Piet Piryns
Piet Piryns Piet Piryns is redacteur bij Knack.

Het was even geleden dat die goeie ouwe battle of the sexes nog eens een fraai neologisme had opgeleverd. Van Gerrit Komrij herinneren we ons ‘de onwelriekende gleuvenbrigade’, zijn koosnaampje voor de feministische voorhoede in de jaren zeventig. Het glazen plafond, waar vrouwen op weg naar de top altijd hun hoofd tegen stoten, dat kennen we intussen ook. En ritsen, dat gaan we zoveel mogelijk doen bij de volgende verkiezingen.

Maar onthanen? Die kenden we nog niet. In Nederland maakt het concept sinds vorige week opgang. Toen de voormalige voorzitter van de Tweede Kamer Jeltje van Nieuwenhoven begin oktober gevraagd werd waarom ze zich als vrouw geen kandidaat stelde voor het leiderschap van haar partij, zei ze: ‘Er is geen sprake van dat ik mij niet kan vermannen. Dat kan ik wel, maar ik wil het niet.’ Ze is intussen tot andere gedachten gekomen. Jeltje van Nieuwen- hoven is beschikbaar voor het lijsttrek- kerschap van de PvdA op voorwaarde dat haar partijgenoten ‘onthanen’.

Maar betekent onthaning ook ontmanning?

De gedachte dat vrouwen ánders aan politiek doen dan mannen is niet nieuw. Diplomatischer, realistischer, met meer zin voor overleg, minder leugenachtig. Mannelijke ministers die ontslag nemen zetten een stap opzij. Vrouwelijke ministers volgen hun geweten. Of ze zeggen, zoals de Britse minister van Onderwijs Estelle Morris vorige week deed: ‘Ik ben niet goed genoeg voor mijn functie.’ Op de BBC werd haar ontslag ’typisch vrouwelijk’ genoemd.

Zou het? Was de manier waarop Magda Aelvoet haar tranen zat te verbijten toen ze van het Agalev-congres een minutenlange ovatie kreeg typisch vrouwelijk? Denk dan aan Bert Anciaux. Zijn vrouwen de zachte krachten in de samenleving en zijn vrouwelijke machthebbers dus vredelievender dan hun mannelijke collega’s? Denk dan aan Margaret Thatcher of Golda Meir.

Jeltje van Nieuwenhoven bedoelde iets anders. Haantjesgedrag komt – althans in de politiek – zowel bij mannen als bij vrouwen voor, haastte ze zich te zeggen. Onthaning betekent voor haar dat ‘politici niet te beroerd mogen zijn om toe te geven dat ze iets niet goed hebben gezien. Het is heel normaal om op eerder ingenomen standpunten terug te komen. Gezichtsverlies moet uit het woordenboek van iedere politicus worden geschrapt’.

Na de onthaasting de onthaning dus. Een nobele gedachte. Maar de vraag blijft natuurlijk wat Pim Fortuyn dáárvan zou hebben gedacht.

Piet Piryns

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content