DOOR FRANS VERLEYEN

ER WAS WEER IETS MET DE KONING, of beter gezegd met de rol van de monarchie. ?Het Paleis? (zoals wij dat delicate instituut samenvattend noemen) liet een tekst verschijnen met nauwelijks verholen, ongetwijfeld juiste kritiek op de werking van het gerecht in België. Licht kwaadaardige zinnetjes drongen aan op meer menselijkheid en openheid. Ze lokten meteen de vraag uit : is dat niet te veel bemoeienis ? Want volgens de grondwet en een aantal eruit afgeleide gewoonten mag het staatshoofd weliswaar regeren (dit is zijn ambt bekleden) maar niet besturen. Hij moet met zijn volle gewicht de natie belichamen, maar mag er als persoon hoegenaamd niets mee doen.

Er zijn niet veel Belgen die dat subtiele gedoe met de tot onmacht gesteriliseerde koninklijke macht goed begrijpen. Formeel is de monarch (een woord dat letterlijk ?alleenheerser? betekent) mede-wetgever, voert hij het leger aan en benoemt of ontslaat hij zijn regering waarvan hij de besluiten afkondigt. Dat is niet niks. Maar door een eigenaardige draai te geven aan die zwaarwichtige bevoegdheden, houdt het land zijn koning volledig in bedwang. Tot in het kleinste detail mag hij zijn rol pas spelen als zijn ministers het daar bij voorbaat mee eens zijn.

Oneerbiedig gezegd : de dynastieke chef mag slechts spreken of bevelen met de toestemming van zijn ondergeschikten. Voor het geringste dat hij zegt of doet, is altijd ?dekking? van buitenaf nodig. Daarom kan de koning op de televisie nooit een rechtstreeks vraaggesprek voeren want elke lettergreep die uit zijn mond zou komen, vereist voorafgaandelijke instemming. Ook wanneer de koning (?de kroon?) een grote stommiteit zou begaan, moet hij onaantastbaar kunnen blijven. Het is immers niet de bedoeling dat het staatshoofd een denkend of handelend wezen zou zijn, met het vermogen om welke bestuursdaad dan ook te stellen. Zijn taak bestaat slechts in het ?incarneren? van de Belgische constitutionele orde. Over dat schimmenspel worden nog altijd geleerde boeken geschreven door juristen die eerst een pil tegen duizeligheid innemen.

Het Huis van de Saksen-Coburgs, een Duitse familie, zit dus op een rare troon, in 1830 opgericht door een politiek regime dat misschien liever een republiek was geworden maar het in de toenmalige omstandigheden niet zo ver kon brengen. De eerste koningen probeerden nog geregeld om tot eigenmachtige beslissingen te komen maar geleidelijk verflauwden die pogingen. Toen Leopold III in dramatische omstandigheden zijn regering meende te kunnen passeren en zich weer als een monarch met eigen inzichten gedroeg, veroorzaakte dat een crisis waarvan Laken nog altijd de trillingen voelt. Toch nam ook Boudewijn I grote risico’s toen hij weigerde een door het parlement aangenomen wet te ondertekenen. En nu lokte zelfs de goedmoedige Albert II bijna een incident uit.

In weerwil van dat alles heeft zich in België nooit een belangrijke republikeinse beweging ontwikkeld. In theorie is de voedingsbodem nochtans voorhanden : het nationaal gevoel verzwakt geleidelijk (het woord ?vaderland? wordt niet meer gebruikt, de uitdrukking ?het Belgische volk? is bizar gaan klinken) en de betrekkelijke luister die elk koningsschap nu eenmaal nodig heeft, schuurt wat tegen de tijdsgeest aan. Bovendien staat elke monarchie altijd bloot aan het gevaar dat een troonopvolger niet over de ridderlijke bekwaamheden beschikt om de sprookjeskant van de instelling de mythevorming rond een idee van nationale moed en eendracht te behartigen. Tenslotte is er het principiële bezwaar tegen alle erfelijk verkregen functies of privilegies die, krachtens hun aard zelf, een aanzet tot discriminatie bevatten : er bestaat door geboorte een voorrecht dat fataal niet voor iedereen is weggelegd.

Al zes generaties lang overleeft de dynastie deze moeilijkheden. Ze moet zelfs niet vrezen dat haar positie in de nabije toekomst wankel zou worden. Het ?Paleis? stelt het zelfs uitstekend. Het heeft nog altijd geen duidelijk zichtbare macht, maar zijn algemene invloed op het politieke bestel is geenszins verzwakt. Wie daar beroepshalve mee te maken heeft, voelt intuïtief aan waarom. In de koninklijke entourage werken namelijk een aantal vaklui met grote persoonlijke kwaliteiten. Meestal geven ze blijk van een elegant conservatisme dat zich toch wel weet te verzoenen met sommige vereisten van de moderniteit. Zin voor hoffelijkheid en een zekere culturele bagage zoals ietwat unitair geparfumeerde gentlemen die hebben behoren eveneens tot het jobprofiel van de stafmedewerkers. Het werkt.

Politici met de ambitie een stevige loopbaan uit te bouwen, zullen zich nooit enige wrijving ?met Laken? veroorloven. Zelfs in de discretie van het colloque singulier (een ouderwetse, poeslieve omschrijving voor ?een gesprek onder vier ogen?) kunnen koninklijke reprimandes hard aankomen. De hele politieke klasse, ook die van de oppositie, is er zich vaag van bewust dat goede relaties met het Hof levensbelangrijk zijn. Daarom kon het ambtelijke milieu dat rond het staatshoofd opereert, zijn recente zelfprofilering organiseren zonder vrees voor een rel. Nadien stamelde de Wetstraat behoedzaam iets over een ?ongewoon? of ?verbazend? initiatief, maar niemand durfde eerlijk zeggen : eigenlijk gaat dit net over de schreef.

HET BELGISCH VORSTENHUIS LEVERT ELKE DAG het bewijs van zijn informele macht die duurzamer blijkt dan strikte grondwettelijke afspraken of staatkundige technieken en procedures. Het vormt een onzichtbare muur tussen enerzijds de (niet altijd onaanvaardbare) belangen van een elite die gesteld is op ?nationale evenwichten? en aan de andere kant allerlei sociale energieën die de beschaafde ordening der dingen zouden kunnen verstoren. Vreemd genoeg weet het vanouds alle mogelijke opvattingen over bijvoorbeeld gelijkheid, republikanisme, separatisme, socialisme of ?geen macht zonder het afleggen van rekenschap? te overbruggen. Met een suggestie van zachte volksvriendelijkheid slorpt het de meest woelige en rebelse geesten op. Het blijft een mysterieus eiland in de zee van democratische gelijkschakeling en soms ordinaire politieke intriges die elke onderdaan omspoelt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content