Een conflict tussen Rusland en Oekraïne over de levering van gas leert dat Europa toch samen sterker is.

Het had veel voeten in de aarde, maar maandag stonden alle handtekeningen dan toch onder hetzelfde document. De prille voorzitter van de Europese Unie, de Tsjechische premier Mirek Topolanek, had een week van intense pendeldiplomatie nodig om Rusland en Oekraïne zover te krijgen dat ze het erover eens werden dat internationale waarnemers – lees: Russen en Europeanen – erop toezien dat de doorvoer van Russisch gas door Oekraïne naar landen in Oost- en Centraal-Europa zonderverder haperen verloopt.

In tegenstelling tot wat bijvoorbeeld de Amerikanen meteen wilden laten geloven, was er dit keer geen kwade geest uit het Kremlin aan het werk. De Europese consumenten van het Russische gas werden als het ware gegijzeld door politieke tegenstanders van de Oekraïense premier Julia Timosjenko – en dus vermoedelijk door aanhangers van president Viktor Joesjtsjenko, die doorgaans op steun van het Westen kan rekenen. Er worden in Oekraïne dit jaar presidentsverkiezingen gehouden. Timosjenko sloot enkele maanden geleden een overeenkomst met haar Russische collega Vladimir Poetin over de levering van gas aan Oekraïne en de doorvoer naar Europa. Tegenstanders konden haar een hak zetten door haar deal hartje winter onderuit te halen. Tegelijk wordt er in Oekraïne ook goed geld verdiend met de verkoop van gas dat illegaal uit de pijpleidingen wordt gehaald, en dat eigenlijk voor Europa bestemd is.

Oekraïne maakte met dit conflict dezelfde fout als Georgië, toen het vorige zomer onverhoeds en tegen alle goede raad in toch Zuid-Ossetië aanviel. Het land is, zoals Georgië, kandidaat om lid te worden van de Europese Unie en/of de NAVO. Vooral Washington wil zijn invloed graag uitbreiden tot landen aan de grens met Rusland. Voor het zover is, moet Oekraïne in de eerste plaats laten zien dat het een betrouwbare partner kan zijn. Nu blijkt dat de politieke situatie in Kiev nog zo onberekenbaar is dat het land zich internationaal voorlopig buitenspel heeft geplaatst. Oekraïne schoot zich ook op een andere manier in de voet. Russen en Europeanen zijn het er nu over eens dat de aanvoer van Russisch gas dringend via verschillende kanalen moet worden georganiseerd – die niet meer via Oekraïne passeren. Kiev ziet zich dus straks ook de lonende transitvergoeding door de neus geboord, die het krijgt omdat het Russische gas over zijn grondgebied loopt.

Tegelijk maakte deze crisis ook weer ten overvloede duidelijk dat Europa beter af is als het aan één zeel trekt. De Unie moet niet klagen dat ze door Moskou uit verband wordt gespeeld, als de lidstaten er zelf de voorkeur aan geven om afzonderlijk over de levering van energie te onderhandelen. Het succes van de onervaren Tsjech Topolanek leert dat de Unie echt wel zwaarder weegt dan de afzonderlijke lidstaten – zeker als die niet van hetzelfde gewicht zijn als Duitsland of Frankrijk. Het zou ook helpen als de Europese gasnetwerken met elkaar waren verbonden. Nu konden de getroffen landen niet vanuit Europa zelf worden bijgesprongen. En blijven lidstaten van de Unie afhankelijk van de politieke luimen in Kievof in Moskou.

door Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content