Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

De conclusies van de Lumumbacommissie liggen nog niet vast. Maar nu al komt de rol van de toenmalige Katangese president Moïse Tshombe in het volle licht. De nabestaanden van Tshombe in België bepleiten zijn zaak.

Toen Moïse Tshombe op 17 januari 1961 het bericht kreeg dat het vliegtuig met de drie ‘pakjes’ aan boord in Elisabethville was neergestreken, was het eigenlijk al te laat. Want even later werden die pakjes, Patrice Lumumba, Maurice Mpolo en Joseph Okito, ‘geëlimineerd’.

Wat was de rol van Moïse Tshombe, president van Katanga, de provincie waar de moordpartij werd uitgevoerd? Een Congolees spreekwoord zegt: ‘Als je in een dorp uitwerpselen vindt, dan heeft de chef die daar gelegd.’ Het hoofd van de gemeenschap draagt altijd de verantwoordelijkheid.

Maar Marie (56), Chantal (39), Patricia (37), de drie dochters van de in 1969 overleden Tshombe, nemen vandaag de verdediging van hun vader op zich, bij monde van hun neef Joseph Tshombe (46).

Joseph Tshombe: Als de Katangezen het vliegtuig met Lumumba aan boord niet hebben teruggestuurd, is dat omdat ze geen andere beslissing konden nemen dan wat hen door de omstandigheden werd opgedrongen. Iedereen beweert nu dat Tshombe door de Belgen gemanipuleerd werd. Tegelijk vinden de Belgen dat zij in de moordzaak weinig of niets hebben georchestreerd. Wie draagt dan de verantwoordelijkheid? Tshombe. Hij is dus een marionet die alles dirigeerde. De werkelijkheid is even anders.

Vandaag vraagt iedereen zich af waarom Lumumba is vermoord. Maar sla er de pers van toen maar eens op na. Bladen als Pourquoi Pas? wonden er geen doekjes om. Het was duidelijk wat gedacht werd van de politieke acties van Lumumba. Een rechts blad als Europe Magazine liet geen twijfel bestaan. Het hele politieke klimaat, de politieke acties van België om zijn belangen te behouden, waren erop gericht Lumumba uit te schakelen.

De Belgen stellen dat de Katangese afscheuring er zonder België nooit zou zijn geweest. Maar hoe kunnen ze dan aanvaarden dat het land dat de koperstaat het meeste steun bood, niets deed om de moord te verhinderen? Het is overduidelijk: de Belgische regering heeft de rol gespeeld die met haar belangen overeenstemde.

Vooral Etienne Davignon weet erg veel over de moord op Lumumba, beweert onder meer Manu Ruys. Voor de onderzoekscommissie ontkende hij dat.

Tshombe: Davignon was lid van Mistebel, de machtige Mission Technique Belge in Katanga. Precies zoals diplomaat Robert Rotschild en Harold d’Aspremont Lynden (vanaf september 1960 minister van Afrikaanse Zaken in Brussel – nvdr.) waren zij de Belgische verbindingsmannen in Katanga. Mistebel was immers het contactpunt van de Belgen, die in Katanga geen officiële vertegenwoordiging hadden. Bijgevolg stonden de mensen van Mistebel voortdurend in contact met de Katangese regering en het ministerie van Afrikaanse Zaken in Brussel, dat hen instructies gaf. In het plan en de beslissing om Lumumba te elimineren, speelden Mistebel en Davignon een eersterangsrol. Dat is een publiek geheim.

Davignon was trouwens een tijdlang gevestigd in Brazzaville, waar radio Makala opereerde. En die had als taak de regering van Lumumba te destabiliseren.

De Belgen boden Katanga wel veel steun. Wat zowel de ene als de andere partij ten goede kwam.

Tshombe: België had zijn strategie aangepast. Een eenheidsstaat was het interessantst, doordat het land dan behalve het rijke Katanga de belangen in heel Congo kon controleren. Maar er was ‘het probleem Lumumba’. Met zijn cassante toespraak op de dag van de onafhankelijkheid had hij het vorstenhuis zwaar beledigd. België zou dus meer steunen op Katanga, dat op 11 juli 1960 zijn onafhankelijkheid had uitgeroepen. Zeker nadat de Congolese regering op 14 juli de diplomatieke betrekkingen met Brussel verbrak, omdat ze de Belgen van betrokkenheid bij de secessie verdacht. Katanga zou de uitvalsbasis zijn om de controle over heel Congo te heroveren.

Maar de houding van België was zeer ambigu. Er was de officiële politiek van de Belgische regering en er waren de Belgen in Katanga. Officieel weigerde België de onafhankelijkheid te erkennen, maar tegelijk stuurde het land gezanten die het Katangese beleid officieus ondersteunden. Bovendien was er een permanente vertegenwoordiging van Katanga in Brussel, die de taken van een ambassade uitvoerde. Maar de officiële erkenning die Katanga nodig had om ook door andere landen te kunnen worden erkend, kwam er niet. De Belgen spraken met een dubbele tong.

Betekende de afscheuring hoe dan ook een uitholling van de macht van Lumumba? Hij riep de hulp van de Verenigde Naties in.

Tshombe: Lumumba haalde de Verenigde naties naar Congo om er de orde te handhaven en een eind te maken aan de muiterij van het leger in Matadi. Maar algauw bleken de VN niet neutraal. De organisatie werd gefinancierd door de Verenigde Staten en voerde een Amerikaanse politiek, wat intern tot conflicten over de zaak-Lumumba leidde. Want de samenstelling van de VN-troepen weerspiegelde ook de wensen van de Congolese regering die de tussenkomst had gevraagd. Zo waren er Ghanezen van het regime van Kwame N’krumah, een bondgenoot van Lumumba. En die Ghanese troepen gedroegen zich op het terrein overeenkomstig de idealen van hun regering.

Ook in Katanga stelden de VN zich niet neutraal op. Toen secretaris-generaal Dag Hammarskjöld Elisabethville bezocht, maakte hij een buiging voor de Katangese vlag, wat betekende dat hij Katanga impliciet erkende. Zijn missie was nochtans te onderhandelen over een verzoening tussen Elisabethville en Leopoldville.

Met Mobutu kon Tshombe het kennelijk beter vinden. Volgens getuigenissen waren de twee het eens over de uitschakeling van Lumumba?

Tshombe: De feiten zelf wijzen uit dat er geen akkoord kan zijn geweest. Waarom een akkoord met Mobutu en niet met de Congolese president Kasa-Vubu? Bovendien, waarom moest er, als er een akkoord met Tshombe bestond, dan nog een telegram naar Albert Kalonji in Bakwanga worden gestuurd, met de boodschap dat hij de gevangenen mocht verwachten? Kalonji heeft geprotesteerd en gezegd dat hij alles zou doen om te verhinderen dat het vliegtuig zou landen. Volgens een andere versie waren het Ghanezen van de VN die wilden verhinderen dat het vliegtuig in Bakwanga zou neerstrijken. Trouwens, ook Tshombe bleef de overbrenging hardnekkig weigeren. Tot 17 januari bleef zijn antwoord negatief.

Als president kon hij de moord toch verhinderen?

Tshombe: Tshombe stond niet alleen. Voortdurend was er de tussenkomst van de niet-officiële regering, waarover toen niets kon worden gezegd. Wie die periode heeft meegemaakt, weet dat het onmogelijk is dat de machtige ex-kolonialen geen deel hadden aan die plannen. De druk op Katanga was zeer groot.

Bovendien komt Katanga aan het eind van het verhaal. Tal van getuigen bevestigen dat er vanaf 1960 moordplannen werden beraamd door de CIA, waarmee de Belgen verbonden waren. Plannen waar Katanga buiten stond. Wie Lumumba wilde elimineren, had hem al uit de macht ontzet. Wie hem weg wilde, had hem al gearresteerd. Pas wanneer ze beslisten om Lumumba naar Elisabethville over te brengen, werden de Katangezen betrokken partij.

Essentieel is de vraag wat de precieze rol van de president was. Voor Tshombe was het duidelijk: Lumumba was het alibi van Katanga. Dat Lumumba premier was in Congo rechtvaardigde de Katangese afscheuring. Want Lumumba kon de chaos niet de baas. Dat zei Tshombe ook tegen Etienne Ugeux, de vorig jaar overleden journalist van Le Soir, die op 17 januari samen met de president een film bekeek in Cinema Palace toen het vliegtuig met de gevangenen neerstreek. ‘Toen we het nieuws hoorden, zeiden we: dit is het einde van de secessie’, aldus Ugeux. ‘Ze terugsturen, leek ons de beste oplossing.’ Bovendien schaadde een politieke moord de geloofwaardigheid van Katanga, en werd de ambitie om internationaal erkend te worden erdoor gefnuikt.

Maar de gevangenen werden niet teruggestuurd, en de Katangese secessie hield nog twee jaar stand.

Tshombe: In januari 1963 werd de Katangese secessie opgeheven. Tshombe zou later naar Congo terugkeren, maar na de machtsgreep van Mobutu eind 1965, trok hij zich definitief in Spanje terug. Een visum voor België kreeg hij niet.

Anderhalf jaar later, in november 1967, zou Tshombe met de hulp van Mobutu naar Algerije ontvoerd worden.

Tshombe: In juni 1967 werd Tshombe in Spanje ontvoerd nadat hij ter dood veroordeeld was in Congo. Omdat hij volgens Mobutu een revolte van de vroegere Katangese gendarmes had opgezet. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat Mobutu en de CIA aan het plan meewerkten. Maar ook de Belgen moeten die plannen hebben gekend. De voorbereidingen vonden immers plaats in Brussel, waar het bedrijfje Sedefi was opgericht. Officieel een immobiliënkantoor dat op de Balearen opereerde. In werkelijkheid ging het om een Liechtensteinse firma die nauw aanleunde bij Wigmo, een mantelbedrijfje dat de CIA gebruikte om wapens aan Mobutu te leveren. Sedefi lokte Tshombe mee op zakenreis naar Ibiza. Het vliegtuig werd gekaapt en naar Algiers overgevlogen.

Ziet u gelijkenissen tussen de houding van de Belgische regering in de ontvoering van Tshombe en de moord op Lumumba?

Tshombe: In beide gevallen heeft België in de eerste plaats de diplomatieke relaties met Congo willen vrijwaren. De ambassade van Congo in Brussel had actief aan de ontvoering meegewerkt. Mobutu en de CIA werkten achter de schermen. Een degelijk gerechtelijk onderzoek naar de ware toedracht van de zaak werd in België nooit gevoerd. De zaak sleepte jarenlang aan en werd in 1977 definitief geklasseerd.

Toen in de jaren tachtig de ontvoerder, de Fransman Francis Bodenan, in Luik gevangen bleek te zitten voor een andere affaire, dienden we opnieuw een klacht in. Maar op datzelfde moment vroeg Spanje om zijn uitlevering in het onderzoek naar de ontvoering van de lijfwachten van Tshombe. Bodenan werd er tot twintig jaar cel veroordeeld, maar niet voor de ontvoering van Tshombe. En hij werd ook nooit door België zelf veroordeeld. De Congolezen hebben druk uitgeoefend en België volgde hen daarin.

Heeft Tshombe zelf ooit een verklaring geschreven over het einde van Lumumba?

Tshombe: In Algiers hebben de Algerijnse diensten hem meermaals over de dood van Lumumba ondervraagd. Tshombe zou ook notities op papier hebben gezet. De Algerijnen hebben die documenten echter nooit vrijgegeven.

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content