Op de IJzerbedevaart van zondag zullen Vlamingen van alle gezindten weer broederlijk naast elkaar staan. Maar kunnen de leeuw en het lam in elkaars armen slapen?

Als uw rechterarm u ergert, hak hem af.” Aan die bijbelse spreuk dacht Lionel Vandenberghe, de voorzitter van het IJzerbedevaartcomité, toen sympathisanten van het Vlaams Blok twee jaar geleden op de weide van Diksmuide rel schopten. Het was het weinig verheven hoogtepunt van de strijd die radicale IJzerbedevaarders al jaren voeren tegen de “te lauwe koers” van het IJzerbedevaartcomité en zijn voorzitter. In 1995 hadden veertien radicale leden, de zogenaamde “Groep van Gent”, al ontslag genomen uit het comité; op de bedevaart zelf bleven de misnoegden toen op de rechteroever van de IJzer staan. Vorig jaar kreeg het protest de vorm van een boycot: de radicale flaminganten bleven helemaal weg uit Diksmuide.

Om dat laatste was Paul De Belder, in de eerste helft van de jaren negentig ondervoorzitter van het IJzerbedevaartcomité, allesbehalve rouwig. Op die manier had zich eindelijk op spontane wijze voltrokken waar hij al jaren voor ijverde: de scheiding tussen de vooruitstrevende en de rechts-conservatieve vleugel in de Vlaamse Beweging – en in het IJzerbedevaartcomité. Samen met Herman D’Espallier en Rob Eykens, lange tijd medeorganisatoren van het Vlaams Nationaal Zangfeest, schreef hij in 1994 al een ophefmakende Vrije Tribune onder de titel “Vlaamse vrienden, laten we scheiden”. Daarin werd er gepleit om niet langer te proberen de schijn van eensgezindheid onder alle Vlamingen op te houden. “Omwille van de eenheid werden emmers water bij de wijn gedaan”, stelden de drie toen. Maar tussen de democratische Vlaamse Beweging enerzijds en de beweging rond het Vlaams Blok anderzijds, was volgens De Belder en co geen verzoening meer mogelijk. Laten we ieder onze weg gaan, de duidelijkheid zal de Vlaamse Beweging alleen maar ten goede komen, zo schreven ze.

Maar op de 71ste bedevaart, die aanstaande zondag plaatsvindt, zullen toch weer Vlamingen van alle gezindten aanwezig zijn. De leiding van het IJzerbedevaartcomité heeft het voorbije jaar de ruzie met de radicale dissidenten weer bijgelegd. Acht mensen van de Groep van Gent – onder wie Lieven Van Gerven (ex-voorzitter van het Davidsfonds) en de omstreden Michiel De Backere – werden opnieuw als lid opgenomen. Met het IJzerbedevaardersforum, waarin de radicalen zich verenigd hadden, werd een gezamenlijke verklaring uitgewerkt. En de Werkgroep Radicalisering, waarvan extreem rechtse groepen als Voorpost, Were Di, VNJ, NSV deel uitmaken, liet uit eigen initiatief weten zich niet langer te verzetten tegen de beleidslijn van het comité. De vrede lijkt dus hersteld in het Vlaams-nationalistische huishouden.

Niet iedereen is verheugd over deze grote verzoening. Herman D’Espallier en Rob Eykens hebben Lionel Vandenberghe al hun ontslag uit het comité aangeboden. Paul De Belder gelooft dat er sprake is van een gruwelijke vergissing. Toch blijft hij – op papier – voorlopig nog lid.

PAUL DE BELDER: Ik zie het zelf niet meer zitten. Maar ik blijf een paar jongere mensen steunen die de hoop nog niet hebben opgegeven.

Is de bedevaart van zondag doorslaggevend voor uw definitieve beslissing?

DE BELDER: Nee, je moet zo’n beslissing niet van één moment laten afhangen. Ik verwacht niet dat ik problemen zal hebben met de toespraak van Vandenberghe. Zijn tekst schijnt de laatste dagen trouwens nog aangepast te zijn: hij is nu positiever tegenover de integratie van migranten en ook explicieter als het over internationale solidariteit gaat. Maar ik ben de eerste om het belang van zo’n toespraak te relativeren. Het gaat om de beeldvorming en die is hoe dan ook verknoeid.

Hoe bedoelt u?

DE BELDER: Wij geven door die verzoening het Vlaams Blok een prachtige gelegenheid om zich te rehabiliteren bij zijn Vlaamsvoelende achterban. Het Blok heeft de voorbije jaren een aantal flaters begaan: het geweld op de IJzerbedevaart in 1996 is bij hun flamingantische kiezers helemaal niet positief onthaald. De organisatie van een tegenbedevaart al evenmin. Ze hebben wat goed te maken. De IJzerbedevaart is daarvoor een uiterst geschikt forum. Dat ze op het Zangfeest met open armen ontvangen worden, betekent niet veel meer. Het Zangfeest heeft door de conservatieve koers die het heeft gekozen zijn politieke relevantie volledig verloren. Maar de IJzerbedevaart heeft nog wel invloed, die lokt bijvoorbeeld nog pennentwisten uit in de kranten.

De Blokkers zullen de kans om zondag te triomferen, op de laatste bedevaart voor de verkiezingen van juni 1999, met beide handen aangrijpen. Ze zullen in groten getale aanwezig zijn in Diksmuide, ze zullen met de breedste smile plaatsnemen op de eerste rijen, en zich uitvoerig laten fotograferen. Ze zullen heel luid applaudisseren voor de toespraak van de voorzitter. Ze zullen de passages die hen niet bevallen gewoon over zich heen laten gaan – de kiezers die op het Blok stemmen om zijn migrantenstandpunt, luisteren toch niet naar wat er op de bedevaart wordt verteld. En ’s avonds zullen de beelden de wereld rondgaan van een zegevierend Vlaams Blok, dat kan poneren een integrerend deel, misschien wel de kern van de Vlaamse Beweging uit te maken. Dat is een cadeau dat we extreem rechts nooit hadden mogen geven.

Maar volgens Lionel Vandenberghe heeft het IJzerbedevaartcomité geen enkele toegeving gedaan om de radicalen te doen terugkomen. Hoezo zou het Vlaams Blok dan triomferen?

DE BELDER: Inhoudelijk hebben ze misschien geen enkele toegeving kunnen afdwingen. Maar daar was het hen ook helemaal niet om te doen. De Morgen schreef vorige week ook dat het Vlaams Blok als verliezer uit de bus komt omdat het zich door zijn misplaatst triomfalisme als leugenachtig ontmaskert. Jongens, jongens, dat is weer zo’n intellectualistische redenering die nergens op slaat. Het enige wat momenteel telt voor het Blok, is dat het kan scoren bij zijn Vlaamsvoelende achterban. En dat zal het ongetwijfeld doen.

Het IJzerbedevaartcomité deelt uw analyse niet.

DE BELDER: Dit soort analyse is binnen het comité taboe. Dat ruikt volgens een aantal leden naar partijpolitiek en het comité wordt geacht daarboven te staan. Maar door zogenaamd niet aan partijpolitiek te willen doen, spreidt het comité precies het bedje van een bepaalde partij. Dat dat niet doordringt, is bij sommigen naïviteit te noemen, bij anderen perfiditeit. Het resultaat is in beide gevallen hetzelfde.

Hoe is de verzoening totstandgekomen? Voelt u zich als voorstander van een ondubbelzinnige, vooruitstrevende koers geïsoleerd?

DE BELDER: Je hebt altijd twee vleugels gehad in het IJzerbedevaartcomité, een behoudsgezinde en een vooruitstrevende. Die hielden elkaar in evenwicht: de ene deed een stap vooruit en de andere een stap achteruit, met als gevolg dat er niks gebeurde. Enkele jaren geleden hebben we met een krappe meerderheid besloten tot een meer progressieve lijn. In januari 1998, toen het comité gestemd heeft om de dissidenten terug te vragen, bleek de vroegere krappe meerderheid een krappe minderheid te zijn geworden.

Toen we een duidelijke, vooruitstrevende koers kozen, wisten we dat we een aantal jaren door de woestijn moesten, dat er een hele tijd minder volk op de weide in Diksmuide zou zijn. We wisten dat we voor een stuk een nieuw publiek moesten zoeken. Blijkbaar heeft niet iedereen daarvoor het geduld kunnen opbrengen. Anderen zijn nooit met hun hart bij de vernieuwing geweest, die hebben zich kalm gehouden tot ze de kans schoon zagen om een “conservatieve restauratie” te beginnen. Pas op, dat zijn daarom geen leden van het Vlaams Blok, een echte Blokker zou heel sterk geïsoleerd staan in het comité.

Ook voorzitter Lionel Vandenberghe, die bekend staat als een gematigd figuur, heeft uiteindelijk gekozen voor de grote verzoening.

DE BELDER: Ja, Lionel Vandenberghe is op een bepaald moment ook overstag gegaan. Dat heeft meer met zijn persoonlijkheid dan met ideologie te maken, denk ik. Hij is gewoon bezweken onder de psychische druk. Hij was niet langer opgewassen tegen de psychologische oorlogvoering. Hij kreeg alle kritiek op zijn bord, hij kreeg de telefoontjes op alle uren van de dag en de nacht, hij werd bedreigd. Ik verwijt hem dus niet dat hij heeft ingebonden, ik stel het alleen vast. Maar inhoudelijk zitten we, denk ik, nog altijd op dezelfde golflengte.

Wat is het fundamentele meningsverschil tussen radicalen en gematigden?

DE BELDER: Het gaat niet over een strijd van radicalen tegen gematigden, waartoe het zo vaak wordt gereduceerd. Die voorstelling van zaken speelt in de kaart van de rechts-conservatieven. Want dan is het niet meer dan een klassieke tegenstelling waarmee zowat iedere beweging af te rekenen krijgt, en die redelijk gemakkelijk te beheersen is.

Wij zijn niet minder radicaal, wij zijn radicaal op verschillende vlakken tegelijk. Wij hebben kritiek op de gefixeerdheid van sommigen op het communautaire vraagstuk, dat dan nog vaak benaderd wordt vanuit een primair antibelgicisme. Wij willen afstand nemen van dat eendimensionale. Welk Vlaanderen willen we? Dat is voor ons de kernvraag. Wij willen een vrij Vlaanderen dat verdraagzaam en radicaal pacifistisch is, een Vlaanderen dat openstaat voor de wereld. Geen Vlaanderen dat zichzelf opsluit, dat zich afschermt van “vreemde” invloeden. Geen Vlaanderen dat geen dissidente meningen duldt.

We willen ook af van dat eenheidsdenken, dat iedere Vlaming hetzelfde moet denken of anders als verrader wordt gebrandmerkt. Dat riekt naar totalitarisme. Laten we ophouden te proberen water en vuur te verzoenen, laten we ieder onze eigen weg gaan. Als anderen zich de kampioenen van de Vlaamse Beweging wanen, laat ze dan. De Vlaamse Beweging is geen gedeponeerd merk en wie ben ik om te bepalen wie de goede en wie de slechte Vlamingen zijn?

Schendt u met uw vraag om een eigen koers te varen niet de godsvrede, een van de drie kernbegrippen van het IJzertestament dat de Vlamingen oproept om, over de ideologische verschillen heen, samen strijd te voeren?

DE BELDER: Een bepaalde definitie van de godsvrede schenden we, ja. De oude definitie namelijk dat we uit tactische overwegingen alle tegenstellingen tussen Vlamingen maar moeten toedekken. Als er iets is wat de Vlamingen van België hebben overgenomen, is het het geloof in de leuze “Eendracht maakt Macht”.

De term godsvrede is ontstaan in de Eerste Wereldoorlog, en in een oorlogssituatie kun je soms niet al te kieskeurig zijn in de keuze van je bondgenoten. Maar nu zijn het heel andere tijden. Daarom hebben wij het hele IJzertestament enkele jaren geleden een nieuwe invulling gegeven: “Nooit meer Oorlog” werd “Vrede”, “Zelfbestuur” werd “Vrijheid” en “Godsvrede” werd “Verdraagzaamheid”. Nu grijpen sommigen terug op de klassieke interpretatie van het begrip godsvrede. Ook Vandenberghe doet dat wanneer hij stelt dat we op een belangrijk moment als dit, met verkiezingen en een nieuwe dialoog van gemeenschap tot gemeenschap in het verschiet, schouder aan schouder moeten staan. Het is op zijn minst naïef te denken dat je die geforceerde eensgezindheid later weer kunt terugschroeven.

Probeert extreem rechts zijn standpunten door te drukken in het IJzerbedevaartcomité?

DE BELDER: Nee, daar hebben ze ook geen enkel kanaal voor. Dat interesseert hen ook niet. Wat ze wel willen gedaan krijgen, is dat wij zwijgen over hun extreem rechts karakter. Ze zijn pisnijdig als wij waarschuwen voor de valstrik die zij spannen. Onder het mom van de godsvrede en van de partijpolitieke onafhankelijkheid proberen ze ons tot zelfcensuur te dwingen. Zo van: we gaan toch niet zéggen welke samenleving we willen voor Vlaanderen? We gaan toch niet provoceren? We moeten het niet uitlokken.

Was het sowieso niet te laat om nog afstand te nemen van extreem rechts? Kan je het geurtje dat al zo lang om de IJzerbedevaart hangt, ooit nog kwijtraken?

DE BELDER: Het was in ieder geval de moeite om het te proberen. In 1997, toen er geen Blokkers waren, hebben we opvallend veel nieuwe mensen gezien in Diksmuide. De poging van de voorbije jaren om jongeren aan te trekken, om ook meer openheid te creëren in de artistieke wereld, heeft onmiskenbaar resultaten opgeleverd. Denk bijvoorbeeld aan de groene parlementsleden die, in eigen naam, naar de bedevaart kwamen. Daar moest op worden voortgebouwd. Maar ja, met de verzoening geven we nu weer een totaal verkeerd signaal aan deze mensen.

Is de formule zelf van de bedevaart, met de officiële toespraken, de bloemenhulde, het vlaggengezwaai, niet sterk gedateerd?

DE BELDER: Die opmerking is zelf ook gedateerd. Er is de afgelopen jaren heel wat vernieuwd, en ook versoberd. Toespraken zijn er trouwens op iedere politieke manifestatie, ook op de rakettenbetogingen en op de Witte Mars. Het is al enkele jaren geleden dat er nog echt met vlaggen gezwaaid is. Er zijn wel nog vlaggen te zien, zoals er de eerste mei in de stoet vlaggen worden meegedragen, door oude mensen meestal. We gaan hen dat toch niet afnemen? Dat zijn rituelen die totaal onschadelijk zijn. En de bloemenhulde, die juist de jongeren vaak beklijvend vinden, is uiteindelijk een herdenking van doden. Je kunt je evengoed vragen stellen bij het feit dat de mensen op Allerzielen allemaal een bloempot naar het kerkhof dragen.

Zult u er zijn in Diksmuide, zondag?

DE BELDER: Ik weet het niet. Als ik ga, dan ga ik in ieder geval niet vooraan bij de mensen van het IJzerbedevaartcomité zitten. Dan loop ik wat rond om te observeren. Eigenlijk zou ik moeten gaan. Als iedereen wegblijft, hebben ze helemaal vrij spel. Maar ik weet niet of ik het kan opbrengen.

Christine Albers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content