Hubert van Humbeeck

De verkiezingen staan niet noodzakelijk borg voor meer democratie in Irak.

Eerst het goede nieuws. Ruim de helft van de Irakezen nam vorige zondag deel aan de parlementsverkiezingen. Die opkomst ligt hoger dan in de meeste landen van de Europese Unie, op de dag dat er een nieuw Europees parlement moet worden gekozen. Het slechte nieuws moet zijn dat tijdens de Iraakse verkiezingen toch ruim honderd aanslagen werden gepleegd, waarbij tussen 30 en 40 mensen om het leven kwamen. Het is significant voor de situatie dat er achteraf toch van een succes werd gesproken.

Zondag bleek opnieuw hoe verdeeld Irak eigenlijk is. De sjiitische meerderheid van de bevolking zag de stemming als een langverwachte kans om haar gezag over het land te vestigen. Voor de Koerden vormde ze een stap in de richting van zelfstandig bestuur. In de steden waar de soennitische minderheid woont, die het onder Saddam Hoessein voor het zeggen had, bleven de mensen thuis. Omdat ze bang waren. Of omdat ze het niet eens zijn met de gang van zaken in Irak.

Verkiezingen zijn nog geen democratie, schreef Fareed Zakaria in het weekblad Newsweek. Ze vormen maar een eerste stap in die richting. Er zijn voorbeelden genoeg van landen waar verkiezingen uiteindelijk kleine of grote dictators aan de macht brachten. Het valt nog af te wachten welke kant het in Irak opgaat. Sinds de Amerikanen de macht vorige zomer aan de regering van interimpremier Iyad Allawi overdroegen, is het bijvoorbeeld minder duidelijk wat er met het Iraakse oliegeld gebeurt, of waarvoor het wordt gebruikt. Het komt in ieder geval de kleine Irakees niet ten goede. Want die wacht nog altijd op elektriciteit of stromend water. Zakaria stelt ook vast dat de instellingen die onder het Amerikaanse bestuur werden opgetrokken, nu weer langzaam in het zand van de woestijn wegzakken.

Als Irak een democratie wil worden, moet het om te beginnen ook de soennieten bij het bestuur betrekken – ook al gingen die zondag niet of nauwelijks stemmen. Ze zouden zeker mee aan tafel moeten zitten als het nieuwe parlement begint aan zijn belangrijkste opdracht: het schrijven van een nieuwe Iraakse grondwet. Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht bood aan daarbij te helpen en Belgische experts naar Bagdad te sturen. Over twee weken komt de Amerikaanse president George W. Bush naar Brussel. Hij wil de NAVO en de Europese Unie om meer Europese hulp voor Irak te vragen en denkt daarbij in de eerste plaats aan harde centen en soldaten. Misschien kunnen de zachte professoren van De Gucht hem toch mild stemmen als hij bij de koning op de koffie gaat.

Hubert van Humbeeck

Er zijn voorbeelden genoeg van landen waar verkiezingen uiteindelijk dictators aan de macht brachten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content