‘China en India, die samen het economische wonder Chindia zouden vormen, zijn verstrikt geraakt in een almaar nijpender rivaliteit. En dat is vooral nefast voor India’, zegt onderzoeker Jonathan Holslag. De Belgische economische missie naar Delhi in april zal een land in problemen aantreffen.

‘Eind jaren 1990 was men nog euforisch over het concept ‘Chindia’, China en India die onlosmakelijk met elkaar verbonden waren en dezelfde belangen hadden’, zegt Jonathan Holslag (Vrije Universiteit Brussel) naar aanleiding van de publicatie van zijn jongste boek, China + India. ‘Maar het idee brokkelde af al meteen nadat het de headlines had gehaald. Het werd van bovenaf gepropageerd en is nooit tot de brede bevolkingslagen doorgedrongen.’

‘Chindia’ moest aan de basis liggen van een positieve samenwerking tussen China en India. Beide buurlanden zouden een voortrekkersrol spelen in wat later ‘de eeuw van Azië’ zou worden, de 21e eeuw. Een welvarend Azië zou dan politiek en economisch de toon zetten voor de hele wereldorde. De twee groeilanden, China en India, zouden er vreedzaam naast elkaar bestaan. ‘Die droom lijkt om verschillende redenen een illusie te worden’, zegt Jonathan Holslag. ‘Het lijdt geen twijfel dat de 21e eeuw een Aziatische eeuw wordt. Maar voor een van beide landen kan ze nog steeds negatief uitdraaien.’

Waar ging het fout?

Jonathan Holslag: Men ging ervan uit dat de interne, economische groei de vrede tussen de oude rivalen zou bevorderen. Om die evolutie kracht bij te zetten, werd in 1996 de eerste stap gezet in een demilitariseringsproces. Offensieve wapensystemen werden uit de grensstreken van beide landen weggehaald. Maar toen de twee elkaars economische concurrenten leken te worden, kwam algauw een eind aan de ontwapening.

Wat maakte de twee tot zulke grote rivalen?

Holslag: Aanvankelijk, bij de totstandkoming van het concept Chindia, dachten de Chinese en de Indiase leiders dat elk land zich zou kunnen toeleggen op een eigen spe-cialiteit. Maar dat bleek onuitvoerbaar. Noch in India noch in China volstond de binnenlandse consumptie om de economie draaiende te houden en dus werden beide landen afhankelijk van de export. Daar ontstond de rivaliteit, want ze moesten zich op dezelfde producten richten: elektronica, auto-onderdelen, en rudimentaire producten zoals staal. Een wereldmarkt die bovendien oververzadigd was door overproductie.

Tot voor kort stond India bekend om zijn informaticadiensten. Kennelijk wordt ook die markt nu door China ingepikt.

Holslag: De Chinezen profileren zich inderdaad steeds meer in de traditionele economische bastions van India, zoals de IT-sector. Voor India komt daarbij dat het land zijn investeringen ook naar andere dan de dienstensectoren zal moeten verleggen, bijvoorbeeld naar de industrie. De industriële revolutie moet in India nog beginnen. En die zal broodnodig zijn als India de demografische groei van 300 miljoen extra arbeidskrachten tegen 2040 wil opvangen.

Van de twee landen lijkt India het onderspit te delven.

Holslag: India heeft het bijzonder moeilijk. Het kampt met een enorm handelstekort en een grote overheidsschuld. Of de economische groei van India duurzaam zal zijn, valt te betwijfelen. Stel dat het land economisch faalt, dan wordt het politiek en militair gezien een onvoorspelbare factor in Azië. De Chinezen, die zich aanvankelijk weinig zorgen maakten over India, zien nu met lede ogen hoe het land aan een militaire opmars is begonnen. Bovendien probeert het – hoe moeizaam ook – China op economisch vlak vliegen af te vangen. Het valt dus nog af te wachten hoe India zal evolueren.

In april trekt een Belgische economische missie naar India. Moet ze uitkijken voor mogelijke risico’s?

Holslag: Op de korte en de middellange termijn blijft India aantrekkelijk voor investeringen. De infrastructuur moet nog beter en de consumptiemarkt is in volle ontwikkeling. De vraag is alleen of de positieve trend aanhoudt. Analisten in Wash-ington hebben de mond vol over ‘het falende Indiase model’. Zover zou ik niet gaan, maar het is ook niet zo dat India een tweede Chinees mirakel zal worden.

JONATHAN HOLSLAG, CHINA + INDIA. PROSPECTS FOR PEACE, COLUMBIA UNIVERSITY PRESS, NEW YORK, 2010, 234 BLZ.

DOOR INGRID VAN DAELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content