Met dat Vermoeden van Goldman zijn wij nog niet klaar. Niet zodra hadden wij hier enkele weken geleden uitgelegd hoe wij op eenvoudige wijze een miljoen dollar hadden verdiend, of daar dwarrelden de lezersbrieven al neer op het hoofd van Misjoe Verleyen, onze chef-post.

De eerste was van Joël De Ceulaer, die bereid is met veel te laten spotten, maar niet met zijn artikels over matematica. ‘Uw redacteur is een dwaas en een onwetende’, luidde de aanhef van zijn brief die hij ondertekende met Roland Maerivoet uit Aalst. ‘Eén is namelijk geen priemgetal. Twee wel, drie ook, maar één niet. Uw bewijs houdt dan ook geen seconde stand, en is slechts de uiting van een ontstellend gebrek aan verstand.’

Voor wie niet weet waarover het gaat, herhalen wij dat Joël in een interview met professor Ian Stewart, van de Warwick University, achteloos had laten vallen dat een Amerikaanse uitgeverij een miljoen dollar betaalt aan wie het Vermoeden van Goldman bewijst. Dat luidt: elk even getal groter dan twee is de som van twee priemgetallen. Waarna wij als voorbeeld hadden gegeven: vier is één plus drie, zes is één plus vijf, enzovoort.

‘Fout,’ aldus Joël, ‘want één wordt niet aanvaard als priemgetal. Zes is niet de som van de priemgetallen één en vijf, maar van de priemgetallen drie en drie.’

Nu willen wij, op onze beurt, veel over onze kant laten gaan, maar niet alles. En dus stuurden wij Joël het volgende mailtje terug: ‘Waarde vriend, uw probleem is inderdaad zes. Het bevestigt wat ik al vreesde: gij beperkt u tot de softe versie van het Vermoeden. Goldman voor mietjes. De hardcore-versie, welke wordt aangekleefd door ware wiskundigen, stelt dat elk even getal groter dan twee de som is van twee VERSCHILLENDE priemgetallen. En dan zit gij met zes in de penarie indien ge één niet als priemgetal beschouwt.’

Hierna werd de toon wat bitser, want als het om principes gaat, lachen wij er niet mee. ‘Wat is, althans indien we ons neerleggen bij officiële bronnen, een priemgetal? Een priemgetal is een getal dat alleen maar deelbaar is door één en door zichzelf. Eén beantwoordt volledig aan deze definitie en niemand komt het recht toe dit mooie getal en cijfer op basis van een arbitraire beslissing uit de categorie der priemgetallen te sluiten. Zeker professor Stewart niet. De Warwick University haalt trouwens de kwaliteitsnormen niet die in de Verklaring van Bologna worden geëist.’

Ook de sfeer op de redactie werd een beetje gespannen. Want door zelf wereldkundig te maken dat één geen priemgetal zou zijn, en dat ons bewijs dus niet klopte, torpedeerde Joël het miljoen dollar waarop wij met zijn allen zo ongeduldig zaten te wachten. Met een boze grimas om de lippen zetten de meeste chefs zich van lieverlee opnieuw aan het rekenen om een alternatief bewijs ineen te flansen.

Tot onze chef-economie, wiens reputatie als econoom weer eens op het spel stond, zich opwierp als de natuurlijke leider en, in het besef dat vragen stellen gemakkelijker is dan ze beantwoorden, overschakelde op een andere methode. Hij besloot te doen alsof hij het zelf allemaal al wist, maar het ons proefondervindelijk wou doen ontdekken. En dus pikte hij links en rechts lukraak een slachtoffer uit dat hij voor de hele groep in verlegenheid bracht. ‘Zeg gij ne keer Sus,’ sprak hij vriendelijk maar vals tot onze chef-buitenland, ‘geldt het Vermoeden ook voor het getal vierhonderd zesenzeventig? En zo ja, van welke twee priemgetallen is dat dan de som?’

Tracht dit zelf op te lossen, beste lezer, en u zal begrijpen dat onze chef-buitenland slechts de punten van zijn schoenen restten om naar te staren. Onze chef-economie joeg de brand in een nieuwe sigaar, leunde vergenoegd achterover en zuchtte: ‘Goed, ik zal het wat simpeler maken. Van welke twee priemgetallen is twaalf de som?’ Er viel opnieuw een stilte, en terwijl de rookwolken boven Despiegelaere een steeds hautainere vorm begonnen aan te nemen, waagde onze chef-cultuur zijn kans: ‘Negen en drie!’

Onze chef-economie veerde opmerkelijk snel uit zijn stoel op, en trok met kracht aan het oor van onze totaal verraste chef-cultuur: ‘Is negen een priemgetal misschien? Negen is niet alleen deelbaar door één en zichzelf, maar ook door drie en vijf. Typisch voor mensen van de cultuur. Geen enkel besef voor de juiste maat en de juiste verhoudingen. Ik herhaal mijn vraag: van welke twee priemgetallen is twaalf de som?’

Onze chef-wetenschappen had intussen tijd gekregen om snel enkele hoofdbewerkingen te maken, en was zeker van zijn stuk: ‘Vijf plus zeven, Guido.’ Despiegelaere knikte met een mengeling van verwondering, spot en tevredenheid. ‘Juist, twaalf is de som van vijf plus zeven. Van welke twee priemgetallen is twaalfduizend dan de som ?’

Dat was een makkie en onze chef-boeken liet zich niet pramen: ‘Van vijfduizend en zevenduizend.’ Reynebeau besefte eerst niet in welke val hij was getrapt, maar Despiegelaere had de armen al vertwijfeld in de lucht geworpen: ‘Maar nee, stomkop. Vijfduizend en zevenduizend zijn toch geen priemgetallen. Ze zijn om te beginnen deelbaar door twee en vier. En dus ook door acht.’

Die ‘stomkop’ stak, en onze chef-boeken wenste hem niet goedschiks te laten passeren. Hij haalde uit met een rechtse directe en sloeg, wellicht zonder het te bedoelen, een brandende sigaar dwars door de keel van onze chef-economie. Een ander was het fataal geworden, maar Guido Despiegelaere is eerste bugel in fanfare De Eendracht uit Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek. Hij is het gewend om vanuit het middenrif te blazen. Dat redde hem het leven, maar tegelijkertijd spuwde hij wel een nog steeds brandende sigaar in het gelaat van onze chef-boeken. Die achtte artikel 5 hiermee van kracht, en stormde met de kop vooruit op de vijand af.

Stilaan groeit de overtuiging dat onze chef-Wetstraat er al bij al het dichtst bij was met zijn: ‘Elk even getal groter dan twee is de som van twee priemgetallen omdat ik het zeg.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content