Hubert van Humbeeck

Hoe broos een politiek project kan zijn, werd vorige week in Nederland duidelijk. Het ook over de grenzen zo bejubelde paarse kabinet kwam er op een sullige manier ten val over de principiële houding van één lid van de Eerste Kamer – bij ons is dat de Senaat.

Wat ook de dieper liggende redenen waren voor het stemgedrag van die Hans Wiegel, vanuit het oogpunt van de democratie kan hem weinig worden verweten. Als lid van het parlement heeft hij hoe dan ook het recht om zijn houding niet van het lot van de zittende coalitie te laten afhangen. Jan Verroken verdiende zo ooit zijn plaats in de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging door de regering te laten struikelen over de splitsing van de Leuvense universiteit. Bovendien hoort een referendum dat een wet ongedaan kan maken, die door het parlement volgens alle regels is goedgekeurd, niet thuis in ons politieke stelsel – daar ging het vorige week in Nederland om. Politici die dat accepteren, nemen zichzelf niet ernstig – en al evenmin diegenen die hen hebben verkozen om precies die job te doen.

De discussie komt straks ook in België wel weer naar boven. Het referendum kan een nuttig instrument zijn om de bevolking nauwer bij het bestuur te betrekken. Maar hoe dat precies kan, moet nog nader worden bestudeerd. Enkele experimenten met referendums op gemeentelijk vlak waren in Vlaanderen in elk geval niet echt een groot succes.

Met de Dag van de Democratie, zondag in het Zuiderpershuis in Antwerpen, start de laatste fase in de drôle de campagne op weg naar 13 juni. Het lijkt soms alsof het allemaal nog goed en wel moet beginnen. We zijn het niet gewend, verkiezingen zonder die lelijke, schreeuwerige affiches, overal in het straatbeeld. Vaak van het bord gerukt of besmeurd. Schmutzig. Maar het gaf zo’n bijzondere trilling in de lucht.

We zijn het niet gewend, verkiezingen waarvan de datum zolang van tevoren vastligt, zonder dat er sprake was van een echt crisismoment. Hoewel. Het breekpunt deed zich eigenlijk nu al bijna drie jaar geleden voor. De vraag waarop niemand het antwoord kent, is hoeveel er daarvan is blijven hangen. In welke mate heeft de tijd de wonden genezen, die toen zijn geslagen?

Dat maakt de indruk van een gezapige campagne zonder veel hoogtepunten ook zeer verraderlijk. Onderhuids is de spanning voelbaar. Voor microfoon of camera houden de politici zich stoer, maar onder vier ogen is iedereen bang. De bitterheid die ze onderweg tegenkomen, zorgt ervoor dat niemand zeker is. De verkiezingsstrijd wordt gevoerd zonder een echte match – behalve dan die met het spook in het kasteel, het Vlaams Blok, en met de diepste gedachten van de kiezer.

Toch is er ook geen gebrek aan belangstelling. Vooral jonge mensen laten zich zien; gereserveerd maar geïnteresseerd. Op zoek naar informatie om zelf hun mening te bepalen – om de klassieke show van de politieke woordenstrijd is het ze niet te doen. Dat is een uitdrukking van ernst, maar dat sérieux bevat ook een ondertoon van dreiging.

Het belang van deze, bij ons, laatste parlementsverkiezingen van de eeuw kan niet worden onderschat. Niet alleen terwille van de gebeurtenissen van de voorbije jaren. Voor het eerst in goed vijftien jaar kan er ook echt vooruitgekeken worden. Het begrotingstekort is onder controle. Het communautaire briesje dat opstak naar aanleiding van de eisenbundel van het Vlaamse Parlement ging rustig weer liggen. Er is ruimte in de cijfers en in de geesten om het over iets anders te hebben. En dat zou dan datgene moeten zijn, wat de mensen op het einde van de twintigste eeuw van de overheid verwachten.

Wie goed kijkt, ziet hier en daar de aanzet van wat een maatschappelijk project kan worden. De VLD vijlde de scherpe kanten van zijn burgerprogramma, maar de fundamenten ervan staan nog overeind. De harde bestuurder Jean-Luc Dehaene zet tegenwoordig graag een boom op over de kwaliteit van het leven. De SP schuift de idee naar voren van een vierdaagse werkweek, die de mensen meer tijd zou laten voor zichzelf.

De moeder van alle verkiezingen kan het land weer op weg helpen. Als er straks maar niet zo veel partijen nodig zijn voor een werkbare meerderheid dat die, zoals in Antwerpen, de gevangene worden van zichzelf. En alles als gevolg daarvan toch weer bij het oude blijft.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content