‘HET DRAAIT NIET OM GELD, MAAR OM STIJL’

© FOTO'S JEF BOES

Mosselen gaan er vlot in, maar voor cava halen ze de neus op. Welkom op de Zeedijk in Knokke-Het Zoute, de meest exclusieve boulevard van de Noordzeekust. ‘Al wie in de Belgische industrie en zakenwereld meetelt, heeft hier wel iets.’

Liefst van al waren we met een Maserati naar Knokke gereden, maar het is toch weer de Kangoo geworden. Gelukkig ligt in de koffer een hippe plooifiets om de laatste kilometers naar het meest exclusieve strand van de Noordzee te overbruggen. Straks is het de Nacht van het Zoute, de start van de quinzaine mondaine, het ware hoogtepunt van het zomerseizoen in Knokke. Op de Zeedijk en de Kustlaan zetten juweliers, galeriehouders en modeboetieks partytenten op. De tientallen vipfeestjes en cocktails vanavond zijn exclusief voor genodigden, al kan het voor doortastende partycrashers geen kunst zijn om zich gratis en voor niks vol bubbels te gieten. Pique-assiettes heten deze sympathieke parasieten in het Frans, een taal die in Knokke nog altijd even natuurlijk klinkt als in Brussel of Parijs.

‘Juli was erg druk’, zegt Trui Onjaerts van restaurant Si Versailles tevreden. ‘Maar de echte Knokkegangers zie je niet in juli, die zitten dan aan de Côte d’Azur. Pas nu stromen ze allemaal toe: de eerste helft van augustus moet iedereen in Het Zoute zijn.’ Onjaerts, zoals de meeste inwoners een aangespoelde Knokkenaar, komt niet uit een horecageslacht. ‘Mijn moeder heeft de zaak 26 jaar geleden overgenomen, Si Versailles was toen nog op de Kustlaan, vlak om de hoek, gevestigd. Een typisch mosselrestaurant, maar moeder heeft een goede chef aangetrokken en haar artistieke connecties aangesproken. Kunst aan de muur, dat gaf meteen een ander cachet aan het restaurant. De zaak is al lang naar de Zeedijk verhuisd. Een galeriefunctie hebben we niet meer, maar de link met kunst is gebleven. Ronny Van de Velde heeft wat verderop een nieuwe galerie geopend, hij geeft hier al zijn feestjes. Guy Pieters is kind aan huis: hij is gisteren nog komen dineren met Christo.’

Kaviaar en pladijs

Zeedijk 795 is de beste plek van de kust, volgens Trui. ‘Weinig auto’s maar veel passage, want verderop begint de verkeersvrije Wandeldijk. Naast ons niks dan kunstgaleries en boetieks, dat lokt vanzelf een mooi publiek. De Zeedijk is lang, maar eens het Rubensplein gepasseerd, voel ik me niet meer thuis. Het is daar nog altijd Knokke, maar toch anders dan hier.’ Is Knokke mondain, dan geldt Het Zoute als de overtreffende trap van mondain. Een reservaat van miljonairs en snobs? Trui Onjaerts relativeert met een anekdote uit eigen keuken. ‘Ik heb de gastronomische koers van moeder bijgestuurd. Niet alleen dure producten zoals tarbot en kaviaar, een pladijs kan even lekker smaken. En mosselen natuurlijk, want ook rijke mensen eten weleens graag met de vingers.’ Toch, zo heeft de gastvrouw moeten vaststellen, zijn er grenzen aan de bereidheid van haar publiek om zich aan volkse geneugten over te leveren. ‘Toen de cava-rage begon, ben ik mee op de kar gesprongen. Vergeefse moeite, ik raakte mijn Spaanse bubbels niet kwijt. Een coupeke champagne blijft hier de norm.’

Hoe mooi kan het leven van een galeriehouder zijn? Op één dag twee vernissages met ronkende namen mogen openen: Arne Quinze op de Zeedijk, Christo op de Kustlaan. Guy Pieters – witte bermuda om de ietwat bourgondische lenden, Zwitsers uurwerk om de pols, Cubaanse sigaar tussen de vingers – staat zichtbaar te genieten. Het schriele, brildragende mannetje aan zijn zijde blijkt niemand minder dan Christo te zijn, de wereldberoemde Bulgaarse inpakkunstenaar die al dertig jaar met galerie Pieters samenwerkt. Aan de muren hangen schetsen en collages van Mastaba, letterlijk het grootste kunstproject ooit ondernomen. De 150 meter hoge monoliet, opgebouwd met 410.000 in felle kleuren geschilderde olievaten, moet ooit in de woestijn van golfstaat Abu Dhabi verrijzen. Anders dan alle voorgaande projecten van Christo en zijn overleden vrouw Jeanne-Claude wordt het voor de eeuwigheid gebouwd.

Dat beide vrienden uitgerekend bij Si Versailles zijn gaan dineren, is geen toeval. ‘In dat restaurant is mijn liefde voor Knokke ontstaan’, vertelt de 60-jarige Pieters. ‘Mijn ouders hadden een drogisterij in Sint-Martens-Latem. Het was een traditie tijdens het mosselseizoen: als ze zondagmiddag de winkel sloten, reden we naar Knokke om bij Si Versailles te gaan eten.’ In 1982 heeft hij de sprong naar Knokke gewaagd. Zijn eerste galerie lag honderd meter verder op de Kustlaan, in een stuk van Het Zoute dat toen nog compleet verloederd was. ‘De enige plek die we ons in die pioniersjaren konden permitteren. Een volledig huis voor 18.000 frank (450 euro), daar huur je vandaag nog geen garagebox voor.’

Galeries, galeries en nog meer galeries. De Zeedijk van Het Zoute is ermee bezaaid, en op de parallelle Kustlaan is het niet minder. Tachtig zijn het er volgens een recente telling. Er zit kaf tussen het koren, de grens tussen kunst en decoratie is soms vaag. Niettemin: het aanbod moderne en hedendaagse kunst is indrukwekkend genoeg om zelfs doorgewinterde collectioneurs te doen watertanden. Guy Pieters, die ook galerijen heeft in Sint-Martens-Latem en het Franse Saint-Paul-de-Vence, is met twee zalen en een portefeuille vol ronkende namen incontournable. ‘Drie jaar geleden heb ik de galerie van mijn broer op de Zeedijk overgenomen’, vertelt hij. ‘Aanvankelijk fungeerde het als pop-up expositieruimte, maar de reacties waren zo positief dat ik er geld heb ingestoken om een tweede, volwaardige galerie te beginnen. Precies wat de dijk nodig had, want alle mooie galeries zaten op de Kustlaan. In mijn kielzog zijn onder anderen Ronny Van de Velde en Patrick De Brock zich op de dijk komen vestigen, toppers die het niveau serieus hebben opgekrikt. Het is natuurlijk niet allemaal kunst met een grote K. Het aanbod is eclectisch, net zoals het publiek. Want wat is tenslotte Knokke? Een dorp van 30.000 inwoners dat in de zomer aanzwelt tot een stad van 200.000 inwoners.’

Belle époque

De faam van Knokke in de plastische kunsten werd al veel eerder in het Casino gevestigd. Met dank aan de Antwerpse familie Nellens, schatrijke industriëlen die tijdens het interbellum in Duinbergen en Knokke 220 hectaren duinen en polders verwierven en rijp maakten voor het opkomende kusttoerisme, met het casino en het Albertstrand als trekpleisters. Zij waren het die werken kochten van coryfeeën als Margritte, Delvaux, Niki de Saint Phalle en Keith Haring, en die vanaf de jaren vijftig avant-garde van Beuys, Panamarenko, Warhol en Rauschenberg exposeerden. De Margrittezaal van het casino met haar fresco’s blijft verbluffend, en je kunt er nog altijd ’s werelds grootste kroonluchter bewonderen. Ook de roulette draait als vanouds, en er wordt tot in de vroege uurtjes gedanst. Maar ondanks de glitter overheerst het patina van verval. Het casino is al lang niet meer de verplichte rendez-vous van de beau monde. ‘Er is veel veranderd’, stelt financieel directeur Marc Slabbinck, een oude rot in het vak, vast. ‘Het spelen in de eerste plaats. In 2003 werden slotmachines gelegaliseerd, we hebben er intussen zo’n 200 staan. De tijd dat je hier alleen in avondkledij werd toegelaten, is ook voorbij. Bij een short of zwembroek trekken we de streep, maar een gescheurde jeans? Best mogelijk dat het een Armani is, recht uit de boetiek.’ Frank Sinatra, Jacques Brel, Charles Aznavour, het is maar een greep uit de lijst van supersterren die hier zijn opgetreden. ‘Ook dat is voltooid verleden tijd’, zucht Slabbinck. ‘Onze grootste zaal heeft 700 zitjes, daarmee lok je geen Lady Gaga naar Knokke. De deejays die op Tomorrowland spelen? Volstrekt onbetaalbaar voor Knokke.’

Misschien keren de gouden jaren terug, wanneer Leopold Lippens zijn droom kan waarmaken. De burgemeester wil een nieuw casino, een spectaculair baken van honderd meter hoog. Dat het huidige gebouw van architect Léon Stynen zo nodig wordt gesloopt, daar doen ze in Lippensland niet flauw over. De modernistische parel uit 1930 werd door verbouwingen al danig verknoeid, en straks dreigt het op de lange lijst van verdwenen erfgoed te belanden. De architectuur is hier even zoutloos als elders aan de kust. Alle sporen van de belle époque werden uitgewist, de Zeedijk is één gesloten pui van acht verdiepingen glas en beton, rendabel tot de laatste vierkante centimeter.

Hotel des Nations is toch uniek. ‘Dit is het laatste hotel op de dijk’, vertelt eigenares Monique Bolle in vanzelfsprekend Frans. ‘Het is al sinds 1926 in handen van mijn schoonfamilie. Zelf ben ik hier al 54 jaar. Vroeger lagen er wel elf hotels op de dijk tussen het Albertstrand en Het Zoute. Vanaf de jaren zestig zijn die één na één gesloten, uitgekocht door projectontwikkelaars die met veel geld zwaaiden om appartementen te bouwen. Ach meneer, er is zoveel veranderd. Vroeger hadden we gasten die iedere zomer terugkeerden. Twee weken, drie weken, bij het uitchecken reserveerden ze meteen voor het volgende jaar. Tegenwoordig blijven ze hooguit een week, en reserveren doen ze op het laatste nippertje, met één oog op het weerbericht. Het zijn niet alleen de appartementen die de hotels hebben genekt. In het hoogseizoen kost een kamer bij ons 250 euro, ontbijt en zeezicht inbegrepen. Geen euro te veel, maar voor die prijs vlieg je met de kinderen een week naar Turkije.’

Bij de balie hangen foto’s en prentkaarten uit de oude doos. Hotel des Nations was een juweel, opgetrokken in Anglo-Normandische stijl. ‘Zie je die duin?’, vraagt Monique. ‘Zo was het overal, de dijk was nog bijlange niet volgebouwd. Het strand was veel kleiner, bij vloed kwam het water tot tegen de dijk. Als er wat golven stonden, klotste het over het terras en moesten de gasten schuilen. Met onze vier verdiepingen waren we lange tijd het hoogste gebouw op de dijk. Maar toen zijn ze met appartementen begonnen, en ineens werden we links en rechts door torens van acht verdiepingen overschaduwd. In 1991 hebben we het oude hotel afgebroken, de kosten voor aanpassingswerken en brandpreventie wogen te zwaar. We stonden voor een verscheurende keuze: herbeginnen of zoals alle anderen verkopen? We hebben toch maar een nieuwbouw gezet: 38 kamers over acht verdiepingen, met parking voor alle gasten. Zie je, dit is een stuk van ons leven. Hotel des Nations in Knokke, dat kennen ze tot aan de Côte d’Azur. Niet dat de projectontwikkelaars ons met rust laten. We zijn al meermaals benaderd met duizelingwekkende bedragen. Hoeveel? Dat zeg ik niet, maar ik heb er drie nachten niet van geslapen.’

Wandeldijk

Dochter Martine Blomme komt erbij zitten. Perfect tweetalig, ze ergert zich trouwens aan het kreupele Nederlands van haar moeder met wie ze zelf Frans spreekt. Mammie gaat in het defensief. Ze is in ‘Renaix’ opgegroeid, heeft haar hele jeugd in Franse pensionaten gesleten. Dat is na vijftig jaar Knokke geen excuus, oordeelt haar dochter streng. Voor het overige zijn beide generaties het roerend eens: er bestaat geen betere plaats om te wonen dan Knokke. ‘Ik ben hier opgegroeid’, zegt Martine. ‘Het zicht op de zee, dat wil ik voor geen geld van de wereld missen. Als echte Knokse behoor ik tot een uitstervend ras. Jonge mensen lopen hier weg, de huizen zijn niet meer te betalen.’ Dat laatste mag vooral niet als kritiek op het gemeentebestuur worden geïnterpreteerd. Geen kwaad woord over burgemeester Lippens, klinkt het vermanend in beide landstalen. ‘Ik ken hem van de golfclub’, zegt Martine. ‘Zelfs zijn grootste tegenstanders erkennen dat hij van deze gemeente een parel heeft gemaakt. Deze zomer heeft hij Cirque du Soleil naar Knokke gehaald, je moet het toch maar doen als burgemeester van een kleine gemeente.’ De heraanleg van het Albertplein, daarover zijn moeder en dochter verdeeld. Monique vindt het een draak, Martine is enthousiast. Hoe dan ook, de befaamde Place m’as-tu vu, carrousel voor patsers met dure auto’s, is niet meer. ‘Nu rijden ze lussen op de Lippenslaan en de Kustlaan’, zegt Martine minachtend. ‘Nouveaux riches, gelukkig is dat een minderheid. Het draait in Knokke niet om geld maar om stijl.’

Behalve mentale barrières kent de Zeedijk vooral financiële grenzen. In Agence Het Zoute kunnen ze die precies lokaliseren. Heist, Duinbergen, Albertstrand, Knokke, Het Zoute, de prijzen gaan crescendo van west naar oost. Zaakvoerder Thibault Vanden Berghe: ‘Hoe dichter bij het Zwin, hoe duurder. Zoek je een tweekamerappartement met zicht op zee? In Het Zoute betaal je vier tot vijf keer meer dan in Heist. Dat is de algemene regel, op microniveau zijn er nuances. Het stuk tussen het casino en het Rubensplein is bijvoorbeeld duurder dan het volgende stuk tussen het Rubensplein en de Lippenslaan. Daar is het patrimonium verouderd, en bovendien zijn er gelijkvloers weinig winkels. Een stedenbouwkundige vergissing, want winkels brengen leven op de dijk, cruciaal nu het kusttoerisme een seizoenbestendige business is geworden.’ Is de Zeedijk in Het Zoute peperduur, het echte walhalla ligt nog oostelijker, langs de Wandeldijk waar de appartementen tussen de 1,2 en de 1,5 miljoen euro gaan. ‘Op de Zeedijk zit je aan 6000 tot 12.000 euro per vierkante meter’, zegt Vanden Berghe. ‘Op de Wandeldijk begint het pas bij 10.000 euro, en de prijzen gaan tot ver boven de 20.000 euro. Wie dat kan betalen? Ach, kandidaten genoeg. Al wie in de Belgische industrie en zakenwereld meetelt, heeft wel iets in Knokke.’

Finis Terrae

Het residentiële complex Finis Terrae ligt op het terrein van het oude openluchtzwembad, in een hoek van het Zwin waarover de Compagnie du Zoute en de Vlaamse gemeenschap jarenlang hebben geruzied. Er kwam een compromis van: de Compagnie kreeg haar sloop- en bouwvergunning, Vlaanderen verwierf met de Zwinbosjes een extra stuk beschermde natuur. Het is dan ook fijn toeven in de Finis Terrae, met een panorama op zowel zee als duinen. Appartementen gaan hier drie tot vijf miljoen euro. Eerder dit jaar werd zelfs een verkoopsrecord gevestigd, toen een optrekje van 600 m² met 300 m² terras – in feite drie geïntegreerde appartementen – van eigenaar verwisselde. Ruim boven de 20 miljoen euro, meubels en kunstcollectie inbegrepen. In Knokke is het een nationale sport: gissen wie de eigenaars zijn die zich alleen in de zomer en tijdens verlengde weekends vertonen. Omegha Pharma-baas Marc Coucke, Ghelamco-topman Paul Gheysens en ex-Picanol-baas Jan Coene zijn enkele certitudes.

‘De mensen die daar wonen, besturen België’, zegt Frank Vanleenhove, eigenaar van het Surfers Paradise op het strand voor Finis Terrae. Hij heeft gemengde gevoelens bij zijn machtige overburen. Zijn club, die zo overgeheveld lijkt uit Malibu, werd zonder vergunning gebouwd. ‘Maar met toelating van de gemeente’, preciseert hij. ‘Alleen bleek het wettelijk onmogelijk een bouwvergunning voor het strand af te leveren. Zeventien jaar heb ik gestreden voor erkenning, een absurde ervaring. Eerste aanleg in Brugge, beroep in Gent, we wonnen slag na slag. Maar de administratie gaf het niet op, ze tekende zelfs cassatieberoep aan’. Vanwaar die hardnekkigheid? Vanleenhove wijst naar Finis Terrae. ‘Ik kan het niet bewijzen’, zegt hij. ‘Maar sommige eigenaars wilden ons weg. Omdat we het zicht op zee bederven? Omdat we de rust verstoren? Geen idee, ze zijn het nooit aan mijn neus komen hangen, ook niet tijdens de bewonersvergadering van Finis Terrae die op mijn terras heeft plaatsgevonden. Overigens, de meeste eigenaars zien ons wel zitten, al was het maar omdat hun kinderen hier komen surfen.’ De procedure is nog niet helemaal rond, maar de toekomst lijkt verzekerd. Surfers Paradise werd opgenomen in het nieuwe RUP Zwinpolder. ‘Het eerste natuurgebied met een surfclub’, grijnst Vanleenhove.

Pas op de terugweg valt het ons op: het laatste stukje van de oude Zeedijk dat aan de sloopwoede is ontsnapt. Ooit vormde het Plaza-hotel met twee zusterhotels het U-vormige Wielingenplein. Intussen zit het frivole gebouw gekneld tussen twee strakke torens, een typische clash van stijlen waarvoor buitenlandse toeristen graag een omweg naar België maken. Het verval slaat van de gevel, op het vastgoedkantoor werd Plaza geciteerd als het laatste grote project dat op de Zeedijk op stapel staat. Voor Thierry Zachary, met vrouw, schoonmoeder en kinderen huurder op de eerste verdieping, is er geen haast bij. ‘Het is allemaal wat uitgeleefd’, zegt de horecabaas uit Ukkel. ‘Maar wat een terras en wat een uitzicht. We huren dit op jaarbasis, samen met een andere familie. 400 euro in de maand, en dan te bedenken dat een groot appartement in het hoogseizoen hier tot 3000 euro voor twee weken kost. Het is de eigenaar dan ook niet om de huurinkomsten te doen, hij heeft dit gekocht om het met een monsterwinst aan een projectontwikkelaar door te verkopen’ Hij steekt een sigaret op, laat zijn ogen over de afgebladderde gevel gaan. ‘Hoe is het mogelijk’, zegt hij hoofdschuddend. ‘Zoiets afbreken, terwijl ze elders de laatste steen van voor de oorlog als monument beschermen.’

DOOR ERIK RASPOET, FOTO’S JEF BOES

Is Knokke mondain, dan geldt Het Zoute als de overtreffende trap van mondain.

De modernistische parel van architect Léon Stynen dreigt straks op de lange lijst van verdwenen erfgoed te belanden.

‘Jonge mensen lopen hier weg, de huizen zijn niet meer te betalen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content