Elke familie heeft een oom die niet op feestjes wordt uitgenodigd. Meestal een flamboyant personage, waarover de volwassenen besmuikt vertellen als de kinderen buiten spelen. Henri d’ Udekem d’Acoz is daar het prototype van.

Je vindt de leden van de familie d’Udekem overal. In raden van bestuur, naamloze vennootschappen, banken en huisvestingsmaatschappijen en in vrijwel alle adellijke families van België. Er zijn serieuze wetenschappers tussen en organisatoren van stripfestivals – met discrete steun van het Waalse Gewest. De familie levert al sinds het ontstaan van België schepenen en burgemeesters. Zowel aan de liberale als aan de katholieke partij.

En al is de beroemdste d’Udekem d’Acoz nog steeds Mathilde prinses van België, de meest kleurrijke is ongetwijfeld haar oom Henri (69), burgemeester van Poperinge, CD&V-provincieraadslid in West-Vlaanderen en advocaat bij de balie van Ieper. Ornitoloog en verstokt vrijgezel. Iemand die zoveel echtscheidingen heeft gepleit, trapt niet meer in de val van het huwelijk.

Henri verwierf nationale roem toen hij onmiddellijk na de verloving van zijn nicht Mathilde met kroonprins Filip het meest hilarische interview weg gaf dat de VRT ooit heeft uitgezonden. Half Vlaanderen zat op dat moment in de file naar huis, maar trok zich daar voor één keer niets van aan. Vanaf dat moment stond hij bekend als ‘Nonkel Henri’, een naam die hij zich zonder moeite laat aanleunen. Noblesse oblige, nietwaar?

De verbinding met de Coburgs legde hem geen windeieren. De hele familie ging trouwens een sport omhoog op de adellijke ladder. Baron Henri mocht zich voortaan graaf noemen.

Het neoclassicistische kasteeltje waar hij woont, werd samen met de twaalf hectare park prompt op de lijst van beschermde monumenten gezet. Henri begon, net als zijn ‘Couthof’ aan een tweede jeugd. Twijfelde hij voor de verloving of hij opnieuw kandidaat zou zijn voor gemeenteraad en provincie, daarna voelde hij zich verplicht. En sinds dat moment duikt hij overal op: in spelletjes voor BV’s, als gastspreker in Kamers van Koophandel, als estafetteloper bij de opening van een nieuwe atletiekpiste, bij de overstromingen in de Westhoek en als commentator bij de heuglijke gebeurtenissen binnen de koninklijke familie. Hij speelde met veel verve de rol van pater familias, ook al wist iedereen dat er van familie weinig te bespeuren viel.

De zwangerschap van de prinses vernam hij net als alle Belgen via een perscommuniqué. Geen probleem. Nonkel Henri voorspelde meteen de naam: Boudewijn voor een jongen, Elisabeth voor een meisje. Hij zou meteen ‘beginnen sparen voor een cadeautje voor de kleine’.

Alleen toen een journalist hem meedeelde dat de kleine geboren was, viel hij even uit zijn rol: ‘Wat zegt u? Haja, neen ik wist daar nog niets van. Ik zou wel willen feliciteren, maar ik weet niet hoe. Zeg maar dat nonkel Henri er eentje op zal drinken.’

Op dat moment wist iedereen in het land dat de d’Udekems helemaal geen hechte clan waren zoals Henri in de prille verlovingsdagen manmoedig stond te liegen. ‘We komen elk jaar in oktober bij elkaar om eens goed bij te praten. Waar? We hebben de keuze uit verschillende kastelen.’

D’UDEKEM VERSUS D’UDEKEM

Kastelen genoeg, maar van goed bijpraten is alleszins geen sprake. Sinds hun moeder in 1983 overleed, hebben de broers Henri en Raoul (67) ruzie met Patrick (66), de vader van Mathilde. Patrick, in 1958 uitgeweken naar Wallonië, wil namelijk de zestig hectare bossen die tot de erfenis behoren, verdelen. De twee anderen willen dat alles bij het oude blijft. Een botsing van opvattingen die al twintig jaar op alle fronten uitgevochten wordt.

Midden in de Belgische vrolijkheid na de verloving van Mathilde diende voor de vrederechter van Poperinge de zaak d’Udekem versus d’Udekem.

Broer Patrick had in Proven, een deelgemeente van Poperinge, een vervallen huisje gekocht voor een van zijn dochters. Probleem was wel dat burgemeester Henri dat huisje onbewoonbaar verklaarde en zich meteen verzette tegen het doortrekken van elektriciteit en water naar dat huisje.

Een keer die hindernis overwonnen, stelde broer Henri in de gemeenteraad zijn veto tegen de aanleg van een weg door zijn domein. Daarmee was het huisje zelfs niet bereikbaar. Voor de vrederechter kwam alles in orde, al is het opvallend dat het huisje nog steeds niet is opgeknapt. Geen bouwvergunning.

Ook politiek lopen er scheidslijnen. Henri en Raoul zijn allebei christen-democraat, Patrick is na een ruzie overgewaaid naar de Franstalige liberalen. Het moet gezegd dat burgemeester Henri een coalitie leidt met de liberalen, maar verder bijzonder scherp is voor enkele genante démarches van zijn partij. Toen de VLD-senatoren Jean-Marie Dedecker en Vincent Van Quickenborne de afschaffing eisten van het koninklijke recht mensen in de adelstand te verheffen, vond Henri dat ‘ronduit idioot’. Terecht. Hij is voorzitter van de Raad van de Adel en die zoekt de gegadigden voor de jaarlijkse titelregen bij elkaar. De adel is, tenminste volgens nonkel Henri, de fine fleur van het Belgische volk en het cement van België. Hij kan het weten want zijn familiegeschiedenis (waar hij overigens niets van af weet) gaat terug tot de vroege Middeleeuwen.

Maar waarom ondertekende burgemeester Henri dan in 1998 het manifest van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen dat Vlaamse autonomie eist? De mensen vragen hem zo vaak om handtekeningen en die geeft hij gul. Eventjes verstrooid en dan is een handtekening zo gezet.

Henri d’Udekem is wel vaker verstrooid. Zo bleef hij zitten toen de gemeenteraad een plan besprak om op zijn landbouwgronden een bedrijf toe te laten dat diepvriesgroenten zou verwerken. Een klacht van de oppositie hield alles tegen. En dus verloor Poperinge, door de schuld van de socialisten, de kans op een schitterend bedrijf. Want met het hopmuseum en het huis van Dirk Frimout alleen kan een gemeente het niet doen.

Maar wie zat daar achter als we broer Raoul mogen geloven? Patrick, die ‘heel België optrommelde om te verhinderen dat Henri burgemeester werd’. Gelukkig weten de kiezers beter: de man is sinds 1960 bijna onafgebroken burgemeester van Proven en Poperinge.

Het laatste stuk feodaal België, zeggen zijn tegenstanders. De mensen durven niet anders dan voor hem te stemmen. Een populair man, zeggen zijn aanhangers, volks maar toch duidelijk van adel.

Blijkbaar gelooft de CD&V die laatsten, want Henri d’Udekem kwam op de senaatslijst. ‘Ik was altijd burgemeester en provincieraadslid. Nu wil ik wel eens wetten maken’, legt hij uit. Is zeventig niet wat oud? ‘Senioren hebben ook rechten’, maakt de graaf duidelijk.

Broer Patrick gooide alweer roet in het eten. Die kwam zeggen dat Henri daardoor de koninklijke familie binnen de partijpolitiek duwde. ‘Pure jaloezie’ wist Henri. Maar een heer van stand laat het gestook van een simpele baron, broer of niet, niet aan zijn hart komen. Tenslotte is zijn wapenspreuk ‘Bello et jure senesco’, ik word oud in oorlog en recht.

Misjoe Verleyen

‘Nonkel Henri’ is volks, maar toch duidelijk van adel, zeggen zijn aanhangers.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content