De Duitse theaterweek in de KVS: een kritisch festival naar vorm en inhoud.

Vorig seizoen organiseerde de Brusselse Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) een eerste Eurotheaterfestival, dat toen in het teken stond van het Engelstalig theater. Voor de tweede editie staan vier Duitstalige producties geprogrammeerd.

Na de Franse avant-garde onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende Britse en Amerikaanse golf, is sinds enkele decennia het Duitstalig theater toonaangevend in Europa. De val van de Berlijnse muur (1989) heeft dat wellicht nog versterkt. Niet dat er zoveel nieuwe belangrijke schrijvers zijn opgestaan. Het is vooral het regiewerk dat de stimulerende factor blijkt.

Terwijl wij hier bezorgd zijn over de opvolging in het regisseursvak, zijn daar meerdere generaties regisseurs aan het werk. Die van vóór de oorlog, George Tabori (1914), Peter Zadek (1926) en Claus Peymann (1937) zijn nog altijd boeiend bezig, inmiddels op de hielen gezeten door generaties die de oorlog nooit hebben gekend. Enkelen van hen zijn aan de slag gegaan na de euforie van de Wende en vinden inspiratie, zonder daarom van appreciatie blijk te geven, in de nieuwe economische situatie, nu sterk aangezwengeld door het Europagevoel.

De vraag die boven het festival hangt, gaat over de toekomst van dit theater van de vrije markt en van de stadscultuur in een zich langzaam verenigend Europa en in het land met de sterkste munt. Daarover leidt Michael Merschmeier, hoofdredacteur van het trendy maandblad Theater heute, een colloquium (7/2, 15.00).

Met de programmatie van stukken van Thomas Bernhard (1931-1989) en Elfriede Jelinek (1946), die in hun werk het Duitse geweten herhaaldelijk op de korrel nemen, kan men gewagen van een kritisch festival naar vorm en inhoud.

In ons taalgebied hebben grote en kleine gezelschappen het zeurderig oprispend werk van Bernhard al lang ontdekt. Het Deutsches Schauspielhaus uit Hamburg komt naar Brussel met “Alte Meister”, oorspronkelijk een roman en Bernhards laatste prozawerk. Vorig seizoen werd deze Publikumsbeschimpfung hier overtuigend gespeeld door Damiaan Deschrijver “op zijn paard”, in een productie van TgStan.

Een oude muziekcriticus gaat altijd voor hetzelfde schilderij staan in het museum, omdat hij in al de andere een ernstige fout heeft ontdekt. Hij wordt door een filosoof in de gaten gehouden en door de opzichter “bewaakt”. Wat ze gedrieën te zeggen hebben, zegt de sprekende ik-persoon. Voor Bernhard een zoveelste gelegenheid om over alles wat cultuur is te schelden als compensatie voor een diep persoonlijk verdriet.

GEWELD ALS CONSTANTE

Met de bekendheid van Jelinek als theaterauteur is het hier pover gesteld. Men komt er maar niet toe iets van haar te spelen. “Stecken, Stab und Stangl” is haar explosief antwoord op de racistische aanslag van 4 februari 1995 in het Oostenrijkse Burgenland, waarbij vier zigeuners omkwamen.

Jelinek is nu de meest gevierde én verguisde auteur in het Duitse taalgebied. De Kronen Zeitung, de grootste krant van Oostenrijk, beschimpte haar als “rote Pornographin”. Met werk vol verrassende associaties en oprechte woede verwekte ze opschudding in Wenen en tijdens het Festival van Salzburg. Affiches werden afgerukt, foto’s van haar verminkt.

WonderboyThomas Ostermeier vertegenwoordigt de jongste generatie theatermakers met zijn regie van “Disco Pigs” van de Ier Enda Walsh. Nauwelijks 30 jaar, is Ostermeier experimenteel actief in Die Baracke in Berlijn, als “ontdekker” van maatschappijkritisch ingestelde Engels schrijvende auteurs. Volgend jaar wordt hij artistiek leider van de Berlijnse Schaubühne.

“Disco Pigs” gaat over de nachtelijke en innerlijke strooptochten van Schwein en zijn vriendin Ferkel. Het is doorgedreven lichamelijk theater over tieners met een eigen hermetische taal. Ostermeier gaat ervan uit dat hij als regisseur eerst zijn spelers moet bevrijden van hun “psychopathologische krampen en angsten” om ze hun creatieve waarde terug te geven. Eind februari komt hij met twee andere producties van Engelse schrijvers naar deSingel in Antwerpen.

Marius von Mayenburg, 26 jaar, verdedigt de nieuwste toneelschrijfkunst met “Feuergesicht”, gespeeld door het Kleist Theater uit Frankfurt/Oder (ex-DDR). Een “familiedrama” in een moordhuis waarin vuur niet alles verteert. Geweld als een menselijke constante.

Van 28/1 tot 7/2. Info: 02/217.69.37 (KVS).

Roger Arteel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content