Een broze waarheid, de nieuwe John Le Carré (82), leest als een sleutelroman bij de zaak-Snowden. Een gesprek met de Britse schrijver en ex-geheim agent.

Is Edward Snowden een held of een verrader? Iemand die ons leven veiliger heeft gemaakt, of iemand die onbedoeld de terroristen van Al-Qaeda helpt?

John Le Carré: Vooreerst even: goed gedaan, jongeman! Snowden nam een beslissing die voor hem erg moeilijk moet zijn geweest, en die zijn verdere leven bepaalt. Hij heeft wetten overtreden en zijn werkgever verraden, om een veel zwaarwichtiger wetsovertreding van de NSA te onthullen. Ik wou dat hij daarvoor een medaille ontving of zijn vrijheid terugkreeg.

Dat zal niet gebeuren.

Le Carré: Dat klopt. Ik denk niet dat hij in Poetins Rusland in veiligheid is, en ik acht het hoogst onwaarschijnlijk dat hij ergens anders asiel krijgt.

Sommigen beweren dat hij niets riskeerde als hij zich aan de Amerikaanse klokkenluiderswet had gehouden en zich tot zijn oversten had gewend.

Le Carré: Volslagen onzin. Alleen al uit principe kan een geheime dienst klokkenluiders niet straffeloos laten gaan. Dus, meneer Snowden, maakt u zich geen illusies. U zult vervolgd worden en ooit weleens tegen de lamp lopen, want u hebt een doodzonde begaan: u deed de Amerikaanse regering en Corporate America eruitzien als een stel idioten. En die denken: daarvoor is de doodstraf nog te mild.

Was u verrast door de omvang van het NSA-programma, tot het afluisteren van de Duitse bondskanselier toe?

Le Carré: Ik wist hoe stofzuigerachtig de Amerikanen alles afschrapen. Maar ik begrijp niet wat dat moet opleveren, de kosten van het analyseren staan niet in verhouding tot het resultaat. En natuurlijk is het illegaal. De Amerikanen lijken bereid te zijn om al hun hard bevochten vrijheden op te geven. We leven in buitengewone tijden en wat me nog het meest verwondert, is hoe rustig we al die vreselijke dingen opnemen, dat tweederangsniveau van onze politieke leiding in het Westen, die derderangscontrole die onze parlementariërs uitvoeren.

Tekent er zich geen verandering in het denken af? In de VS groeit de kritiek bij de bevolking, die in de NSA een bedreiging ziet. In Duitsland eisen enkele politici en heel wat bekende Duitsers asiel voor Snowden.

Le Carré: In mijn vaderland blijft de opwinding over de hele affaire erg beperkt. Met uitzondering van TheGuardian doet de hele pers er het zwijgen toe, de BBC ook. Er zijn geen publieke debatten over inbreuken door de geheime diensten.

In plaats daarvan zijn er onverhulde dreigementen van de premier aan het adres van journalisten. Hoe verklaart u dat?

Le Carré: Voor een deel door het bijna mythische karakter dat de Secret Service bij ons heeft. Er bestaat een onheilige alliantie tussen de Britse geheime diensten en het publiek. En het heeft ook te maken met de nauwe historische vervlechting en compliciteit met de VS. We hebben voor de Amerikanen vaak het vuile werk opgeknapt, – bijvoorbeeld de inlichtingen voor de in 1953 door de CIA bewerkte val van de verkozen minister-president Mossadegh in Iran – iets wat wij verdrongen hebben, maar wat geen Perziër ooit zal vergeten. Wij waren leermeesters van de CIA en de NSA. En nu hebben we diensten die tot monsters verworden zijn: te groot, te machtig om nog doeltreffend gecontroleerd te kunnen worden.

Dan verraste het u als voormalig geheim agent van Hare Majesteit niet dat ook de Britten vanuit hun ambassade in Berlijn Duitse politici bespioneerden?

Le Carré: Het heeft me alleszins verrast hoe onhandig ze daarbij optreden. En natuurlijk is het belachelijk wanneer al die miljoenen afluistergevallen verantwoord worden met de strijd tegen het terrorisme. Nee, ze luisteren af omdat ze het kunnen. En ze krijgen nooit genoeg. Ieder is bij voorbaat een verdachte.

© Der Spiegel

‘U deed de Amerikaanse regering en Corporate America eruitzien als een stel idioten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content