Is Henegouwen wérkelijk de vergeetput van België? Niet helemaal – en dat bedoelen we letterlijk. De noordkant van de provincie boert goed en schurkt zich steeds nadrukkelijker tegen Brussel aan. De ‘economische ruimte Wallonie-Bruxelles’ wordt daardoor steeds concreter.

Gérald Moortgat (Etterbeek, 1947) zit als enige liberaal in de voor de rest homogeen socialistische Bestendige Deputatie van de provincie Henegouwen. Hij dankt die gunst aan zijn aantal stemmen in het kanton Zinnik (Soignies), waar hij, dicht bij Brussel – en dit is niet zonder belang – een klein liberaal reservaat beheert in deze rode provincie. Op dezelfde manier mag de liberaal Richard Miller van burgemeester Elio Di Rupo als enige liberale schepen de PS-stad Bergen (Mons) mee besturen. De PS past deze tactiek wel meer toe: maak van je (potentiële) vijand je bondgenoot. Moortgat dankt zijn reputatie daarnaast vooral aan het feit dat hij in de Henegouwse Deputatie de man van de cijfertjes is. Hij stelt, met de steun van de machtige ontwikkelingsmaatschappij Hainaut Développement, de statistieken op. Dat doet hij al meer dan tien jaar, waarbij hij zijn jaarlijkse persconferentie houdt als een verstrooide professor – die weliswaar zijn zaken kent. De belangstelling van de pers is matig, en dat is onterecht: uit zijn cijfers blijkt immers dat het overwegend negatieve beeld van Henegouwen moet worden genuanceerd. Waar vind je elders in dit land een provincie waarin zowel de bevolking als het gemiddelde inkomen als de werkloosheid stijgt? En waaraan is die schijnbare tegenstrijdigheid te wijten?

Noord-zuidtegenstelling

Veel heeft te maken met Brussel, maar eerst de cijfers. Die slaan op de periode 1998-2008, dus tot de crisis toesloeg – waardoor Henegouwen al even erg werd getroffen als de rest van het land. De laatste maanden van 2009 lieten weer een verbetering zien, zodat de positieve lijn van 1998-2008 vermoedelijk opnieuw zal worden doorgetrokken.

Henegouwen blijft een belangrijke provincie, met 1.311.708 inwoners (op wachtlijsten ingeschreven vreemdelingen niet inbegrepen) per 1 november 2009. Tussen 1998 en 2008 nam de bevolking van Henegouwen met 1,3 procent toe. Dat lijkt niet veel, maar het betekent wel dat de negatieve tendens werd omgebogen: sinds 2006 blijven er meer Henegouwers in leven dan dat er sterven. 38 procent van de Walen woont in Henegouwen, of 12 procent van de totale bevolking van België. Op basis van demografische indicatoren zou de bevolking tegen 2050 meer dan 1,5 miljoen mannen en vrouwen tellen, of 14,5 procent meer dan nu.

Maar de toename van de bevolking (1998-2008) is zeer ongelijk, en hier wordt het interessant: de groei ligt helemaal in de op Brussel gerichte arrondissementen Ath (plus 5,5 procent) en Zinnik (plus 5,3 procent), terwijl de klassieke, centrale arrondissementen burgers verliezen: min 0,3 procent voor Charleroi, en min 0,1 procent voor Bergen (Mons). Doornik en Thuin kennen een matige groei (1,5 procent). Moeskroen volgt veeleer de trend van Bergen en Charleroi dan die van Ath en Zinnik.

Hetzelfde beeld komt tevoorschijn in het gemiddelde inkomen van de inwoners van deze provincie. In tien jaar tijd steeg het gemiddelde inkomen in Henegouwen met 7,7 procent, en dat is meer dan de gemiddelde groei van heel Wallonië én heel Vlaanderen, en 1,7 procent meer dan het rijksgemiddelde. De provincie is dus wel degelijk met een inhaalbeweging bezig, al blijft het gemiddelde inkomen met 21.739 euro het (voorlopig?) laagste van alle provincies in België. Maar opnieuw komt hier de tweedeling van de provincie om de hoek kijken. De inkomens in de arrondissementen Ath en Zinnik liggen ver boven het gemiddelde van de provincie, die in Charleroi en Bergen liggen daar (ver) onder.

Zo komen we bij de tewerkstellingsgraad en de werkloosheid. Opnieuw zien we hetzelfde beeld. De werkgelegenheid neemt toe in Ath (plus 11,81 procent), Zinnik (11,41 procent), en zelfs in Thuin (10,41 procent). Dat is meer dan de toename in Vlaanderen en in heel België, al moet je daarbij bedenken dat het totale volume aan arbeidsplaatsen in Vlaanderen nog altijd veel hoger ligt. Alleen zien we hier opnieuw dat Henegouwen aan een inhaalbeweging bezig is, tenminste in het noordelijke, op Brussel gerichte gedeelte van de provincie. De arrondissementen Charleroi en Bergen liggen onder de gemiddelden. Moeskroen wordt stilaan een rampgebied. Dat heeft alles te maken met het vertrek van de textielindustrie.

Natuurlijk zetten de werkloosheidscijfers alles op z’n kop: Bergen spant hier de kroon (23,9 procent), gevolgd door Charleroi (23,3 procent), Thuin (20), Ath (18,2), Zinnik en Doornik (17,6) en Moeskroen (16,6). De provincie staat op 21 procent, tegenover 17,6 procent voor Wallonië en 11,7 voor heel België.

Ook de investeringen zorgen voor heel opvallende cijfers: plus 26 procent voor Henegouwen, terwijl Wallonië in zijn geheel een groei kende van 10,5 procent (9,9 procent voor België). Dit alles betekent dat de Europese steun voor Henegouwen, en de elkaar opvolgende marshallplannen van de elkaar opvolgende Waalse regeringen voor resultaten hebben gezorgd.

Nieuwe inwoners

Moortgat ziet in de positieve cijfers voor de arrondissementen Ath en Zinnik in de eerste plaats een gevolg van de nabijheid van Brussel. Maar in zijn verhaal spelen ook de luchthaven van Charleroi en het daarnaast gelegen wetenschapspark Aéro- pôlis een belangrijke rol, al profiteert de stad Charleroi daar zelf niet van. ‘Ik vermoed dat de stijging van de bevolking en de stijging van de gemiddelde inkomens helemaal op de rekening mogen worden geschreven van jonge afgestudeerden uit Louvain-la-Neuve of de Université Libre de Bruxelles (ULB), die de nieuwe arbeidsplaatsen op de luchthaven en de nabijgelegen onderzoekscentra bezetten. Het gaat in de meeste gevallen om jobs voor hoogopgeleiden, niet voor gewezen of werkloze staalarbeiders’, meent Moortgat. Daarmee wordt verklaard dat in eenzelfde gebied zowel de werkloosheid als de gemiddelde inkomens kunnen stijgen.

In een tweede fase hebben de nieuwelingen de lage prijzen van het onroerend goed in Henegouwen ontdekt, en zijn zij zich daar gaan vestigen. Die nieuwe bewoners ‘integreren zich niet’, om een uitdrukking te gebruiken die men in de Vlaamse Rand rond Brussel graag in de mond neemt als het over nieuwe inwoners gaat – eurocraten of expats allerhande. Integratie heeft dus niet alleen met taal te maken. Dat leert ons deze ontwikkeling bij de bevolking van Henegouwen. Ook voor hun vrijetijdsbesteding of voor aankopen kijkt de nieuwe groep naar Brussel. Charleroi mist aantrekkingskracht, het meer aantrekkelijke Bergen (Mons) heeft dat wel, maar het blijft een provinciestad. Misschien kan de functie van Europese Culturele Hoofdstad in 2015 de aantrekkingskracht van Bergen doen toenemen.

Aan (dezelfde) tafel

Dit alles leidt naar een toenadering tussen Henegouwen en Brussel. En – rekening houdend met Waals-Brabant, dat al op Brussel is gericht – naar een toenadering tussen de twee aparte gewesten Wallonië en Brussel. Waals minister-president Rudy Demotte (PS) is zich daar ten zeerste van bewust. Hij vergaderde al als minister-president van de Franse Gemeenschapsregering in Brussel, waaraan dan vaak in één moeite ook de bijeenkomst van de Waalse regering wordt gekoppeld. De meeste ministers zitten immers in beide regeringen. Maar die Franse Gemeenschap heeft geen economische bevoegdheid. Vandaar dat Rudy Demotte het in zijn communicatie steeds meer heeft over ‘de economische ruimte Wallonie-Bruxelles’, en onder dit hoedje de Waalse en de Brusselse regeringen bij elkaar brengt. De zwakke Brusselse minister-president, Charles Picqué (PS), blijkt daar weinig tegen in te brengen. Op de achtergrond ziet PS-voorzitter Elio Di Rupo welwillend toe.

Want dit is natuurlijk niet alleen een economisch maar ook een politiek project. Rudy Demotte, van wie het initiatief uitgaat, heeft op de bijeenkomsten met zijn Brusselse collega ook al enkele keren Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) uitgenodigd. Maar die wil niet aan dezelfde tafel gaan zitten met Walen en Brusselaars.

Hij dwaalt. Als Vlaanderen vanwege de Vlaamse Rand niet wil weten van Brussel, dan zal Brussel uitdeinen naar het zuiden. De basis voor die toenadering werd gelegd, rond de luchthaven van Charleroi. Misschien – heel waarschijnlijk zelfs – is het einde van de winterslaap van Wallonië in zicht. Als daar straks de laatste mijnwerkers en het gros van de werkloze staalarbeiders uit de statistieken verdwenen zullen zijn, dan staat daar opnieuw een interessante partner klaar. Maar die is al benomen.

DOOR GUIDO FONTEYN / foto’s franky verdickt

De Europese steun voor Henegouwen en de opeenvolgende marshallplannen werpen vruchten af.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content