Gelijk aanvullend pensioen kost half miljard extra

Zal Jan Smets erin slagen voor 8 juli de onderhandelingen te 'faciliteren'? © IMAGE GLOBE
Patrick Martens

Een nieuw werknemersstatuut dat arbeiders en bedienden gelijkschakelt, kan niet voorbij aan een gelijke regeling voor hun aanvullend pensioen. Voor de bedrijven kan dat uitdraaien op 500 miljoen extra kosten.

De regering en de sociale partners hebben nog goed anderhalve week voor een nieuw eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden. Op 8 juli verstrijkt de deadline die het Grondwettelijk Hof heeft opgelegd om alle werknemers al minstens voor hun ontslag en de carenzdag (de eerste ziektedag) op dezelfde manier te behandelen.

De regering heeft directeur Jan Smets van de Nationale Bank gevraagd om de onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden te ‘faciliteren’. Deze week moet snel duidelijk worden of Smets daarin slaagt en of er in een nieuw werknemersstatuut ook andere verschillen tussen arbeiders en bedienden zullen verdwijnen, bijvoorbeeld de proeftijd, het vakantiegeld en de uitbetaling van het loon.

In een vragenlijst die de regering hierover op 7 juni aan de sociale partners bezorgde, wordt een van die verschillen niet expliciet vermeld: de aanvullende pensioenplannen. ‘Als er ter zake geen gelijkschakeling komt, zal dat vanaf 8 juli, samen met andere niet-opgeloste en discriminerende verschillen, leiden tot een lawine van nieuwe juridische procedures’, zegt Werner Keeris, algemeen directeur van het dienstenbedrijf Aon Hr Solutions.

Van de ruim 2,7 miljoen werknemers in de privésector heeft al meer dan 70 procent een aanvullend pensioenplan. Voor bedienden zijn ze meestal op bedrijfsniveau afgesproken. Voor arbeiders gaat het vooral om sectorale regelingen. Het grote verschil zit in de bijdragen: voor bedienden gaat het gemiddeld om 3,2 procent van het brutojaarsalaris, voor arbeiders om 1,35 procent. ‘Het wegwerken van die kloof zal van de bedrijven minimaal 400 miljoen euro vergen. En dat is een erg voorzichtige raming. Ook andere aanvullende regelingen zoals deze voor een gewaarborgd inkomen bij arbeidsongeschiktheid moeten trouwens worden gelijkgeschakeld’, aldus Keeris.

Bedrijven die een beroep doen op Aon, krijgen daarom de raad om alvast financiële reserves aan te leggen om de meerkosten van een eenheidsstatuut voor hun werknemers op te vangen. Tegelijk meent Keeris dat een gelijkschakeling van arbeiders en bedienden niet per se in een gelijke behandeling van alle werknemers moet resulteren. Keeris: ‘Werknemers kunnen op een andere manier – volgens functie, verantwoordelijkheid en impact op de bedrijfswerking – worden ingedeeld. Aan die nieuwe categorieën kunnen aparte loonpakketten en aanvullende pensioen-plannen gekoppeld worden. De wet van 2003 op het aanvullend pensioen verbiedt discriminatie tussen bijvoorbeeld mannen en vrouwen, en tussen personeelsleden met een contract van bepaalde of onbepaalde duur. Maar een onderscheid tussen werknemers dat objectief is en dat redelijk kan worden verantwoord, is wel toegelaten.’

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content