Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

Dertig jaar na zijn eerste opname van Bachs zes motetten brengt Philippe Herreweghe die grootse werken opnieuw uit. Ook nu met Collegium Vocale, maar wel op zijn eigen label.

Van Mozart is bekend dat hij collega’s niet uitgebreid bewonderde. Niet alleen had hij er weinig reden toe, ook was zijn talent voor bewondering klein. Hilarisch is de brief vanuit Londen aan zijn vader waarin hij schoorvoetend toegeeft hoe goed Muzio Clemen- ti tertsen kan spelen op het klavier, maar er meteen pruilend aan toevoegt dat de stakker zich daarvoor te pletter heeft moeten studeren. Het moest niet alleen goed zijn, er moest bovendien de genade der moeiteloosheid op rusten. Mozart in een notendop.

Twee uitzonderingen zijn er bij mijn weten. Joseph Haydn en Mozart beschouwden elkaar als de grootsten van hun tijd – hun liefhebbende concurrentie werkte de status van het strijkkwartet als koninginnengenre overigens sterk in de hand. Ten tweede is er, onvermijdelijk als het over collegia-le bewondering gaat, Johann Sebastian Bach.

Bekend is het verhaal van de jonge Mozart die bij een bezoek aan Leipzig op een zondagochtend in het revolu-tionaire jaar 1789 de Thomaskirche bezocht en daar het koor een dubbelkorig motet hoorde zingen. Volgens sommige bronnen zou hij opgesprongen zijn en hebben geroepen: ‘Wat is dit?’

‘Dit’ was Bachs dubbelkorig motet Singet dem Herrn ein neues Lied, het eerste uit een reeks van zes (al wordt één ervan inmiddels niet meer aan Bach toegeschreven) die binnen het oeuvre van Bach zonder voorgeschiedenis en zonder vervolg lijkt te zijn gebleven. De ochtend daarop vroeg Mozart de partijen – acht stuks, want overzichtspartituren werden nog niet gemaakt – op en moet hij volgens getuigen, al dat papier rond zich uitgespreid, uitgeroepen hebben: ‘Eindelijk muziek waarvan ik nog wat kan leren!’

Het is niet anders: er bestaat waarschijnlijk geen betere muziek dan deze – niet alleen Singet dem Herrn, maar ook Komm, Jesu, komm en het slechts vijfstemmige Jesu meine Freude bevatten momenten van zuivere extase. Dat elke koordirigent niet alleen de ambitie heeft deze stukken op te nemen, maar zijn lezing in zijn latere jaren te toetsen aan wat hij er in zijn jeugd mee deed, is dan ook normaal. Philippe Herreweghe en Collegium Vocale hebben zopas, op Herreweghes eigen, zelfs naar hem genoemde label Phi, na 30 jaar hun tweede lezing aan de eeuwigheid toevertrouwd.

Opvallend is dat er filosofisch en qua muzikale inborst niet echt veel veranderd is aan Herreweghes visie. Ook de opnamekwaliteit verbetert de laatste vele jaren niet. Het enige markante verschil is dat de zangers op de nieuwe opname technisch beter zijn. Daartegenover staan de bijna missionaire overtuigingsdrang – vandaag overbodig geworden – en verwondering van de eerst opname (bij Harmonia Mundi). Of u de nieuweling aanschaft, hangt dan ook helemaal af van uw uitgangspunt in dat verband.

J.S. BACH, MOTETTEN (PHI-002)

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content