Wie de kracht van religie niet begrijpt, vindt Tony Blair, weet niet waar het vandaag in de wereld om draait.

‘W e don’t do God.’ Met die sneer kapte woordvoerder en spindoctor Alastair Campbell ooit een interview met Tony Blair af, toen de verslaggever naar het religieuze gevoel van de toenmalige Britse premier peilde.Terwijl de vraag niet verkeerd was gesteld: Blair stond bekend als een gelovig man. Hij bekeerde zich na zijn premierschap tot de rooms-katholieke kerk.

In een bijdrage in het weekblad The New Statesman is Blair dat verhaal niet vergeten. Hij wou toen niet de indruk wekken dat hij zich moreel superieur voelde, schrijft hij. En bovendien: de oppositie spint vaak garen bij dit soort ontboezemingen. Hij zou het nu anders aanpakken: ‘De politicus die de kracht van religie niet begrijpt, beseft ook niet waar het in de moderne wereld om draait.’

Dat komt, gelooft Tony Blair, omdat de globalisering mensen na de val van het communisme wel schijnbaar dichter bij elkaar bracht, maar tegelijk veel onzekerheid creëerde. Op zoek naar houvast is religie een factor die mensen bindt. Die band kan zorgen voor begrip, maar hij kan mensen ook tegen elkaar opzetten. Blair gelooft dat religie in deze eeuw de rol overnam van de ideologie in de 20e eeuw.

Dat is merkwaardig genoeg dezelfde conclusie die Fareed Zakaria trekt uit het werk van de onlangs overleden Amerikaanse politiek wetenschapper Samuel Huntington. De hoofdredacteur van Newsweek International keek in een hommage terug op het werk van Huntington, en dan vooral op zijn beroemde essay The Clash of Civilisations. De belangrijkste boodschap van Huntington is, volgens Zakaria, dat religie na de val van het communisme de tak zou kunnen zijn waaraan mensen zich vastklampen die op zoek zijn naar identiteit. Huntington schreef zijn essay in 1993. De naam van Osama Bin Laden lag de internationale politiek toen nog niet in de mond bestorven.

Blijft de vraag wat Blair precies voor ogen staat. Hij denkt wellicht niet in de eerste plaats aan George W. Bush, die ooit zei dat hij Irak had aangevallen omdat God hem had ingefluisterd om dat te doen. Er kan redelijkerwijs worden van uitgegaan dat hij ook geen voorstander is van het invoeren van de islamitische wet, of van maatregelen die de gelijkheid van man en vrouw met voeten treden. Hij kan het ook niet eens zijn met paus Benedictus XVI, die op reis in Afrika beweert dat het gebruik van condooms de verspreiding van aids inde hand werkt.

Blair weet uit eigen ervaring dat het Westen de neiging heeft om de bindende kracht van religie in de samenleving te onderschatten. Fareed Zakaria gelooft, bijvoorbeeld, dat de mislukkingen in Irak en Afghanistan onder meer een gevolg zijn van de poging om in die landen zonder discussie een seculiere democratie te installeren. ‘We gingen er voetstoots van uit dat die mensen dat ook willen.’

We leerden het voorbije decennium de dodelijke en intolerante kant van religie kennen. Daartegenover staat de kant die opkomt voor verdraagzaamheid en verzoening. Tony Blair heeft gelijk dat zeker politieke leiders altijd met een open blik moeten kijken. Of ze zelf geloven of niet.

door Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content