De discussie over de rol van Brussel en zijn relatie met Vlaanderen kwam de laatste twee jaar in een stroomversnelling. De publicatie van het Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderenin Europa speelde daarin een grote rol. Het belangwekkende manifest staat op naam van de denkgroep ‘In de Warande’. De groep huist in Brussel en verzamelt Vlaamse journalisten, bedrijfsleiders en academici die de hoop op een onafhankelijk Vlaanderen gemeen hebben. Het nut daarvan menen ze overvloedig te hebben aangetoond met paginagrote tabellen en grafieken. Alleen met Brussel weten ze geen raad. Dat wordt hen voortdurend door vriend en vijand onder de neus geschoven. Het stelt het ongeduld van de naar onafhankelijkheid verlangende Vlamingen zodanig op de proef dat ze voortaan openlijk en grondig van mening over Brussel verschillen.

De recente uitgave van het interessante boek Wat Met Brussel (Davidsfonds) is daarvan het treffende bewijs. In opdracht van de Vlaamse Volksbeweging (VVB) presenteerden tal van auteurs daarin hun ‘uitdagende perspectieven voor de hoofdstad’. De meest voortvarende onder hen is Frans Crols, die volgens waarnemers met zijn pleidooi om Brussel los te laten alleen maar blufpoker speelt. Zijn vlucht vooruit wordt in politieke kringen enkel door het Vlaams Belang ondersteund. Al wrikt ook Derk Jan Eppink, die de koppositie van de Europese Lijst Dedecker inneemt, Vlaanderen van Brussel los. Hij ziet de hoofdstad vooral ‘internationaliseren’, ‘verarmen’ en ‘islamiseren’. Eppink stelt voor Brussel een Europees statuut te verlenen, waarin de EU zich opstelt als partner in de grootstedelijke ontwikkeling.

Een eenzaat gelooft vooralsnog in de bereidheid van de doorgaans grondig verdeelde Europese Unie om het armlastige Brussel uit de nood te helpen. Het belang van de hoofdstad voor Vlaanderen is er voor de grote meerderheid van de Vlaamse politieke en economische elite niet minder om. Jan Van Doren toonde dat haarfijn aan in zijn rapport van 2007. Daarin vermeldt hij dat ‘het Brussels Hoofdstedelijk Gewest veruit het belangrijkste economische centrum van België en Vlaanderen blijft’. Het telt immers meer dan 1800 buitenlandse ondernemingen, goed voor 234.000 arbeidsplaatsen. Meer dan 250.000 Vlamingen komen elke werkdag vanuit Vlaanderen naar Brussel gependeld. De stad brengt 20 procent van bruto binnenlands product voort. De helft daarvan vloeit naar Vlaanderen en Wallonië terug. De Europese en internationale instellingen bieden 92.000 jobs. Het Europees Parlement ontvangt jaarlijks 300.000 bezoekers. In totaal vallen in Brussel zowat 650.000 arbeidsplaatsen te rapen. Ondertussen heeft Brussel als uitgesproken dienstencentrum Antwerpen doen verbleken.

Brussel is bovendien de vierde zakenstad van Europa en de vijftiende van de wereld. Het zakentoerisme alleen brengt jaarlijks naar schatting een omzet van vier miljard euro teweeg. En toch, zo stipt Van Doren aan, dreigt de natuurlijke rijkdom van Brussel op te drogen. De concurrentie van steden als Madrid en Barcelona loert vervaarlijk om de hoek. Precies daarom gelooft Van Doren in een doorgedreven samenwerking tussen Vlaanderen en Brussel. ‘Vergeet niet dat de invloed van de Nederlandstalige bedrijfsleiders in Brussel sterk is toegenomen. En het respect voor hen is er groot. Ik ga niet akkoord met het opslorpen van Brussel door Vlaanderen. Wel horen we het koppel Vlaanderen en Brussel internationaal bekend te maken. De Walen en de Franstalige Brusselaars deden dat ons al voor. Ook wij moeten ons van deze troef bewust worden. Recent werd het Flanders House in New York geopend. Waarom noemen we het niet Brussels-Flanders House?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content