Zelfs de prehistorische mens zette het landschap al naar zijn hand.

De moderne mens ontstond ergens tussen de 300.000 en 200.000 jaar geleden. Aanvankelijk was hij een bescheiden soort met een minimale impact op zijn leefomgeving. Maar dat veranderde toen hij techniek kon ontwikkelen.

Archeologen presenteren in Science Advances aanwijzingen dat onze voorouders 92.000 jaar geleden al landschappen naar hun hand zetten door het gebruik van vuur. Ze vonden er sporen van langs een meer in het Afrikaanse Malawi. Het betrof fossiele houtskoolresten die zouden afstammen van afgebrande bossen.

De bossen zouden geleidelijk overgegaan zijn in grasland. Dat wordt geïnterpreteerd als de oudste bekende blijvende impact van de mens op zijn leefmilieu. De branden zouden nuttig geweest zijn voor zowel de jacht als het verzamelen van wortels en andere voedingsbronnen.

Een studie in Proceedings of the National Academy of Sciences concludeert dat er 12.000 jaar geleden al niet veel landschap meer was dat niet door de mens was beïnvloed. Driekwart van het land was toen al op een of andere manier door de mens naar zijn hand gezet, weliswaar minder drastisch dan hoe we dat de jongste eeuw doen.

Zelfs tropische wouden die wij nu als maagdelijk beschouwen, hebben een voorgeschiedenis van gebruik door de mens, maar niet op dezelfde vernietigende schaal als vandaag. Het idee van een wildernis als een plek zonder mensen hield dus ook in de prehistorie niet overal stand. Amper 19 procent van het land zou nooit door mensen zijn bijgestuurd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content