De roep om de banken op een of andere manier te doen betalen voor de crisis, klinkt steeds luider.

door Ewald Pironet

Zij die de grootste crisis in bijna honderd jaar hebben veroorzaakt, komen vandaag als grote overwinnaars te voorschijn: de bankiers. En ze gedragen zich er ook naar: onbeschaamd en arrogant.

Geld verdienen is voor de banken nog nooit zo makkelijk geweest. Iedereen weet dat spaarboekjes en termijnrekeningen nog nauwelijks iets opbrengen, maar wat moet je anders met je geld in deze onzekere tijden? De bank leent dat goedkoop verkregen spaargeld vervolgens uit aan particulieren en bedrijven. Maar de tarieven die de banken daarvoor aanrekenen, zijn niet gedaald. Zo schept een bank vandaag fluitend geld.

Er is nog een tweede manier waarop de banken met hun vingers in de neus geld binnenhalen. Ze krijgen geld van de Europese Centrale Bank tegen een interest van pakweg 1 procent. En wat doen de banken daarmee? Ze kopen overheidsobligaties aan een rentevoet van 3 tot 4 procent. ‘Het is manna dat uit de hemel valt’, schreef professor Paul De Grauwe (K.U.Leuven) onlangs.

De banken blijken niets geleerd te hebben uit hun kapitale fouten: hebzucht was en is hun leidmotief. Twee recente voorbeelden dicht bij huis. Een paar maanden geleden stond Dexia op de rand van de afgrond. Massale overheidshulp was nodig om de bank te redden. De topman verklaarde onlangs nog zeker een jaar overheidswaarborgen nodig te hebben, maar stelde toch meteen voor om een dividend uit te keren aan de historische aandeelhouders. Dat is de wereld op zijn kop: de aandeelhouders, met hun vertegenwoordigers in de raad van bestuur, zijn mee verantwoordelijk voor de val van Dexia. Zij zouden nu al weer beloond worden, eigenlijk met het geld dat de overheid in Dexia pompte?

Tweede voorbeeld: BNP Paribas had in het eerste halfjaar een potje van 1 miljard euro aangelegd om bonussen uit te betalen. Het illustreert dat bonussen nog steeds courante praktijk zijn in de financiële sector. De Belgische overheid, die sinds de verkoop van Fortis aan de Fransen bij BNP Paribas grootaandeelhouder is, gaf geen kik. De Franse president Nicolas Sarkozy greep wel in en zorgde ervoor dat die spaarpot gehalveerd werd.

Overal in de wereld liggen de voorbeelden voor het oprapen die aantonen dat de banken al lachend aanknopen bij hun oude cultuur van roekeloos beheer en buitensporige bonussen. Dat stuit steeds meer mensen tegen de borst. De roep om maatregelen zwelt aan. De voorzitter van de Britse financiële toezichthouder, Adair Turner, verklaarde: ‘Als je excessieve beloning wilt stoppen in een opgezwollen financiële sector, zul je de sector moeten inkrimpen of speciale belastingen heffen op de winst waarop beloningen zijn gebaseerd.’ Hij sloot zelfs ‘heffingen op financiële transacties, de Tobintaks’ niet uit. Paul De Grauwe verklaarde iets te zien in een systeem waarbij banken een premie betalen aan de overheid: ‘Ze zijn immers impliciet altijd verzekerd: als het misgaat, springt de overheid bij. Maar nu betalen ze alleen premie als er brand uitbreekt. Het zou logisch zijn als de premie doorloopt als de brand is geblust.’

Het wordt de hoogste tijd dat zij die de grootste crisis in bijna 100 jaar hebben veroorzaakt, daadwerkelijk financieel bijdragen tot het oplossen daarvan. En dat de bankiers zich gaan gedragen zoals het nu past: nederig, gedienstig en dankbaar voor de samenleving die hen gered heeft. Aangezien ze daar vanuit zichzelf niet toe in staat blijken, moeten de overheden ze daar nog maar eens een handje bij helpen.

Voor de banken valt het manna nu uit de hemel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content