Een Belgische ngo exporteert de hoeksteen van onze gezondheidszorg naar Nicaragua. Dat lijkt nog te lukken ook.

Zeneyda Zeledon heeft deze morgen haar man buitengewerkt, haar paasbeste jurk aangetrokken, haar laatste maquillagedoosje aangesproken, de vier kinderen netjes gewassen en is dan met hen, drie kilometer verderop, naar het schooltje van San José getrokken, zo’n honderd kilometer van Managua. Het klaslokaal is een donker, aandoenlijk aangekleed hok, waar een enthousiaste juf de kindertjes een Spaanse versie van Aap, Mies, Noot bijbrengt. Buiten, tussen de bananenbomen door, schijnt de zon en scharrelen de varkens. Zeneyda is uit overtuiging naar de bijeenkomst van de Mutua del Campo gekomen. Zij vindt het ziekenfonds een van de mooiste dingen die haar de jongste jaren zijn overkomen.

“Mijn man is boekhouder op een koffieplantage en heeft een maagzweer. Na de revolutie van de sandinisten kreeg hij zijn geneesmiddelen gratis. Toen de revolutionairen waren weggestemd, werden die medicijnen alsmaar duurder. Hij ging naar een medische post vijftien kilometer van het bedrijf vandaan en naar een regeringsdokter. Die schreef dan een medicament voor. Maar ofwel had de apotheker in Matagalpa, dat is de grootste stad hier in de buurt, het medicament niet, ofwel was de prijs weer opgeslagen. Op het laatst vroeg hij er 50 cordoba voor en dat was voor ons bijna een heel weekloon.”

Zeneyda is niet rijk maar wel slim en ze zaagde haar man zolang aan zijn kop tot hij zich aansloot bij de Mutua del Campo. Nu betaalt haar gezin tien cordoba (veertig frank) per maand aan het nieuwe ziekenfonds. De raadplegingen en geneesmiddelen zijn sindsdien gratis. “Een maagzweer gaat niet weg, zeggen de dokters, die komt altijd terug. Ze zeggen ook: Wij kunnen dat niet opereren. Dus heb ik tegen mijn man gezegd: Hoelang kunnen wij dat blijven betalen? Daarom gingen wij naar de Mutua. Eigenlijk ook een beetje voor de kinderen. Zij hebben dikwijls darminfecties. Ik denk dat wij niet gezond genoeg eten. Vóór wij bij de Mutua waren, konden wij met hen niet naar de dokter gaan, dat kostte te veel.”

Naast de tien cordoba per maand van de Zeledons legt de plantage-eigenaar ook nog eens tien cordoba als patronale bijdrage. Voor het gezin is dat geen onoverkomelijke uitgave. “Het is ongeveer evenveel als een landarbeider per dag verdient. Erg is wel dat bijvoorbeeld een alleenstaande moeder dat niet kan betalen. Maar mijn man en ik zeggen: Dit is voor ons een eerlijke prijs.”

DE PRESIDENT BRENGT PEK EN VEREN

De jongste jaren gaat Nicaragua met verbijsterende hardnekkigheid opnieuw de weg op van bananenrepubliek. Vorig jaar bestond de vice-president het om hoogstpersoonlijk de eerste McDonald’s-vestiging te openen met de historische woorden: “Dit betekent voor ons land de sprong van het stenen tijdperk naar de moderne tijd.” En president Arnoldo Aleman, in een vroeger leven een middelmatige advocaat, wuift vragen naar de aangroei van zijn persoonlijk fortuin – 5000 procent in amper drie jaar – weg met “Ik heb een neus voor goeie investeringen”. Wie met die verklaring geen genoegen neemt, zoals de voorzitter van het Rekenhof, wordt met pek en veren Managua uitgedragen. Intussen kan 66 procent van de volwassen Nicaraguanen lezen noch schrijven. Van de kinderen sterven er bijna zeven op honderd en ruim de helft van de bevolking moet het doen met een inkomen van minder dan één dollar per dag.

Uitgerekend hier zette de Belgische niet-gouvernementele organisatie Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking (FOS) de Mutua del Campo op, een project voor ziekteverzekering. Een van de grote sponsors is de Federatie van Socialistische Mutualiteiten. Zegt Guy Peeters, de secretaris-generaal van de koepel: “Dit is de 19de eeuw van bij ons. Alleen voor ambtenaren bestaat er een rudimentaire sociale zekerheid. Voor de rest: niks. De overheid laat het compleet afweten. Zelfs als links hier weer aan de macht zou komen, zal dat weinig veranderen. Dan zullen het IMF en de Wereldbank de wet voorschrijven. Daarom steunen wij dit project. Het gaat hier om een echt ziekenfonds met een stukje bijdrage van de werkgever en een stukje van de werknemer. Volgens ons is dit het enige valabele alternatief omdat de overheid het niet kan of wil.”

De Mutua del Campo is niet als losstaand initiatief uitgebouwd. Het FOS sprak er de vakbonden in de koffieprovincie voor aan. Zij kennen de problemen, vormen aanspreekpunten binnen de bedrijven en hebben die ondernemingen zelfs gedeeltelijk onder controle. “Toen de sandinisten aan de macht kwamen, kregen wij hier koffieplantages in zelfbeheer”, legt Carlos Alvarado uit, de lokale projectbegeleider van het FOS. “Wij zijn in die bedrijven gestart met onze Mutua. Daarna zijn we aan de privé-bedrijven begonnen. Het gaat om een soort collectieve overeenkomst: de eigenaar sluit zich aan en betaalt de tien cordoba voor elk van zijn werknemers. De eerste eigenaars overtuigen, kostte verschrikkelijk veel moeite. Nu zijn er zelfs regelmatig ondernemers die uit eigen beweging naar ons komen want hun arbeiders klagen. Waarom krijgen onze collega’s van het bedrijf hiernaast wel een verzekering en wij niet?”

Sinds een goed jaar zit de Mutua op kruissnelheid en er zijn nu zo’n 1300 verzekerde gezinnen. De leden van het ziekenfonds werken haast allemaal op de plantages die een collectieve overeenkomst afsloten. Toch kunnen ook individuele leden zich laten verzekeren; zij betalen dan wel de werknemers- en werkgeversbijdrage van twee keer 10 cordoba uit eigen zak. Individuele aansluitingen zijn veeleer zeldzaam. Te duur, maar bovendien rekenen Nicaraguanen in penibele omstandigheden op het paternalisme van hun baas, op de barmhartigheid van de kerk of op de steun van de familie.

HET ZIEKENFONDS IS GEEN ARMENBOND

Er zit duidelijk groei in de Mutua del Campo. Door mond-tot-mondreclame, maar ook door het “onwaarschijnlijke en afschuwelijke voorschrijfgedrag van artsen” (Peeters). Het gros van de huisartsen werkt in overheidsdienst en schrijft patiënten gewoon de pillen voor die zij op de universiteit leerden kennen. Dat die niet leverbaar zijn of onbetaalbaar, het raakt hun kouwe kleren niet. In het parallelle circuit van privé-gezondheidszorg zorgt het prijskaartje voor een onoverkomelijke drempel. Een gewone raadpleging kost snel 7 tot 12 daglonen, een specialist doet het niet voor minder dan 15 daglonen.

De Mutua heeft daarom een eigen netwerk opgezet. De koffieprovincie is ingedeeld in zones en – voorlopig – in vier ervan kwam er een medische post. Bedoeling is dat deze provincie over enkele jaren werkt als uitvalsbasis naar andere gewesten. Vanuit de vier medische posten organiseren artsen en verpleegkundigen raadplegingen en verdelen zij geneesmiddelen. Daarmee zit hun werk er niet op. Zij zorgen voor zuiver drinkwater op de boerderijen uit hun zone, crèches, latrines, geven lessen in gezondheidszorg, laten ratten verdelgen of sproeien tegen ongedierte. Gezondheid, ziekte, zelfs dood, het blijft in deze gebieden vooral een kwestie van preventie. Hoewel, sommige rampen zijn niet te voorzien. Zoals de orkaan Mitch die ook nog eens malaria, cholera en andere plagen meebracht.

Het systeem slaat volgens Carlos Alvarado stilaan aan. Guy Peeters spreekt van een “merkwaardig knap project dat sneller loopt dan verwacht of gehoopt”. De Mutua del Campo slaagt erin alsmaar méér mensen van het nut van een verzekering te overtuigen en daarbij geven de vrouwen dikwijls de doorslag. Zij willen betaalbare gezondheidszorg voor hun kinderen. Alvarado: “Wij vragen onze leden een stuk inkomen af te geven en dat ligt soms heel moeilijk. Hoe halen wij hen over de streep? Met drie argumenten: gezondheid betekent investeren in je eigen toekomst, de verzekering geldt voor het hele gezin en vergeet de privé-artsen en -ziekenhuizen maar, want die zijn niet te betalen.”

Alvarado, die ooit nog het uniform van de sandinista’s droeg en in Moskou is geschoold, drukt erop dat “zijn” ziekenfonds geen armenbond vormt. Een alternatief systeem opzetten voor gezondheidszorg voor iedereen is gewoon onbetaalbaar. Spijtig, zegt de Mutua-man, maar dit is nu eenmaal Nicaragua. De bijdrage van tien cordoba per maand volstaat niet eens om de reële medische uitgaven voor alle gezinsleden van een aangeslotene te dekken. Laat staan daarnaast nog eens één of twee families zonder inkomen.

NIET ZIEK, NIET NAAR DE DOKTER

De tien cordoba was in het begin van de Mutua een echt strijdpunt. Maar volgens Alvarado gaat het niet alleen om geld, ook om het principe. “Op termijn moet dit project zelfbedruipend werken. Wij gaan niet met onze handen open blijven staan, vandaar de tien cordoba. Maar wij zagen in het verleden ook dat gratis geneeskunde de mensen soms passief maakt. Je kan de bijdrage dan ook beschouwen als een soort aansporing, een engagement.” Binnen afzienbare tijd wil de Mutua del Campo naast de tien cordoba van de werknemers er twintig van de werkgevers. Met een input van dertig in plaats van de huidige twintig cordoba per lid, zouden inkomsten en uitgaven van de verzekering elkaar al heel wat beter in evenwicht houden.

Een van de grote problemen met nieuwe leden is zoals Carlos Alvarado het omschrijft “de drang tot onmiddellijke consumptie. Mensen betalen en willen dan ook onmiddellijk naar de dokter. Daarom moeten onze teams binnen de bedrijven contstant uitleggen: Als je niks hebt, moet je niet naar de dokter, ook al betaal je daarvoor. Het begrip collectieve, solidaire verzekering is moeilijk te verkopen. Maar het lukt ons onderhand wel. Wij zitten op de goede weg, dat merken wij aan het aantal leden dat uit het systeem stapt. Dat vermindert constant. Vroeger hadden wij leden die maandenlang betaalden. Dan bleven hun bijdragen plotseling uit. Als we dan vroegen wat er aan de hand was, kregen we steevast het antwoord: Wij betalen nu al maanden aan uw ziekenfonds, maar worden nooit ziek.”

Jos Grobben

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content