Dat de bommen op Afghanistan zouden neervallen, lag voor de hand. Een omvangrijke diplomatieke campagne maakte de weg vrij voor de militaire actie.

Toen begon in Afghanistan iets wat alle schijn van een standaardoperatie had, zoals die ook eerder in de Golfoorlog en in Kosovo te zien was, met massale precisiebombardementen. In een poging om enige goodwill bij de Afghaanse bevolking op te wekken, kwamen tegelijkertijd twee vrachttoestellen uit Duitsland vanop grote hoogte voedsel en medicijnen droppen. De militaire eerste fase richtte zich tegen commando- en communicatiecentra, radarposten, luchtverdedigingsinstallaties, elektriciteitscentrales en wat het Afghaanse Taliban-regime zoal nog aan met spuug en ijzerdraad samengehouden straaljagers over heeft.

Dat alles moet ervoor zorgen dat de Amerikanen _ en hun plaatselijke bondgenoten van de Noordelijke Alliantie _ op het terrein vrij spel krijgen. Misschien zullen de Taliban zwichten onder de militaire druk, al valt dat nog te bezien. Hoe dan ook zal de tweede fase van de operatie veruit de moeilijkste worden: opperterrorist Bin Laden opsporen en zijn al-Qaedanetwerk, schuilplaatsen en opleidingskampen inbegrepen, uitschakelen.

Zo’n bepaald onconventionele oorlog is nog nooit op die schaal gevoerd, en zeker is dat een kortstondig offensief niet zal volstaan om eens en voorgoed komaf te maken met de terroristische dreiging. Symptomatisch is alvast dat de Amerikaanse veiligheidsdiensten er ‘voor honderd procent’ zeker van zijn dat de aanval op Afghanistan nieuw terroristisch geweld in de VS zelf zal uitlokken.

NALEZEN OP DE WEBSITE

Het was de Britse premier Tony Blair die _ vorige week zondag op het congres van zijn Labourpartij in Brighton en de donderdag daarna in het parlement in Londen _ duidelijk maakte dat de schuldigen voor de terreur van 11 september wel degelijk bij Bin Laden en al-Qaeda te zoeken vielen en dat het Taliban-regime zich als hun feitelijke handlanger en medeplichtige gedroeg. Groot nieuws was dat niet echt, maar de stelligheid waarmee Blair kon verklaren dat het bewijsmateriaal hem had overtuigd, klonk geloofwaardiger dan de gelijkluidende Amerikaanse beweringen. En zo was het ook bedoeld.

Wie dat wou, kon het allemaal nog eens op Blairs website nalezen. Niet dat uit de meestal uit indirecte bewijzen ( circumstantial evidence) bestaande gegevens zoveel nieuws te vernemen viel. Maar we hoorden ook te begrijpen dat het materiaal dat door inlichtingendiensten wordt verzameld, nu eenmaal van een andere orde is dan de sluitende bewijzen die een aanklager bij een proces geacht wordt voor te leggen.

Hoe dan ook lagen de intenties ervan louter op het politieke vlak. Eens was aangetoond dat de terreur van New York en Washington vanuit het buitenland was georganiseerd, konden de VS aan militaire actie beginnen denken. Al meteen na de aanslagen keurde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) een resolutie goed dat Amerika’s recht op zelfverdediging erkende _ de aangevoerde bewijzen maakten het nu mogelijk om dat recht ook in de praktijk te brengen. De NAVO-partners hadden daarmee ook een sluitend argument om via het fameuze artikel 5 van het Noord-Atlantische charter hun belaagde bondgenoot te hulp te snellen. En tegenover de buitenwereld konden de VS ermee aantonen dat ze wel degelijk uit waren op gerechtigheid, niet op imperialistische avonturen.

Dat laatste argument zou vooral gelden voor Afghanistans buurlanden, die door de VS om bijstand was verzocht in hun alliantie tegen het terrorisme. Want die landen moesten Washington de toestemming geven om door hun luchtruim te vliegen en om gebruik te maken van hun militaire installaties. Niet dat die landen in de eerste plaats op veel formele bewijzen zaten te wachten. Het ging vooral om de manier waarop alles werd voorgesteld. De meeste van de regimes in kwestie, die niet zelden met inlands islam-extremisme af te rekenen hebben, realiseerden zich immers dat medewerking aan Amerikaanse aanvallen tegen een moslimbroedervolk slecht kon vallen bij de eigen publieke opinie. Maar wat hen vooral interesseerde, was wat er verder zoal voor hen in zat.

Het militaire bewind in Pakistan kon er al meteen een slaatje uit slaan. De VS lichtten de economische en militaire sancties die het land waren opgelegd nadat het in 1998 vijf kernproeven had uitgevoerd. De EU gooide er honderden miljoenen franken aan humanitaire hulp bovenop. Oezbekistan en Tadzjikistan kregen de belofte dat niet langer zou worden gezeurd over het autoritaire karakter van de lokale regimes. Rusland, nog een strategische partner in de regio, mocht erop rekenen dat niet meer zo zwaar zou worden getild aan de schendingen van de mensenrechten waaraan Moskou zich te buiten gaat in de strijd tegen de islam-separatisten in Tsjetsjenië. Toen de Russische president Vladimir Poetin midden vorige week voor consultatie bij onder andere de EU op officieel bezoek naar Brussel kwam, konden de Russen het zich permitteren om zelfs maar de geringste verwijzing naar Tsjetsjenië uit het slotcommuniqué te laten schrappen.

TEN KOSTE VAN ISRAËL

‘Oude sovjetgewoonten’, mopperde de westerse diplomatie over de plotse aarzelingen van de ex-Sovjetse Centraal-Aziatische republieken begin vorige week: eerst toezeggen, maar op het laatste moment weer aarzelen om toch maar het onderste uit de kan te kunnen halen. Niet alleen die landen lieten te elfder ure twijfels blijken. Ook Amerika’s trouwe bondgenoot Saudi-Arabië, waar het Amerikaanse leger over een omvangrijke commando-infrastructuur beschikt, verbood het gebruik van zijn bases voor aanvallen tegen Afghanistan, uit vrees voor ongenoegen bij de eigen bevolking. En zelfs het sultanaat Oman, vanouds een Brits en Amerikaans militair steunpunt in de Golf, stribbelde onverwacht tegen.

Volgens de Britse zondagskrant The Observer leidde dat alles ertoe dat een voor dinsdagavond geplande aanval, net drie weken na de aanslagen in de VS, moest worden afgeblazen. The New York Times meende maandag dan weer te weten dat de aanval volgens de geplande timing was uitgevoerd. In elk geval vertrokken begin vorige week, kort na elkaar, de Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld en de Britse premier Blair nog voor een diplomatiek blitzoffensief naar de balsturige bondgenoten.

Ondertussen bleef de boodschap echoën dat de strijd tegen het terrorisme niet met een religieuze oorlog tegen de islam mocht worden verward. En plots herinnerde Washington zich zelfs dat het eigenlijk altijd een grote voorstander is geweest van de vestiging van een autonome Palestijnse staat in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Wat dan weer de Israëlische premier Ariel Sharon in woede deed uitbarsten: het kon toch niet zijn dat de VS, voor Bin Laden, zoete broodjes gingen bakken met de Arabieren ten nadele van hun aloude bondgenoot Israël. Het was de druppel die de emmer had doen overlopen, want al meteen na 11 september had Washington blijk gegeven van een opvallende diplomatieke soepelheid. Het leidde er onder meer toe dat Israël plots onder een veel grotere Amerikaanse druk kwam te staan om, in de aanslepende intifada, telkens maar weer wapenbestanden met de Palestijnen te sluiten en rechtstreeks met hen te onderhandelen.

Washington doet er alles aan om, samen met het Verenigd Koninkrijk, de zaken strikt onder eigen controle te houden. Anders dan ten tijde van de Golfoorlog toen een derde land, Koeweit, het slachtoffer was geworden van een inbreuk op het internationaal recht, zijn het nu de VS zelf die zijn aangevallen. Er is dus geen sprake van de opbouw van een internationale coalitie, waarin ook troepen uit Arabische landen zouden worden opgenomen. Dit is een varkentje dat het Angelsaksische bondgenootschap zelf wil wassen. Eens de VN per resolutie het Amerikaanse recht op zelfverdediging hadden erkend, was voor deze organisatie dan ook geen rol meer weggelegd.

DE HOOGSTE BEDIENDE

Maar ook de EU krijgt nauwelijks enige erkenning. Nochtans waren de Europeanen niet gierig met hun blijken van solidariteit met het door de terreur getroffen Amerika. Maar over wat daaraan te doen valt, bestaan heel wat meningsverschillen. Europa onderhoudt nu eenmaal heel andere en vooral veel intensere relaties met de islamwereld dan Washington. Toen de aanval van vorige zondag op til was, mochten de staatshoofden en regeringsleiders van onder andere Mexico, Japan, Bahrein, Oman en vijf ex-sovjetrepublieken in Centraal-Azië een telefoontje uit Washington verwachten. Maar het was niet de politieke leider van de EU, de Belgische premier Guy Verhofstadt (VLD) dus, die van de ophanden zijnde actie op de hoogte werd gebracht, maar wel Javier Solana, secretaris-generaal van de EU en dus feitelijk slechts de hoogste bediende van de Unie. Zoals ook die andere functionaris, VN-secretaris-generaal Kofi Annan, telefonisch werd verzocht akte van het Amerikaanse voornemen te nemen.

De Amerikanen zijn het nu eenmaal niet gewend om met grote internationale organisaties om te gaan. Ze vrezen de interne verdeeldheid en het daaruit voortvloeiende gebrek aan slagvaardigheid, en vooral de traagheid _ niet zonder reden overigens. Wat Europa betreft, houden ze het dan ook het liefst bij bilaterale relaties met de afzonderlijke lidstaten, vooral de grote daaronder. En met name het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland sluiten zich in de feiten bij deze handelswijze aan.

Diezelfde instrumentele benadering komt tot uiting in de manier waarop de NAVO is gemobiliseerd. Daar waren de VS, op grond van artikel 5, nochtans met een uitgebreid boodschappenlijstje komen aanzetten, waarvan de details overigens geheim worden gehouden. Met dat lijstje _ dat, zo liet de Belgische minister van Defensie André Flahaut (PS) zich ontglippen, acht punten telt _ vragen de VS evenwel geen actieve inzet van NAVO-middelen in de campagne tegen Afghanistan. Het omvat wel het verzoek om Amerikaanse en NAVO-installaties in de lidstaten extra te beschermen, de vraag om militaire installaties en het luchtruim te mogen gebruiken en de inzet van militaire middelen die tevoren door de Amerikanen werden verzekerd, maar nu rond Afghanistan worden ingezet.

Zo zal onder meer een klein Belgisch flotielje (een fregat en twee mijnenvegers) naar de Middellandse Zee opstomen _ de dolfijnen zijn bij deze gewaarschuwd. Washington vraagt verder om het gebruik van AWACS-radarvliegtuigen van de NAVO _ niet in het Golfgebied, maar in Noord-Amerika, waar ze de taken moeten overnemen van soortgelijke Amerikaanse toestellen die nu een rol in Operatie Duurzame Vrijheid hebben gekregen.

Dat de campagne in Afghanistan zou beginnen, lag voor de hand. De vraag is evenwel of ze daar ook zal eindigen. Die discussie is in de VS nog niet beëindigd. Ter tafel ligt nog altijd het idee om in één moeite alle bronnen van extremistische en andere terreur weg te vegen. Dat zou de actie naar onder andere Irak, Syrië en zelfs de Palestijnse gebieden uitbreiden. En dan zou de actie die nu nog een campagne kan worden genoemd, wel eens akelig op een echte oorlog gaan lijken.

Marc Reynebeau

Plots herinnerde Washington zich dat het een voorstander is van een autonome Palestijnse staat in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever.

Eens de VN het Amerikaanse recht op zelfverdediging hadden erkend, was voor deze organisatie geen rol meer weggelegd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content