Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

De dijkgraaf van de Wase Polders heeft geen geluk. Eerst was er een gat in de kas. Dan in de dijk. In Sint-Gillis-Waas moest de burge- meester kiezen “tussen akkers en huizen”.

Ze hebben de boeren opgeofferd om de burgers te sparen”, zegt dijkgraaf André Balliauw met een zorgelijk gezicht. Hij wijst naar een kom pas geschilde aardappelen: “Kijk, de helft is al rot.” De dijkgraaf en de negen “gezworenen” uit het Polderbestuur hebben – na vier dagen pompen, hozen en lozen – het meeste water uit de overstroomde polders weggekregen. Maar voor veel akkergewassen is het dan al te laat. En dat is volgens de dijkgraaf niet het gevolg van het noodweer, maar van een menselijke ingreep: het hakken van een bres in de Watergang der Hoge Landen, waardoor een groot stuk van de polder in geen tijd onder water liep. “Had het Polderbestuur toen niet met man en macht gevochten om de bres weer te dichten, dan was het een ramp voor de polderdorpen geworden”, meent de dijkgraaf.

In meerdere door watersnood bedreigde dorpen in Vlaanderen kwamen de bestuurders vorige week voor een delicate keuze te staan: welke plaatsen gevrijwaard moesten worden, en welke men liet overstromen. Zo ook in het Waasland, en vooral dan in de gemeente Sint-Gillis-Waas. Na de slagregens van zondagnacht besloot burgemeester Willy De Rudder op maandagochtend om de oever van de Watergang door te steken. Zo snel was het water gewassen, dat het bijna tot aan de kruin van de dijk stond. Het stond hoger dan de rioolpijpen die erin uitkomen – zodat er geen afvoer van water meer was maar een terugloop. “Toen stonden al veel straten blank. Ik moest kiezen tussen huizen en akkers, dus koos ik voor de huizen. Uiteraard zijn de boeren daarvan het slachtoffer. Maar anders had het water in het dorp nog veel hoger gestaan”, zegt de burgemeester.

Nadat een kraan een bres gegraven had, gutste het water als een kolkende rivier de polders in. “Het was een waterval”, zegt dijkgraaf Balliauw. “Door de enorme kracht van het water werd het gat zienderogen wijder en wijder. Daardoor dreigden ook de dorpen van Meerdonk, Verrebroek en Kieldrecht te overstromen.” Enkele mannen van het Polderbestuur trokken in paniek naar de Watergang en ze vulden de bres. Omdat het peil snel begon te stijgen, liet de burgemeester de bres terstond weer openhakken. Daarop maakte het Polderbestuur het gat weer dicht. ’s Avonds werd de verbouwereerde Oost-Vlaamse gouverneur Herman Balthazar in het crisiscomité met het dilemma geconfronteerd. Hij maande de kemphanen aan om overeen te komen. Vervolgens werd – met schanskorven in de bres – voor een geleidelijke, gecontroleerde overstroming gezorgd.

De burgemeester liet wel procesverbaal tegen het Polderbestuur opmaken en hij zette de volgende dagen zijn politiemensen in om de bres te bewaken.

HET DIJKRECHT UIT DE MIDDELEEUWEN

Het probleem is dat de Watergang tot de bevoegdheid van het Polderbestuur hoort, een eeuwenoude instelling die op het platteland haar autoriteit en autonomie tot op de dag van vandaag behouden heeft. Het noordelijke Waasland, langs de Linkeroever van de Schelde gelegen, was vroeger een schorren- en slikkengebied, dat bij hoogtij door het rivierwater bevloeid werd. Al in de Middeleeuwen begonnen boeren de gronden af te dammen en in te dijken. Om de kosten van die werken te dragen, verenigden zij zich in polderbesturen. Die werden geleid door een dijkgraaf en zijn gezworenen, die door de “ingelanden” – de grondeigenaars – verkozen werden. Het polderbestuur was verantwoordelijk voor het onderhoud van de waterlopen, dijken en sluizen. Maar het had ook politiebevoegdheid, kon belastingen heffen (de “dijkgeschotten”) en weerspannige boeren zelfs onteigenen.

Zo ontstonden enkele tientallen “vrije polders” langs de Scheldeoevers. De meeste gingen tijdens het beleg van Antwerpen in 1585 weer teloor, toen niet alleen de Zeeuwen de dijken doorstaken (“het gat van Saaftinge”) maar ook de Antwerpenaars (“het Perelgat van Kallo”). Het duurde tientallen jaren voor de polders gaandeweg weer drooggelegd werden. Ook tijdens alle latere oorlogen liet men de polders als een soort buffergebied onder water lopen. Door de napoleontische decreten van 1811 werd de bevoegdheid van de polderbesturen ook wettelijk vastgelegd, en daar is door de latere Belgische wetten nog weinig aan veranderd. De grootste verandering was dat in 1974 alle kleine polders – met namen als Rodemoer, Turfbanken, Saleghem, Sint-Gillisbroek, Prosperpolder of Hoog-Verrebroek – samensmolten tot de Polder van het Land van Waas. Die werkt in feite nu nog altijd volgens de beginselen van het aloude dijkrecht uit de Middeleeuwen.

Na de fusie werd het Polderbestuur zo rijk dat het de “dijkgeschotten” of belastingen zelfs kon afschaffen. Door de uitbreiding van de haven, de bouw van de kerncentrale van Doel en de voortschrijdende industrialisering werden duizenden hectaren poldergrond onteigend en metershoog volgespoten met baggerzand. Het Polderbestuur, dat zelf altijd veel grond in eigendom gehad heeft, kreeg door die onteigeningen een groot bedrag in kas. Bovendien zijn er nog inkomsten van het verpachten van gronden langs de dijken, de jacht- en visserijrechten, of de verkoop van hout. De onderhoudswerken van de waterlopen worden sowieso door de overheid terugbetaald. Kortom, die middeleeuwse belastingen konden voor eens en altijd opgedoekt worden.

HET PARLEMENT VAN DE POLDERS

Maar dit jaar werd het stelsel haastig weer ingevoerd, want ineens was de kas leeg. Het bleek dat de ontvanger-griffier voor miljoenen verduisterd had. Er loopt nog altijd een onderzoek om te achterhalen hoe hoog de fraude in de loop der jaren is opgelopen. “Van de provincie moeten wij het geld van de laatste vijf jaar terugvorderen, maar het is al veel langer bezig”, zucht de dijkgraaf, die zelf al een kwarteeuw in het Polderbestuur zit. Op de jaarlijkse Algemene Vergadering – het parlement van de polders – werd nu besloten om 500 frank per hectare te heffen en 250 frank per woning. Er zijn ruim vijftienduizend belastingplichtigen. Daarvan zijn er maar vierhonderd stemgerechtigd: alleen wie vijf hectaren poldergrond bezit, krijgt een stem in de Algemene Vergadering. Het “dijkgraafschap” is nog 12.000 hectaren groot – de grootste polder van België.

Na die voor de poldergemeenschap ruchtmakende ontwikkeling, kwam dan de zondvloed van vorige week. Terwijl de kas nog altijd leeg was, moesten wel tien pompen worden ingezet, waarvan sommige aan 100.000 frank per dag bij privé-firma’s moesten worden gehuurd. “De eerste oorzaak van die ellende is dat er een bres in de Watergang werd gegraven, zonder het Polderbestuur te verwittigen – zelfs geen telefoontje”, zegt de dijkgraaf verbitterd. “Er is een tijd geweest dat het belangrijker was om akkergewassen te redden dan huisraad, maar dat is natuurlijk voorbij. Wat ook een rol gespeeld heeft, is dat de milieugroepen de binnenoevers van de Watergang vol elshout en lisdodden geplant hebben, zodat de afvoer gestremd wordt. Een andere oorzaak ligt natuurlijk bij al die nieuwbouw, en dat dan nog op de laagste, drassigste gronden.”

Toegegeven, het waren uitzonderlijke regens, want ook de pluviometer van het Polderbestuur heeft nooit eerder zoveel water op één nacht te slikken gehad. Dijkgraaf Balliauw heeft het in zijn leven nooit zo erg geweten. Zelfs niet tijdens de stormvloed van 1953, toen in Nederland ruim 1800 doden vielen. “Toen brak de dijk van Pijp Tabak en stond het water in de dorpsstraten van Kallo en Doel. Koning Boudewijn kwam daar toen op bezoek. Maar in de polders stond in feite alleen Melselepolder blank. Nu was er een veel groter gebied overstroomd. Nu stonden in diezelfde Melselepolder de fruitbomen tot aan de takken onder water! Door de bres is ook veel afvalwater over de akkers gestroomd, want de Watergang wordt als een open riool gebruikt. De schade voor de boeren is enorm. Ik hoop dat zij ervoor vergoed worden, maar ik vrees ervoor.”

IK MOEST KORDAAT INGRIJPEN

Ook nadat burgemeester De Rudder donderdag het rampenplan weer afgeblazen had, bleef hij achter zijn omstreden beslissing staan: “In onze gemeente overstroomden 37 straten en 190 woningen. Ik moest de soldaten van de Genie in Burcht te hulp roepen om mensen kortstondig te evacueren en om de straten te ruimen. En de schoolkinderen moest ik door de brandweer naar huis laten brengen. Brandweer, politie en gemeentediensten hebben hier een ontzaglijk werk verricht. Ik blijf ervan overtuigd dat het zonder die bres nog erger was geweest. Het is juist dat ik het Polderbestuur niet om advies gevraagd heb, maar op zo’n crisismoment moet je niet over procedures redetwisten maar kordaat ingrijpen. Het beste lijkt mij dat we de nu overstroomde velden als een permanente potpolder zouden gebruiken. Wij willen een structurele oplossing.”

De opspuitingen en graafwerken voor de industrie hebben ook een slechte invloed op de afwatering van het gebied gehad, maar in normale tijden kan het Polderbestuur, dat over drie sterke pompgemalen beschikt, het water wel aan. “Zonder die pompen zou er nu in de hele polder een meter water staan”, zegt dijkgraaf Balliauw, die zelf met de andere bestuursleden dag en nacht gewerkt heeft. De ongeruste poldergemeenschap, die een sterke gebondenheid aan grond en erf heeft, belde de voorbije dagen massaal naar het Polderbestuur. De dijkgraaf en “gezworenen” ontvangen geen groot ereloon, maar het blijven prestigieuze functies. Wanneer een nieuw bestuur verkozen wordt, trekken de kandidaten van boer naar boer om hun “stemvolmacht” te vragen. En bij die verkiezingen kan zo’n overstroming een grote rol spelen.

Binnen een paar weken volgt de traditionele schouwing, wanneer de dijkgraaf en alle andere betrokkenen een rondrit door de polders maken om de waterlopen en dijken te inspecteren. “De politici maken nu weer goede voornemens om werk te maken van de waterbeheersing, maar binnen twee weken zijn ze alles weer vergeten. Zij kennen de macht en het gevaar van het water niet en zij hebben geen respect meer voor de polders.”

Chris De Stoop

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content