Lukas De Vos
Lukas De Vos Europakenner

Taiwan is weer welkom bij de Wereldgezondheidsorganisatie.

‘Goed de handen wassen, proper zijn op uzelf, buiten lopen en van de zon genieten.’ Met die dooddoener minimaliseerde de Taiwanese minister van Gezondheid de uitbraak van het Mexicaanse griepvirus H1N1 in zijn land vorige week. Taiwan toonde zich daarmee een stuk minder zelfverzekerd dan enkele weken geleden. Toen maakte het zich sterk dat het over zoveel virusremmers beschikte dat het makkelijk andere landen te hulp kon snellen. Onder de naam ‘Chinees Taipei’ was Taiwan als waarnemer uitgenodigd op de jaarlijkse zitting van het toezichtorgaan van de Wereldgezond-heidsorganisatie (WHO). Na twaalf vergeefse aanvragen. En na pandemieën als de ademhalingsziekte SARS in 2003 of de vogelgriep.

Taiwan beschouwde de uitnodiging uit Genève terecht als een grote diplomatieke doorbraak. De uitsluiting was voor Taiwan een blijvende zorg, omdat het verstoken bleef van het wereldwijde informatie- en bijstandssysteem van de WHO als grote epidemieën zich verspreiden. De WHO erkent alleen staten, en Taiwan valt in die logica onder Peking. Zo kon het zes weken duren voor de WHO er tijdens de SARS-epidemie mee instemde om een eerste geneeskundige ploeg te sturen – 37 doden wogen niet op tegen de politieke onverzettelijkheid van Peking. De Republiek China, zoals Taiwan formeel heet, was in 1948 medestichter van de WHO, maar toen de Amerikanen Tsjang K’ai-sjek in 1971 ruilden voor Mao Zedong, verloor het land zijn lidmaatschap van de organisatie. Er kwam pas vorig jaar weer beweging in het dossier, nadat de nationalistische Guomindang de macht had heroverd van de Democratische Progressieve Partij (DPP). Omdat die partij op echte onafhankelijkheid aanstuurt, kon het eiland onder haar bestuur niet op Chinese inschikkelijkheid rekenen. De nieuwe president Ma Ying-jeou koos voor een ‘soepeler omgangsvorm’ met Peking: Consultation, not confrontation. En hij had resultaat. Begin dit jaar mocht Taiwan toetreden tot de IHR, het wereldwijde wettelijke netwerk van de WHO om besmettelijke ziekten te controleren. WHO-teams kunnen het land bezoeken.

Maar tegelijk groeit ook de onvrede met Ma’s inschikkelijkheid tegenover Peking. De oppositie ziet een uitverkoop van Taiwanese belangen. Tegelijk bakt Taipei ook zoete broodjes met Japan en de Europese Unie. Er komt een vertegenwoordiging in Sapporo, en deze maand gaat in Taipei het eerste EU-centrum open, bedoeld om de banden in het hoger onderwijs aan te halen. Brussel is de inspanning waard. Ma zei uitdrukkelijk dat Taiwan sinds tweede kerstdag 2005 geen enkel doodvonnis meer heeft uitgevoerd. Een bewijs dat de Europese soft power werkt. En dat Taiwan een échte democratie is geworden, met respect voor de mensenrechten.

Lukas De Vos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content