Voor velen is er geen twijfel mogelijk: Hamas heeft de verkiezingen gewonnen dankzij de corruptie van Fatah. Wat deed de internationale donorgemeenschap om die corruptie te helpen indammen?

Op 6 februari 2006 maakte de Palestijnse procureur-generaal, Ahmed Al-Meghani, bekend dat er minstens 700 miljoen dollar uit de schatkist van de Palestijnse Autoriteit gestolen is. Bankrekeningen werden bevroren en goederen werden in beslag genomen. Meer dan twintig verdachten werden gearresteerd en tegen een vijftal anderen loopt een internationaal aanhoudingsbevel. Namen werden tot dusver niet vrijgegeven. Maar zeker één viceminister wordt ervan verdacht ruim 100.000 dollar verduisterd te hebben. En volgens bepaalde bronnen is er tegen twee ministers belastend materiaal ingediend.

Een doordeweeks onderzoek is dit niet: vijftig dossiers van financiële en administratieve corruptie moeten de komende maanden worden uitgespit. De waslijst van aanklachten is ellenlang. Hooggeplaatste invloedrijke figuren hebben geld van het Palestijnse bestuur op hun persoonlijke rekeningen gestort, in Palestina en daarbuiten. Er zijn landerijen aangekocht in het noorden van de Westelijke Jordaanoever die alleen bestaan op papier. 4 miljoen dollar van de Palestijnse Autoriteit en 2 miljoen dollar Italiaans donorgeld gingen naar de bouw van een fictieve pijpleidingenfabriek – ook dié bestond alleen op papier.

Het Palestine Media Center noemt nóg meer zaken: er verdween 20 miljoen dollar bij de Palestijnse Televisie Autoriteit. Er werd geknoeid met steunfondsen voor Palestijnse studenten en voor een kindertheater. Er lopen aanklachten tegen de Palestijnse Petroleum Autoriteit. Ook de Arabische krant in Londen Al-Quds Al-Arabi mag een bezoek verwachten van het parket. En er zou een dossier geopend zijn tegen het cementbedrijf dat materiaal aanleverde voor de bouw van de Muur.

Opvallend is de timing van de bekendmaking. Waarom is een gigantisch dossier als dit niet eerder uitgelekt? ‘Als we het in december naar buiten hadden gebracht, zou het als pure verkiezingspropaganda zijn afgedaan’, vond president Mahmoud Abbas, die het onderzoek nochtans zelf bevolen had om eens en voorgoed de corruptie bij de wortels aan te pakken. Nu was het een geschenk uit de hemel voor Hamas. ‘Dit dossier openen en alle corrupte functionarissen vervolgen en straffen, wordt een van onze topprioriteiten’, reageerde een Hamas-woordvoerder toen het nieuws werd bekendgemaakt. Een niet-ondenkbare reactie. Zuiverheid in geldzaken, propere handen, is in elk geval iets waar Hamas op zal worden afgerekend.

Was de corruptie onder Fatah dan zó groot? De Franse krant Le Figaro stelt het wel bijzonder scherp: ‘De Palestijnse functionarissen konden dankzij studiebureaus die op Cyprus gevestigd zijn, gebruikmaken van het manna van de internationale gemeenschap om wapenhandel te financieren.’ Hoe ze te werk gingen? De krant beschrijft de klassieke corruptiecarrousels. De directe corruptie: functionarissen strijken premies op waarover ze rechtstreeks onderhandelen met het frauderende bedrijf. Zo kreeg een van de belangrijkste ministers een commissie van 10 procent op een contract van 5 miljoen dollar (500.000 dollar). Het was de Wereldbank die dit project van waterbeheer financierde in de streek van Bethlehem. ‘Overfactureren’ is een tweede mogelijkheid. Dat gebeurde naar verluidt herhaaldelijk voor watervoorzieningsprojecten. Opdrachten vertragen ten slotte is een derde piste. Nog steeds volgens Le Figaro zou België op die manier 5 miljoen dollar te veel betaald hebben voor een elektrificatieproject op de Westelijke Jordaanoever. De Palestijnse politici overtuigden de Belgen dat het project door de moeilijke politieke situatie vertraging had opgelopen en dus in prijs verdubbeld was. België, dat ‘politiek correct’ wilde blijven, slikte het verhaal en betaalde de factuur.

Het extra geld dat met die mechanismen verzameld werd, werd niet cash uitbetaald. Het werd witgewassen door studiebureaus die niets anders doen dan valse facturen uitschrijven voor zogenaamd ‘lobbywerk’. Volgens Le Figaro telkens voor een bedrag van een paar tienduizend tot een paar honderdduizend dollar, per vals contract.

De onderzoekers van OLAF, de Europese antifraudedienst, moeten wel al maanden kromgebogen zitten over dit soort van corruptiedossiers? ‘Het onderzoek naar het gebruik van Europese steun voor de financiering van gewapende aanslagen of andere onwettige activiteiten hebben we vorig jaar in maart afgesloten’, zegt de woordvoerder. ‘Bovendien moeten we er voor alle duidelijkheid aan toevoegen, dat het aandeel van de Europese fondsen in het Palestijns budget relatief beperkt is, en in die zin slechts een onderdeel kan zijn van het genoemde bedrag dat gestolen is.’ Maar hij bevestigt wel dat de zaak op de voet wordt gevolgd. In de wandelgangen luidt het trouwens dat men nieuwe informatie verwacht, zodra Hamas de stal verder uitmest. Dan dreigt een reeks nieuwe lijken uit de kast te vallen. In elk geval heeft OLAF nu al onderzoek uitgevoerd naar offshorebedrijven. En die bevinden zich niet op Cyprus. Het gaat in dit onderzoek om nog andere van die bedrijven.

DOVEMANSOREN

De corruptie in de Palestijnse gebieden is een zaak van jaren. De Palestijnen zélf hadden de dynamiek van corruptie al in 1997, en zelfs ook vroeger al, aangekaart. Maar hun klachten vielen in dovemansoren. ‘Dat de focus nu toch op de corruptie kwam te liggen, was enerzijds een gevolg van het Amerikaans beleid van democratisering in de regio. Transparantie werd vooral ook belangrijk met de lancering van de Routekaart in 2003. Er werd vanaf dan een politiek van equidistantie gevoerd. Als Israël aangesproken kon worden op het schenden van het internationale recht, konden de Palestijnen voortaan op hun corruptie gewezen worden’, zegt Brigitte Herremans van Pax Christi en Broederlijk Delen.

Het was in die periode dat de Israëli’s de donorlanden, onder meer de Europese Unie, erop wezen dat ze vermoedelijk meewerkten aan de financiering van het Palestijnse terrorisme. Israël beschikte naar eigen zeggen over aanwijzingen dat het Palestijns bestuur geld bezorgde aan terroristen, en zelfs terroristen op zijn loonlijst telde. Concreet zou Yasser Arafat geld geschonken hebben aan de families van de martelaren en aan terroristische activiteiten. En Fatah, de grootste partij, zou de Al-Aqsa Martelarenbrigade sponsoren.

Toen volgden onderzoeken in het Europees Parlement en bij OLAF. Beide vonden ‘indicaties’ voor corruptie en eventueel misbruik van het geld. OLAF stootte zelfs op een geldtransfer van 238 miljoen dollar naar Zwitserse bankrekeningen, zonder dat de internationale donorgemeenschap daar iets van weet. Maar aangezien de overdracht gebeurde tussen 1997 en begin 2000 ging het niet om Europees geld. De eerste storting van de Europese Commissie in het kader van de Special Cash Facility vond immers pas plaats in november 2000. OLAF ontdekte wel nog minstens één rekening in Tunis. De Palestijnse Autoriteit kon tot dusver noch de oorsprong noch de eigenaar ervan aanwijzen.

De onderzoekers van OLAF trokken herhaaldelijk naar Israël en de Palestijnse gebieden. Ze praatten met Palestijnen in Israëlische gevangenissen, en onderzochten tonnen materiaal. Maar de bewijzen zijn ‘niet afdoend’, besliste OLAF. ‘Het valt niet uit te sluiten dat bepaalde sommen geld verkeerd gebruikt zijn. Maar dat komt omdat de interne en de externe auditcapaciteit van het Palestijns bestuur nog té weinig ontwikkeld is.’ Ondertussen circuleren wel documenten waaruit blijkt dat Arafat de opdracht gaf om geld over te maken aan vermeende Fatah-militanten voor in totaal 39.000 dollar. Voor één opdracht, ter waarde van 17.500 dollar, kon zelfs bewezen worden dat het geld ook effectief werd betaald. Maar of het daarbij gaat om Europese fondsen kan onmogelijk worden aangetoond.

RADICALE CENTENTELLER

Voor sommige Europarlementariërs is het zonneklaar: de corruptie loopt de spuigaten uit en Europa onderneemt niets. Toch hebben de Europese Commissie en, in de eerste plaats, de Palestijnen zelf al heel wat ondernomen om de corruptie in te dammen. Eén man, Salam Fayyad, de ‘radicale cententeller’ en voormalig vertegenwoordiger van het IMF voor Gaza en de Westelijke Jordaanoever, speelde een ware voortrekkersrol. Als econoom met een Texaanse vorming was hij een outsider van het Palestijnse politieke establishment. Maar als minister van Financiën, drukte hij vanaf juni 2002 zijn stempel op het beleid. Hij slaagde erin het patronagesysteem van Arafat gedeeltelijk op te doeken. Hij zette de begroting op het internet en centraliseerde alle inkomsten. En om de controle van de uitgaven te verzekeren, zette hij in samenwerking met de Europese Commissie een auditsysteem op met auditeurs die ter plekke werden opgeleid. En met opdrachten voor Ernst & Young, afdeling Ramallah.

Zijn meest opvallende ingreep was misschien nog wel de digitalisering van de lonen. Duizenden ambtenaren verplichtte hij hun loon voortaan op een rekening te ontvangen. Anno 2003 werden 53.000 veiligheidschefs nog steeds cash uitbetaald. Niet uit een beurs of een grote portemonnee – met het geld werd gezeuld in plastic zakken. Een deel ging trouwens nog naar ‘spookwerknemers’ en kwam dus mogelijk terecht in de handen van diegenen die de veiligheidsdiensten precies moesten bestrijden.

EMBRYO VAN DE STAAT

Fayyad stapte in november 2005 op om aan de verkiezingen deel te nemen. En zijn werk was niet af. Onlangs nog bleek dat de Palestijnse Autoriteit een hele reeks extra ambtenaren had aangeworven die helemaal niet nodig waren. Onder meer om die reden besliste de Wereldbank in overleg met de donoren, waaronder de Europese Unie, om de storting van november 2005 in het trustfund te halveren. De Wereldbank betaalde dus slechts 35 miljoen euro. De resterende helft houdt ze ook vandaag nog steeds achter in afwachting van verdergaande hervormingen.

In de loop van haar korte bestaan is de Palestijnse Autoriteit er niet in geslaagd om legitimiteit op te bouwen. Al vrij kort na haar oprichting in 1994 werd ze door corruptie aangevreten, die zich almaar verder zou uitbreiden. Bovendien waren de economische omstandigheden er als gevolg van de bezetting bijzonder zwaar. Als uitvloeisel van de Oslo-akkoorden was de Palestijnse Autoriteit het embryo voor de nieuwe Palestijnse staat. Maar eigenlijk was ze gedoemd om te mislukken. Brigitte Herremans: ‘Ze had geen soevereiniteit. Ze was niet meer dan een schijnregering, opgericht als partner – als een soort evenknie – in de vredesgesprekken met Israël. Haar voornaamste functie was dan ook niet zozeer tegemoet te komen aan de noden van de bevolking, maar op te treden als een soort politieagent. De Europese Unie heeft hier nooit garanties ingebouwd en heeft de Palestijnse Autoriteit laten aanmodderen, tot de intifada uitbarstte.’ Toen schortte Israël de douane- en belastingtransfers op en maakte het de Palestijnse Autoriteit zeer moeilijk. In 2002 was ze failliet. De jongste twee jaar bedraagt het tekort om en bij de 800 miljoen euro.

Bovendien was haar rol helemaal uitgehold. Ze was verworden tot een administratieve instelling. ‘Het enige wat de Palestijnse Autoriteit nog kon doen, was de administratie van de bevolking verzorgen’, zegt Anne Le More, onderzoekster aan de Universiteit van Oxford. En, vooral, ‘er werd van haar verwacht dat ze een veilige situatie zou creëren voor Israël’.

De financiële steun van de donorlanden had aan dat alles niet veel kunnen verhelpen. De hulp die Europa in de crisissituatie tijdens de tweede intifada in 2000 had toegekend, had als het ware zelfs een omgekeerd effect. ‘Door de crisis voor te stellen als een noodsituatie, werd ze gedepolitiseerd’, zegt Anne Le More. ‘Het Israëlisch-Palestijns conflict werd op die manier genormaliseerd en gestabiliseerd. De hulp fungeerde als een rookgordijn om politiek niet te moeten ingrijpen.’

Vandaag staat de financiële steun aan de Palestijnse Autoriteit opnieuw bovenaan op de agenda. Dit keer luidt de vraag van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken, die daarover op 27 februari vergaderd hebben, of ze nog wel rechtstreekse steun zouden verlenen aan een regering die door een terroristische organisatie wordt geleid. Israël heeft zijn maandelijkse transfers van 50 miljoen dollar aan douane- en tolgelden vanaf 1 maart alvast opgeschort.

‘Die beslissing is op zijn minst betwistbaar’, vond de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht vorige week tijdens de bevoegde Kamercommissie. Volgens De Gucht moet in elk geval de humanitaire financiering blijven bestaan. Hij suggereerde dat Palestina bij een eventuele drooglegging door de internationale gemeenschap wel alternatieve bronnen zou weten aan te boren. Iran, dat zegt Israël van de kaart te willen vegen, liet bijvoorbeeld al weten Hamas zeker te zullen steunen. ‘Aangezien de goddelijke rijkdommen oneindig zijn, moet Hamas zich geen zorgen maken over geld’, zegde president Mahmoud Ahmadinejad geruststellend.

Toch zou Hamas wel eens in de problemen kunnen komen, als de Europese Unie en de Verenigde Staten – naast Israël – écht de geldkraan dichtdraaien. De lonen van ambtenaren, veiligheidschefs, leraars en verplegers zullen dan niet langer betaald kunnen worden. En het netwerk van ziekenhuizen en scholen van Hamas is nog té zwak om dat probleem op te vangen.

‘Om de Palestijnse Autoriteit te blijven steunen, vraagt de Europese Unie dat Hamas het bestaansrecht van Israël erkent en de wapens neerlegt. De Europese Unie moet voorwaarden stellen, maar haar eisen moeten realistisch zijn, als ze de Palestijnse Autoriteit daadwerkelijk wil steunen’, zegt Brigitte Herremans van Pax Christi en Broederlijk Delen. ‘De leiders van Hamas moeten op hun werk in de regering worden afgerekend. Door zich in te schrijven in het politieke proces, zijn ze verplicht Israëls bestaansrecht te aanvaarden en in te stemmen met de Oslo-akkoorden en de Palestijnse basiswet als wetgevend kader. Als ze dit weigeren, dan ontnemen ze de Palestijnse Autoriteit haar legitimiteit. En dan kan de Europese Unie maatregelen treffen.’

Anne Le More, ‘Killing with kindness: funding the demise of a palestinian State’, International affairs, oktober 2005.Bron: Europese Commissie

INGRID VAN DAELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content