Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

De Schotse schrijfster J.K. Rowling werd met boeken over een tovenaarsleerling onmetelijk rijk. Het zesde deel in de reeks is nu al een bestseller zonder weerga.

Zaterdag, om één na middernacht begint ze eraan. Dan leest Joanne Kathleen Rowling, Jo voor de vrienden, voor uit Harry Potter and the Half-Blood Prince, het zesde en normaal gezien voorlaatste deel uit de populaire jeugdreeks. Vanaf dan, maar geen moment vroeger, is het boek te koop in de Britse boekenwinkels, die voor de gelegenheid de hele nacht openblijven. Men verwacht een ware stormloop: in eerste oplage drukte Bloomsbury Publishing 10,8 miljoen exemplaren, wat werkelijk onvergelijkbaar is met eender welk ander fictiewerk. Een klein deel van die eerste druk zal vanaf zaterdag ook in België te koop zijn, in de oorspronkelijke Engelse versie. De Nederlandse vertaling wordt verwacht in november.

Het is allemaal snel gegaan voor Rowling. Tien jaar geleden zat de licentiate Frans financieel volkomen aan de grond. Ze was haar man gevolgd naar Portugal, kreeg daar ook een dochter, maar het huwelijk spatte uit elkaar en Rowling keerde depressief terug naar het Verenigd Koninkrijk. In haar koffer had ze enkele verhaaltjes over een jonge tovenaar zitten, gewoon bedacht op de trein. Ze zwoer dat ze één roman rond haar jonge held, een zekere Harry Potter, zou afwerken. Vorige pogingen om een boek neer te pennen werden door Rowling steevast afgebroken, omdat ze het resultaat beneden alle peil vond. Met die Harry Potter lukte het dus wel. Maar het eerste Potter-boek werd door alle grote uitgeverijen geweigerd. Een kapitale vergissing die doet denken aan Dick Rowe, de man die ooit de Beatles afwees. Nigel Newton, de manager van Bloomsbury, zal blij zijn dat hij niet als een nieuwe Dick Rowe de geschiedenis ingaat, maar veel heeft het anders niet gescheeld. Newton geloofde niet dat kinderen Rowlings complexe taalgebruik en verhaalwendingen zouden kunnen smaken, en dat volwassenen zich in de sprookjesachtige setting zouden kunnen inleven, leek hem helemaal onmogelijk. De uitgever had het project eigenlijk al begraven, tot hij, per toeval, zijn achtjarige dochtertje Alice een hoofdstuk van het manuscript gaf.

Het kind verslond de tekst in een recordtijd en eiste dat papa haar de rest van het verhaal zou bezorgen. ‘Dit is zoveel beter dan alles wat ik eerder al las!’, schreeuwde jonge Alice haar vader toe. Weifelend waagde Newton dan toch maar de gok en publiceerde in juni 1997 Harry Potter and the Philosopher’s Stone, een boek dat Rowling op café bijeen had geschreven: in haar krappe flat was het namelijk te benauwd voor inspiratie. Het gevolg is bekend: Rowling bracht ondertussen vijf boeken uit waarvan de verkoopcijfers telkens maar aanzwollen, en waaruit Hollywood nu al drie hoogst succesvolle films puurde. De alleenstaande moeder die hoopte met haar verhaaltjes genoeg geld bijeen te schrapen voor haar en haar jonge dochtertje werd een megaster. Over geld hoeft Rowling zich echt geen zorgen meer te maken. Vorig jaar dook de Schotse schrijfster, die op 31 juli veertig wordt (een verjaardag die ze overigens met haar fictieheld deelt), in de Forbes-lijst van dollarmiljonairs. Met een geschat nettovermogen van één miljard dollar overtreft ze tegenwoordig zelfs de Queen, die het met slechts 600 miljoen dollar moet stellen.

Het magische recept van Rowlings succes laat zich niet zomaar analyseren. De Schotse staat garant voor doorwerkte plotlijnen, ontwapenende humor, en put slim uit bestaande elementen uit de fantasyliteratuur en de mythologie. Allemaal prijzenswaardige eigenschappen, al kan moeilijk volgehouden worden dat Rowling het genre van de jeugdfantasy werkelijk heruitvindt. Gelijkaardige elementen zijn bijvoorbeeld te vinden in klassiekers als Chronicles of Narnia van C.S. Lewis, Michael Ende’s The Neverending Story, of zelfs in het werk van J.R.R. Tolkien. Vanwaar dan toch het allesovertreffende succes van Harry Potter? Enerzijds is de jonge tovenaar natuurlijk een hype, en een hype voedt zichzelf wanneer er een clevere marketingmachine achterzit. Anderzijds is het feit dat Rowling haar saga van in het begin opvatte als een cyclus, een afgerond verhaal dat pas na zeven boeken zijn volledige waarheid prijsgeeft, zeker een sleutel tot haar succes. Er zitten soapachtige elementen in Harry’s tragische verhaal, en die laten de lezer steeds snakken naar meer.

Gekke fans

Momenteel breken de echte Potter-fans zich het hoofd over wie nu die ‘Half-Blood Prince’ is uit de titel van het nieuwe boek? Harry en zijn aartsvijand Voldemort zijn het niet, liet Rowling weten. Maar voor de rest houdt ze de lippen stijf op elkaar. Tot wanhoop van de fans; er zijn naar verluidt al meerdere pogingen tot inbraak geweest in het dorpje Burgay in Suffolk, waar het nieuwe boek gedrukt wordt. Twee goudzoekers konden zelfs een proefdruk stelen, en boden het sensatieblad The Sun een exclusieve eerste blik op het ongepubliceerde boek. De politie kreeg lucht van de transactie en kon ze op het laatste moment verijdelen. Er vielen zelfs schoten. Harry Potter mag dan wel een jeugdboek zijn, vele mensen nemen het bloedserieus.

Soms is het werkelijk beangstigend hoezeer de hardnekkige fans – die overigens vaak een stuk ouder zijn dan de richtleeftijd voor de jeugdboeken – opgaan in de reeks. In het vorige boek introduceerde Rowling voor het eerst de dood in haar verhaal: Harry’s peetoom Sirius stierf in een tovenaarsduel. De Harry Potter-gemeenschap stond op haar kop: er werden rouwdiensten georganiseerd, petities om het personage weer levend te maken, en tot vandaag bestaat er een harde kern fans die botweg ontkennen dat de passage in het boek bestaat. Meer gematigden weigeren te geloven dat Sirius echt dood is. Voor de gekke fans worden het bange dagen, want in The Half-Blood Prince gaan nog personages sterven, bevestigde Rowling op haar website. Volgens de bookmakers is schoolhoofd Albus Dumbledore, Perkamentus genaamd in de Nederlandse versie, torenhoog favoriet. Maar leraar Hagrid en zelfs Harry zelf worden niet kansloos geacht.

‘Gewoon werk zoeken’

J.K. Rowling zal er nu wel om kunnen lachen dat de uitgever haar bij de publicatie van het eerste boek aanraadde ’toch maar gewoon werk te zoeken’. Dat was voor de avonturen van de jonge tovenaar in 62 verschillende talen vertaald werden, en voor men wereldwijd een verbijsterende 270 miljoen Harry Potter-boeken kon verkopen. En dan tellen we er de 750.000 bestelde exemplaren van het zesde boek, ook een absoluut record, niet eens bij. Maar de hype rond haar jonge tovenaar blijkt voor Rowling een zware last om dragen. ‘Na boek zeven is het definitief voorbij, nooit maak ik dan nog een Harry Potter’, liet ze al weten. De van nature schuwe Rowling is niet gemaakt voor voortdurende media-aandacht en schermt zichzelf zo veel mogelijk af. Ook dat is een opmerkelijk verschil met bijvoorbeeld vijf jaar geleden. Toen beschikte iedere Britse krantenredactie over haar thuisnummer, te bellen bij voorkeur wanneer dochter Jessica in bed lag. Nu is de Schotse schrijfster zo onbereikbaar dat ze haast mythische proporties begint aan te nemen. Dat moet ook wel, de mediahype die de volgende Potter zal begeleiden, wordt ongetwijfeld weer verstikkend.

Waarschijnlijk is dat nog klein bier vergeleken met de hysterie die over enkele jaren zal uitbreken, wanneer Rowling het laatste, voorlopig nog naamloze deel van de reeks op de wereld loslaat. Naar verluidt is het allerlaatste hoofdstuk van de Potter-saga overigens al geschreven. Het bevindt zich in een bankkluis in Edinburgh, de precieze locatie is een streng bewaard geheim. n

Jef Van Baelen

Met een geschat nettovermogen van één miljard dollar overtreft Rowling zelfs de ‘Queen’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content