelling. Ondersteboven, op vier wielen of op hun zijkant liggen ze massief te wezen als ondergesneeuwde restanten van een verkeersongeval. Door de pleisterlaag verwijzen ze naar de gebroken botten van de verkeersslachtoffers uit de realiteit. Ontdaan van alle details en met een oppervlak dat er zacht en buigzaam uitziet – maar het niet is – worden de auto’s gereduceerd tot massieve brokken gewicht.

Tom Claassen in de Vereniging van het S.M.A.K., Citadelpark in Gent, tot 5/12. 09/240.76.25.

Els Fiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content