Koning Hassan II van Marokko had tijdens zijn hele regeerperiode een bijzondere relatie met Israël.

Het verhaal wil dat Mohammed V, koning van Marokko, op zijn sterfbed tegen zijn zoon Hassan zou hebben gezegd: “Bescherm de joden, dan zal Allah je een lang leven schenken.” Hassan II, die als baby een joodse min had, volgde de raad van zijn vader op. In zijn 38 jaar durende regering heeft hij meerdere complotten en aanslagen overleefd. Maar cynici zullen zeggen dat hij toch vooral dankzij de mossad de gezegende leeftijd van zeventig jaar wist te bereiken. De Israëlische geheime dienst hielp namelijk bij de organisatie van de Marokkaanse veiligheidsdiensten. Voeg daarbij nog de meedogenloze repressie tegen de binnenlandse oppositie en een goede portie geluk dat, zoals men weet, van Allah komt.

Het was in december 1962 dat Rafi Eytan, een hooggeplaatste specialist van de mossad, in Rabat aankwam. Dit op verzoek van Hassan II die net zijn vader Mohammed V had opgevolgd. Rafi Eytan begon onmiddellijk met de opbouw van een veiligheidsnetwerk dat de jonge koning moest beschermen, voornamelijk tegen aanslagen van de Egyptische president Nasser. Want de “rais” van Egypte zag in het Marokkaanse koningshuis, dat volgens hem verkocht was aan het westerse imperialisme, een der voornaamste hinderpalen voor de Arabische eenheid die hij tot stand wou brengen. De mossad vestigde een permanent bureau in Marokko en zou de veiligheidsdiensten jarenlang technische hulp verlenen – een korte periode van 1973-’74 uitgezonderd, toen Marokko had deelgenomen, zij het op een symbolische manier, aan de Arabische oorlog tegen Israël.

Maar met een al te cynische interpretatie van de gebeurtenissen loopt men het gevaar de geschiedenis te vervormen. Hassan II was opgegroeid in Frankrijk en stond open voor westerse invloeden. Hij had een totaal andere benadering van de Arabisch-joodse en Arabisch-Israëlische betrekkingen dan de andere Arabische leiders. Hij geloofde in een soort van cultureel-godsdienstige symbiose tussen de islam en het judaïsme, en was voorstander van de integratie van de joodse staat in de Arabisch-islamitische wereld. In 1958, toen hij nog maar kroonprins was, stelde hij voor dat de Arabische staten hun boycot en hun strijd tegen Israël zouden stopzetten, en in plaats daarvan Israël zouden uitnodigen om in de Arabische Liga te treden. “Het zou ons veel bloedvergieten bespaard hebben, in verscheidene nutteloze oorlogen, en de Arabische volkeren zouden niet nog eens nieuwe gebieden verloren hebben in 1967, na de verliezen van de oorlog van 1948-’49”, zei Hassan II onlangs in een interview voor de Israëlische tv.

In 1976 zou Yitzhak Rabin, die toen eerste minister van Israël was, koning Hassan II in het geheim ontmoeten in Marokko. Enkele maanden later, met Menachem Begin aan de macht in Israël, zou het eerste gesprek plaatsvinden – weer in Marokko – tussen een hoge vertegenwoordiger uit Egypte, generaal Hassan Tohami, de speciale gezant van Anwar el Sadat, en het hoofd van de mossad, Itzhak Hofi. Moshe Dayan, de minister van Buitenlandse Zaken van Begin, zou daarna de onderhandelingen met Hassan Tohami overnemen, die zouden leiden tot het bezoek van president Sadat in Jeruzalem in november 1977, en later tot het Egyptisch-Israëlisch vredesverdrag van 1979.

Koning Hassan II was een van de eerste Arabische leiders die de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO erkenden, en hij heeft veel gedaan om Yasser Arafat ervan te overtuigen dat de diplomatie, dat wil zeggen het onderhandelen met Israël, nuttiger was voor de Palestijnse zaak dan de gewapende strijd.

In 1994, een jaar na de ondertekening van de akkoorden van Oslo die het begin van het officiële Israëlisch-Palestijnse vredesproces inluidden, was Hassan II in Casablanca de gastheer van de eerste internationale economische conferentie waar delegaties uit Arabische landen én Israël aan deelnamen.

Victor Cygielman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content