De makelaars van Wall Street mogen elkaar graag verblijden met een grap. ‘Het is maar een kwestie van tijd voor de beurs aantrekt’, klinkt ze. ‘We weten alleen niet hoevéél tijd.’ Hoort u iemand lachen?

Vorige woensdag brak er paniek uit op de wereldbeurzen. De Dow Jones crashte, de Nasdaq-index volgde en de Europese beurzen, Brussel incluis, aapten de Amerikaanse neergang na. In de voorbije maanden verloren de verzamelde wereldbeurzen een derde van hun waarde, sinds 2000 is er alleen al op de Amerikaanse beurzen voor een slordige 5000 miljard euro papieren rijkdom vernietigd en in 2001 werd de wereld voor het eerst sinds de Grote Depressie van 1929 significant armer.

De alarmerende volatiliteit van de voorbije week maakt het intussen helemaal duidelijk: de hoge prijzen van en de grote vraag naar aandelen van de bull market hebben plaatsgeruimd voor de omgekeerde realiteit van de bear market en beursgrafieken beginnen er stilaan uit te zien als het reliëf van een bergrit in de Ronde van Frankrijk. Eén met aankomst in de vallei.

Makelaars en analisten haastten zich om te melden dat de beurs naar een historisch dieptepunt gezakt is. ‘De bodem ligt boven ons’, klonk het in de microfoons van het VRT-journaal. De verborgen boodschap voor de kleine belegger was dezelfde die de Amerikaanse president George W. Bush al had gepoogd te verspreiden, en Alan Greenspan, de topman van de Amerikaanse nationale bank: ‘Koop nu, of u zult er later spijt van krijgen.’ Raar is dat, dat de kleine belegger plots de beurs voor nog grotere dalingen moet behoeden.

Henry Ford zou het nog moeten beleven, hij maakte zich snel uit de voeten. Toen de peetvader van de moderne auto-industrie, vele decennia geleden door een liftjongen werd aangeklampt en de raad kreeg om aandelen van een bepaald bedrijf te kopen, spoedde de man zich naar de telefoon. Zijn makelaar kreeg de volle laag: ‘Als een liftjongen al op de beurs wil spelen’, riep Ford woedend, ‘moest ik er al weken geleden zijn uitgestapt’.

CREATIEF MET BOEKEN

Toch zal het herstel in de eerste plaats moeten komen van die kleine belegger die Ford zo wantrouwde. Niet van de institutionele beleggers – vooral pensioenfondsen en verzekeraars – die de voorbije jaren de koopwoede in de marktenzaal injecteerden. Want die verzekeraars en pensioenfondsen hebben de voorbije maanden zware verliezen gepakt, en ze wachten nu liever even aan de zijlijn tot hun investeringsmarge weer aangroeit – als de kleine belegger wéér geld bij hen belegt, dus.

Want in tegenstelling tot wat sommige analisten graag beweren, is de neergang van de beurs waarschijnlijk niet te wijten aan een irrationele paniekreactie. De waarde van aandelen daalt al máánden, vorige week sloeg de barometer weliswaar even tilt, wat de grote pieken en dito dalen verklaart. Waarom? Een schokeffect. Dat onvolwassen technologiebedrijfjes overkop gingen, dat kreeg een béétje makelaar nog wel verkocht. Dat media en telecom hun vraatzucht inzake acquisities vroeg of laat zouden bekopen, dat raakt ook nog wel uitgelegd aan een gewone mens. En dat de accountants bij Enron, WorldCom of het uit zijn voegen groeiende media-annex-nutsbedrijf Vivendi Universal hun cursus boekhouden wel heel vrij interpreteerden, kon met een lichte verdraaiing van de waarheid nog als een alleenstaand feit worden uitgelegd. Maar dat de zekere beleggingen, de bedrijven met een jarenlange uitstekende staat van dienst ook kunstgrepen van accountants nodig hadden om het hoofd boven water te houden, dat raakt er bij de doorsnee belegger niet in.

Vorige week raakte bekend dat de resultaten van Dexia en Fortis minder rooskleurig zullen zijn dan oorspronkelijk verwacht, en ook verzekeraar Aegon stuurde een winstwaarschuwing uit. En plots werden er zelfs ook vragen gesteld bij de balans van General Electric, sinds jaar en dag het absolute kroonjuweel van de Amerikaanse economie, en bij Citigroup, een mastodontbank die ook vuile handen zou hebben in het Enron-schandaal. De defensieve belegger voelde de laatste strohalm met veel lawaai in zijn handen knappen, en de crash kon dus niet uitblijven.

De paniek is inmiddels overgewaaid. Komt nu de heropleving? Sommige analisten geloven rotsvast van wel. Geert Noels van het beurshuis Petercam, tevens columnist bij ons zusterblad Trends, blijft liever nog even langs de kant staan. Noels: ‘De structurele problemen waar de Amerikaanse en de Europese aandelenhandel mee af te rekenen hebben, zijn niet verholpen. Dat de institutionele beleggers vorige week capituleerden, heeft meer met de aanhoudende neergang te maken dan met de twijfels over nog meer faillissementen of schandalen. Het waren geen paniekverkopen, maar automatische verkopen, ingegeven door de aanhoudende daling van de koersen.’

EPO-ECONOMIEEN

De structurele problemen van de aandelenmarkten zijn bekend. De Amerikaanse economie kampt met een hoge schuldgraad en gaat gebukt onder de uitwassen van het nieuwe kapitalisme – frauduleuze boekhoudingen, belangenconflicten, vedetten-CEO’s die in hun ware gedaante plots ordinaire sjoemelaars blijken te zijn. In de VS zit het fout met de mentaliteit: bedrijven nemen er voortdurend hypotheken op groei die ze in de toekomst verwachten. Op die basis engageren ze hun toplui, en gaan ze ook voor acquisities lenen. Iedereen – de bedrijven, de consumenten en de overheid – heeft méér geleend dan hij kon dragen. Alsof de economie zich massaal aan een infuus met lichaamsvreemde epo heeft gelegd. Noels: ‘Helaas is het hele systeem ervan doordrongen. De stichtende Rigas-familie van Adelphi Communications achter de tralies zetten als een Pantani-achtige zondebok, zal ook hier de hypocrisie bij de andere spelers in de economie niet kapotkrijgen.’

Europa gaat ook gebukt onder een veel te hoge schuldgraad. Vooral media- en telecombedrijven hebben zich in het verleden in de rode cijfers gewerkt, en ze hebben hun acquisities veel te hoog ingeschat. Tyco, France Telecom en Vivendi Universal (dat de marktwaarde van zijn nutsactiviteiten, het vroegere Suez Lyonnaise des Eaux, in één week gehalveerd zag door de dreiging van een gedwongen verkoop) zitten met de handen in het haar nu ze met een simpele verkoop hun boeken moeten aanzuiveren. Toch ligt het meest acute probleem voor de Europese aandelenmarkten nog elders, denkt Noels. Bij de verzekeraars, met name. ‘Veel bancaire en dus economische risico’s op de beleggingsproducten van de banken zijn gedekt door een verzekeraar. Dus draagt een sector waar de centrale banken nauwelijks controle over hebben, alle risico’s van fondsen die bijvoorbeeld een kapitaalgarantie bieden. Vroeger was een recessie een bancair probleem, nu zitten de verzekeraars met de gebakken peren.’

Omdat een pak fondsen, zeg maar de generatie-1997 van de klikfondsen, uitgerekend omstreeks deze tijd aflopen, moeten verzekeraars nu een pak geld bovenhalen. Geld dat ze, door de vrije val van risico-aandelen en door de lage rente, niet hebben. Dus moeten ze aandelen verkopen. En daar lijdt de hele markt onder, want verzekeraars, dat waren vroeger altijd de kopers bij lage koersen. ‘Zij hadden grote boeken en marge om bij te kopen’, zegt Noels. Dat ze die ruimte vandaag de dag niet meer hebben, legt alle hoop om de beurs weer vlot te krijgen bij de kleine belegger.

DOE HET MAAR ZELF

Vandaar de mooie woorden waarmee Bush, Greenspan en de anderen die belegger over de streep willen trekken. Ook beurshistorici geloven dat het wel goed komt. ’20 van de 21 jongste beurscrashes hebben zichzelf opgelost’, verklaarde David Schwartz vorige week nog schouderophalend voor de microfoons van BBC World Services. ‘Blijvende beurscrashes vallen altijd samen met grote socio-economische crises als de Grote Depressie, de Tweede Wereldoorlog of, in het jongste geval, de oliecrisis van 1973.’

Niet iedereen is even optimistisch. Robert Schiller, de auteur van Irrational Exuberace (overigens Greenspan-speak), een boek over de beursbubbel, waarschuwde vorige week nog dat ‘het een eeuwigheid kan duren voor álle bubbels doorgeprikt zijn’. En mega-investeerder Warren Buffet stak vorige week in The New York Times het vingertje op naar de ondernemingen: ‘Bedrijven moeten eerlijk zijn. Ze moeten er eens mee ophouden pensioenwinsten te rapporteren en optieplannen uit hun balansen te houden.’ Waarmee hij impliciet zegt dat de winsten nog zullen dalen: als ze niet meer worden opgekrikt dankzij het rendement van hun pensioenfondsen, en als ze de (weliswaar gekrompen) lonen van hun topmanagers helemaal in cash betalen of de optieplannen als kostenpost inschrijven, zal dat de winst onvermijdelijk afromen. Of, erger nog, het verlies opschroeven. En dat zal onvermijdelijk wegen op de resultaten, en bij uitbreiding op de beursprestaties.

Ook Geert Noels is geen onverbeterlijke optimist: ‘De houding van de beleggers is van Buy-on-dip naar Sell-on-strength verschoven, en de markt reageert nog steeds vreselijk nerveus op elk negatief bericht. De bodem zal volgens mij nog wel een paar keer worden getest.’ Opmerkelijke mening, want verschillende van Noels’ collega’s hebben al aangegeven dat dit het uitgelezen moment is om te kopen. Is het dan onmogelijk dat de beurs op een absoluut dieptepunt zit? Neen, maar een onomstootbaar feit is het op dit ogenblik evenmin. We horen nu al een jaar dat de bodem bereikt is, maar inmiddels zijn de wereldbeurzen nog altijd niet aan een gestage klim begonnen. Omdat de trieste waarheid is dat aandelenprijzen dalen als er geen kopers zijn, en dat er pas kopers komen als de aandelen niet blijven dalen. En tot die kopers er zijn, blijft het een open vraag hoelang Belgische beurs op het laagste peil in de jongste vijf jaar een recycleerbare krantenkop blijft.

Frank Demets

De aandelenprijzen dalen als er geen kopers zijn, en kopers komen er pas als de aandelen niet blijven dalen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content