Jarenlang heeft Nikita Chroesjtsjov het wereldnieuws beheerst. Hij ontmaskerde Stalin, bezocht de Verenigde Staten, bouwde de Muur in Berlijn die Europa dertig jaar lang in tweeën zou verdelen en bracht met de Cuba-crisis de wereld vlak bij een atoomoorlog. Wie was Chroesjtsjov echt? Een gesprek met zijn zoon Sergei.

Sergei Chroesjtsjov (67) is niet alleen de zoon van de vroegere sovjetleider Nikita Chroesjtsjov, maar ook een gerespecteerd wetenschapper en hoogleraar politicologie in de Verenigde Staten, waar hij nu elf jaar woont.

Uw familienaam moet toch reacties oproepen. Zijn er geen mensen die u vijandig gezind zijn omdat uw vader toch nauw betrokken was bij de misdaden van Jozef Stalin?

Sergei Chroesjtsjov: Nee, Amerikanen zijn nieuwsgierig en vriendelijk. En als ik mijn vader vergelijk met de meeste medewerkers van Stalin, dan heeft hij tenminste diens moordlust afgeremd.

Bij de zuiveringen van de jaren dertig ondertekende uw vader toch honderden, zoniet duizenden doodvonnissen.

Chroesjtsjov: Dat weet ik. Hij heeft me verteld hoe die dingen in zijn werk gingen. Stalin kwam binnen met een namenlijst en zei dat er genoeg bewijzen waren dat alle mensen op de lijst vijanden van het volk waren. Ze waren ter dood veroordeeld en alle leiders moesten dat ondertekenen. Mijn vader heeft natuurlijk getekend.

Hij was toch ook actief betrokken bij die zuiveringen.

Chroesjtsjov: Dat is niet waar. In 1938 werd hij partijleider in Oekraïne. De baas van de geheime dienst NKVD kwam bij hem en eiste dat bepaalde groepen mensen werden gearresteerd. Wie daar niet aan meedeed, werd zelf gearresteerd.

Zegt u nu dat uw vader niets kon doen?

Chroesjtsjov: Hij kon iets doen, maar niet veel. Zo weet ik dat de Oekraïense minister van Binnenlandse Zaken ooit de beroemde dichter Maxim Rylski beschuldigde van nationalisme omdat Rylski in het Oekraïens schreef. Mijn vader heeft hem toen tegengesproken en heeft uiteindelijk naar Stalin gebeld: ‘Kameraad Stalin, de dichter Rylski zal worden gearresteerd. Maar die heeft toch zo’n prachtig gedicht over u in het Oekraïens geschreven. En nu weet ik echt niet wat ik moet doen.’ Stalin heeft hem gezegd dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. Maar zulke gebeurtenissen waren uitzonderingen.

Ook uw schoonzus Ljabov Sizych, de weduwe van uw broer Leonid die in de Tweede Wereldoorlog was gesneuveld, werd gearresteerd.

Chroesjtsjov: Vrijwel elke familie werd getroffen, elke familie telde slachtoffers of daders. Stalin liet zelfs de vrouw van minister van Buitenlandse Zaken Vjadsjeslav Molotov oppakken. En Molotov was echt een overtuigde stalinist. Toen die aan Stalin vroeg waarom zijn vrouw eigenlijk was opgepakt, antwoordde Stalin: ‘Dat weet ik niet. De NKVD heeft ook veel mensen uit mijn familie opgepakt’. Stalin was een cynicus.

Is uw vader tussenbeide gekomen voor zijn schoondochter?

Chroesjtsjov: Nee. Het geval Molotov bewijst toch dat zoiets totaal zinloos was. Maar ze had geluk, ze werd alleen maar verbannen naar Kazachstan.

Hoe werd bij u thuis over Stalin gesproken?

Chroesjtsjov: Zolang Stalin leefde, werd over hem niet gesproken. Het was al voor gewone mensen gevaarlijk iets over Stalin te zeggen. En wij waren altijd omringd door personeel, lijfwachten, leden van de geheime dienst. Om ons en zichzelf te beschermen, wilde mijn vader zelfs niet dat we met kinderen van andere politici contact hadden.

De familie leefde in angst.

Chroesjtsjov: Nee, we leefden voorzichtig. In onze datsja zette ik ooit een plaat op met sovjetjazz. Mijn vader zei alleen: ‘Zet dat af’, en even later: ‘Ik zou die plaat weggooien.’ Hij was bang dat iemand me wegens spionage voor de Verenigde Staten zou aanklagen.

Wat vond u zelf van Stalin?

Chroesjtsjov: Toen hij in 1953 stierf, heb ik gejankt als een klein kind. Ik verstond echt niet dat mijn vader niet zat te huilen. Later heb ik gehoord dat hij in 1938 een van zijn jeugdvrienden had proberen te overtuigen lid te worden van de communistische partij. Maar die had geweigerd. Hij wilde geen lid zijn van een partij die zoveel bloedige zuiveringen had doorgevoerd. En mijn vader zou hebben geantwoord: ‘Dat zullen we Stalin ook niet vergeven’.

Van die twijfel was niet veel te merken zolang Stalin leefde.

Chroesjtsjov: Wat had hij moeten doen? In het verzet gaan?

Waarom heeft uw vader dan op het twintigste partijcongres van 1956 in een geheime toespraak de misdaden van Stalin aangeklaagd?

Chroesjtsjov: Omdat hij ervan overtuigd was dat we geen paradijs konden creëren achter prikkeldraad.

Of om zichzelf te beschermen.

Chroesjtsjov: De onmiddellijke medewerkers van Stalin wisten perfect dat de meeste van hen het niet zouden overleven als Lavrenti Beria (de chef van de geheime politie) Stalin zou opvolgen. Dat heeft mijn vader dan ook kunnen verhinderen. Maar zijn belangrijkste motief was toch om de hele communistische idee te zuiveren van het bloed van misdadigers.

Op termijn kon ook de Goelag niet geheim blijven.

Chroesjtsjov: Juist. Vroeg of laat zouden miljoenen gevangenen vrijkomen en weer naar huis gaan. Mijn vader wist dat hun familieleden zouden vragen waarom ze veroordeeld waren. En dat zou hem en de anderen worden aangerekend.

En dus nam hij het voortouw bij het protest.

Chroesjtsjov: Hij wilde dat eerst iedereen op de hoogte was van de misdaden van Stalin en dan konden de gevangenen worden vrijgelaten. Toen ik opgroeide, waren de zuiveringen voorbij. Er werd nooit verteld over hoe het vroeger was geweest.

Uw vader ging kort na de oorlog naar Duitsland.

Chroesjtsjov: Meteen nadat in 1945 de oorlog voorbij was. Hij was toen partijleider in Oekraïne en wilde er zeker van zijn dat zijn staat het correcte deel van de herstelbetalingen kreeg. Hij noemde zich generaal Petrenko en bereisde het door de sovjets bezette gebied: Oost-Duitsland en Oostenrijk. Later vertelde hij vaak over die reis, zeker na de opstand van de Duitse Democratische Republiek (DDR) op 17 juni 1953. Hij was ervan overtuigd dat de politiek van Stalin, die echt een plundering van Oost-Duitsland organiseerde, verkeerd was.

Voelde hij mee met de Duitsers?

Chroesjtsjov: Zeker niet. We haatten de Duitsers, niet alleen de nazi’s, maar alle Duitsers. Vergeet niet dat miljoenen Duitse soldaten, of ze nu nazi waren of niet, verschrikkelijk tekeer zijn gegaan in ons land.

En toch stelde hij in de jaren vijftig enkele plannen op om Duitsland weer te verenigen.

Chroesjtsjov: (lacht) Omdat hij er niets op tegen had dat heel Duitsland lid zou worden van het Warschaupact.

Hij ging er in 1955 mee akkoord dat de sovjettroepen zich uit Oostenrijk terugtrokken in ruil voor een absolute neutraliteit van dat land. Was dat ook voor Duitsland niet mogelijk: neutraliteit, einde van de bezetting?

Chroesjtsjov: Nee, want een herenigd Duitsland zou in geen enkel geval neutraal zijn. Heel Duitsland lid van de NAVO was zelfs niet bespreekbaar. Daarvoor was het wantrouwen veel te groot.

Alleen de Oost-Duitsers verdienden vertrouwen?

Chroesjtsjov: In de DDR mochten de Duitse kameraden het paradijs uitbouwen, maar wel onder scherp toezicht van Moskou.

Vertegenwoordigd door Walter Ulbricht, chef van de eenheidspartij SED.

Chroesjtsjov: Mijn vader had niet zoveel sympathie voor Ulbricht. Hij was een pragmatisch man, Ulbricht was in de eerste plaats ideoloog.

Maar ze kenden elkaar wel van in 1942-1943 en de slag om Stalingrad. Uw vader was daar een hoog officier van het politbureau en Ulbricht riep via luidsprekers de Duitse soldaten op om zich over te geven.

Chroesjtsjov: Aan het front aten ze ’s avonds af en toe samen. Mijn vader vertelde graag dat hij Ulbricht dan erg plaagde. Hij zei hem dat hij dat eten eigenlijk niet had verdiend, omdat er die dag weer geen Duitse soldaten waren overgelopen.

Dat is niet plagen, dat klinkt als een dreigement.

Chroesjtsjov: Ach, in Stalingrad was niemand dol op Duitsers, aan welke kant die ook vochten.

Enkele jaren geleden vertelde u dat uw vader eigenlijk het initiatief nam om op 13 augustus 1961 met de bouw van de Berlijnse Muur te beginnen.

Chroesjtsjov: Dat zou ik vandaag wellicht niet meer zeggen. Ik wist toen alleen dat mijn vader echt heel erg bezig was met de technische kant van de zaak. Nu weten we uit archiefdocumenten dat de SED zwaar druk op mijn vader heeft uitgeoefend. En die heeft toen dat Duitse plan voorgesteld alsof het van hem kwam.

De toenmalige Franse president Charles de Gaulle zei later dat de westerse troepen op die 13e augustus de prikkeldraad met een paar tanks hadden moeten platwalsen. Dan zou Moskou, volgens hem, meteen zijn gestopt met de bouw van de Muur.

Chroesjtsjov: Daar geloof ik niets van. Dan hadden wij op die tanks geschoten en had ( toenmalig Amerikaans president John) Kennedy nog zwaarder moeten uithalen. Hij wist perfect dat hij die escalatie niet verder kon laten gaan.

Een jaar later veroorzaakte uw vader weer een wereldschokkende gebeurtenis. Hij installeerde raketten op Cuba. Daarmee begon een crisis waardoor de wereld op de rand van een atoomoorlog stond. Wanneer wist u dat die raketten daar zouden worden gestationeerd?

Chroesjtsjov: In mei 1962. Mijn vader kwam terug van een staatsbezoek in Bulgarije. We gingen wandelen. Toen werd bekend dat de Amerikanen een invasie in Cuba voorbereidden en van plan waren om Fidel Castro af te zetten. Ik vroeg mijn vader hoe hij Cuba wou verdedigen. En hij antwoordde dat hij er atoomwapens naartoe zou laten brengen.

En dat geloofde u toen?

Chroesjtsjov: Dat geloof ik nog.

Het ging toch niet om de verdediging van Cuba. Uw vader wilde die raketten daar in het geheim opstellen en dan pas bekend maken dat ze er waren. Dat was zijn troefkaart voor onderhandelingen met Washington. Onderhandelingen over West-Berlijn, niet over Cuba.

Chroesjtsjov: Dat is de westerse visie en die klopt niet. De Amerikanen waren toch veel sterker dan wij. Wat zouden enkele tientallen raketten op Cuba daaraan veranderen? Dat had toch niets te maken met het hele probleem rond Berlijn. Nee, echt, mijn vader wou de Amerikanen beletten om Cuba binnen te vallen.

Was dat eiland dan zo belangrijk?

Chroesjtsjov: Natuurlijk niet. Fidel Castro had zich ook maar langzamerhand en heel geleidelijk aan de kant van Moskou gezet. Ik weet nog dat ik mijn vader vroeg waarom we geen verdedigingsverdrag met Cuba afsloten. Hij zei alleen dat Cuba te ver weg was van Moskou en te dicht bij Washington lag. Dat was hem te gevaarlijk.

Maar toen Castro hem duidelijk maakte dat hij een bondgenoot van Moskou was, had hij geen keuze meer. Hij was de leider van een wereldmacht en hij zou zijn gezicht verliezen als hij zijn bondgenoten niet verdedigde.

Het lijkt wel of Castro hem in de val had gelokt.

Chroesjtsjov: Dat kun je wel zeggen. Maar vergelijk even met de hele toestand rond West-Berlijn. Die stad had toch geen enkel strategisch belang voor de Amerikanen? Waarom wilden ze die dan koste wat het kost verdedigen? Omdat hun geloofwaardigheid bij de bondgenoten op het spel stond. Cuba was totaal nutteloos voor ons, maar je kunt niet staan roepen dat je een wereldmacht bent en bij het eerste duwtje gaan lopen.

En daar ging u mee akkoord.

Chroesjtsjov: Natuurlijk , ik was een havik. Ik werkte aan de constructie van nucleaire raketten, ik was een deel van het militair-industriële complex. Omdat ik wist wat die raketten konden, sprak mijn vader vaak met me, ook al was ik pas 27 jaar.

Maar geloofde u nu echt dat de Amerikanen zouden toelaten dat er op Cuba raketten kwamen?

Chroesjtsjov: Ja, we hebben dat volkomen verkeerd beoordeeld. Wij waren Europeanen en we waren gewoon geraakt om onder de dreiging van een atoomoorlog te leven. Mijn vader dacht echt dat er een herhaling zou komen van de situatie bij de installatie van atoomraketten in Oost-Duitsland. Toen was er toch ook geen paniek uitgebroken in de Bondsrepubliek? Er waren discussies geweest en de pers had zich opgewonden, maar de West-Duitsers hadden voort hun biertjes gedronken en waren niet eens begonnen te hamsteren.

Maar de Amerikanen waren anders. Die zijn in hun hele geschiedenis altijd veilig achter de oceanen gebleven. Nooit bezet, nooit aangevallen door de buurvolkeren – niet door de Canadezen, de Mexicanen en niet door de eskimo’s. Op één uitzondering na: de Japanse aanval op Pearl Harbor.

Amerikanen denken daardoor anders dan Russen of Duitsers. Alleen al omdat ze ineens kwetsbaar waren, dachten ze dat we meteen zouden aanvallen. Die mentaliteit had mijn vader niet in zijn plannen opgenomen. Het is een schoolvoorbeeld van een verkeerd vijandbeeld, omdat het beeld van de tegenstanders geëxtrapoleerd wordt uit de eigen ervaringen.

En toen riep Kennedy een blokkade van Cuba uit en hij eiste dat uw vader die raketten weer weghaalde.

Chroesjtsjov: Dat was een grote opluchting want nu kon er worden onderhandeld. We hadden immers, afgezien van die beroemde middellangeafstandsraketten, tientallen atoomwapens op Cuba.

Wat de Amerikanen niet wisten.

Chroesjtsjov: Mocht Cuba zijn aangevallen, dan zouden onze troepen zich met atoomwapens hebben verdedigd. Bij het Amerikaanse invasieleger waren dan zeker meer dan honderdduizend doden en gewonden gevallen. En dan had Kennedy echt wel op die rode knop moeten drukken. Toen stonden we echt vlak voor de vernietiging van de wereld.

Gelukkig trok uw vader de raketten terug. En leed hij een nederlaag.

Chroesjtsjov: Dat is de Amerikaanse versie. Kennedy toonde Chroesjtsjov dat er met hem niet te spotten viel en Chroesjtsjov ging maar vlug lopen, met de staart tussen de benen. Maar het was geen nederlaag. Washington viel Cuba niet aan. Dus had mijn vader zijn slag thuisgehaald.

De Amerikanen hebben altijd gezegd dat ze nooit van plan waren om Cuba aan te vallen.

Chroesjtsjov: Wij hebben na de Amerikaanse maanlanding ook gezegd dat wij helemaal niet naar de maan wilden. Natuurlijk waren de Amerikanen van plan om Cuba binnen te vallen, misschien niet in 1962, maar dan wel in ’63 of in ’64.

In 1964 moest uw vader opstappen en Leonid Brezjnev kwam aan de macht. Klopt het dat er plannen waren om uw vader te vermoorden?

Chroesjtsjov: De geheime dienst KGB zal daar wel aan hebben gedacht en er ook met Brezjnev over gesproken hebben. Maar dat was niet iemand die zulke bevelen gaf.

Uw vader was dan met pensioen en schreef zijn memoires. In 1970 werden die in het Westen gepubliceerd en dat sloeg in als een bom. Was het eigenlijk mogelijk rustig met zo’n werk bezig te zijn?

Chroesjtsjov: Ik heb ze geredigeerd. We wisten dat onze datsja door de KGB werd afgeluisterd. We hebben daarom zelfs niet eens geprobeerd om onze plannen te verbergen. Dan had het trouwens geleken of we iets onwettigs deden.

Waarom hebt u die tapes naar het Westen gesmokkeld?

Chroesjtsjov: Mijn vader was ervan overtuigd dat de KGB dat manuscript in beslag zou nemen. ‘Jij kent dat soort volk niet’, zei hij me. ‘Ik wel.’ Dus heb ik de originele bandopnames gekopieerd, ironisch genoeg met een West-Duitse bandopnemer. Als de KGB het origineel in beslag zou nemen of vernietigen, zou het in het Westen worden gepubliceerd. Een familielid heeft me dan Viktor Louis voorgesteld.

Een sovjetjournalist die voor de KGB werkte.

Chroesjtsjov: Het was bekend dat hij fungeerde als brug tussen Oost en West. Zijn vrouw was een Britse en hij bood me aan om het materiaal naar zijn schoonmoeder in Londen te brengen.

En u vertrouwde hem.

Chroesjtsjov: Nee, maar ik wist echt geen andere manier. Ik kon die banden en dat manuscript toch niet aan gelijk wie meegeven. Dan pas had de KGB een zaak gehad en me ervan kunnen beschuldigen dat ik staatsgeheimen had verraden. Nu kon ik tenminste zeggen dat ik alles aan een van hun mensen had gegeven.

En uw vader wist dat allemaal?

Chroesjtsjov: Natuurlijk. Louis vertelde me later dat hij een privéonderhoud had gehad met de toenmalige KGB-chef Joeri Andropov en hem alles verteld had. Andropov had alleen maar geknikt. Louis had hem toen gevraagd of hij het manuscript wou lezen. Andropov had nee geschud. Louis begreep daaruit dat Andropov hem niets in de weg zou leggen. En het klopte. De buitenlandsectie van de KGB heeft hem zelfs geholpen om de kopieën en het manuscript uit de Sovjet-Unie te brengen.

En toen dwong de KGB u om het originele manuscript uit te geven.

Chroesjtsjov: Ja, Brezjnev was ondertussen op de hoogte en dat bracht Andropov in een moeilijk parket. En dus stuurde hij de binnenlandsectie van zijn KGB op ons af en die wist gelukkig niet wat haar collega’s hadden gedaan.

En tegelijk werden uit die memoires ook kritische passages over Brezjnev en Fidel Castro geschrapt. Wie deed dat? De KGB?

Chroesjtsjov: Nee, Louis heeft dat gedaan. Anders hadden zelfs zijn vrienden bij de KGB hem niet meer kunnen beschermen.

Verschijnen de echte memoires ooit? Ongezuiverd?

Chroesjtsjov: Ik heb nog steeds een kopie van de bandopnames. De Engelse vertaling verschijnt binnen afzienbare tijd.

‘Over Stalin werd thuis niet gesproken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content