Hét icoon van uitgestorven dieren is de dodo: een dikke, één meter grote duifachtige met een opvallende bek, die niet kon vliegen en die alleen op het eiland Mauritius voorkwam. De dodo heeft niet alleen vanwege zijn aparte uiterlijk symboolwaarde gekregen. Hij is waarschijnlijk het eerste dier waarvan de mens zich bewust werd dat hij het had uitgeroeid. In Charles Darwins tijd was de dodo al een model voor het feit dat dieren konden verdwijnen. Dat was toen, in de context van een wereld geschapen door God, moeilijk te vatten. Extinctie zou echter een belangrijke parameter worden in de ontwikkeling van Darwins evolutietheorie.

Het is bizar dat een land zijn marketing bouwt op een uitgestorven vogelsoort. De dodo is nu alomtegenwoordig op Mauritius. Hij prijkt prominent op de immigratiekaarten die je moet invullen, hij staat op de stempel die in je paspoort wordt geslagen, hij zit in een hoekje van de bankbiljetten die je uit de automaten haalt, en in alle winkels die je binnengaat zijn er merchandisingproducten met dodo te vinden.

De klassieke 1 aprilgrap in de Mauritiaanse kranten is dat er op een eilandje voor de kust een levende dodo is gevonden.

Mauritius kan ongehinderd de dodo als logo gebruiken, want de verantwoordelijkheid voor zijn verdwijning wordt in de schoenen van de Nederlanders geschoven. Overal hoor je mensen benadrukken dat de Hollanders de dodo hebben opgegeten. In 1598 landden de eerste Nederlanders op de zuidoostkust van Mauritius, in een afgeschutte baai waar nu een mangrovebos wordt heraangeplant. Een lelijke obelisk herinnert aan de eerste Nederlandse voet aan wal. Er waren toen geen mensen op het eiland – er was geen inheemse bevolking. Veertig jaar bleef de Nederlandse aanwezigheid beperkt tot wat af en aan varen, maar in 1638 werd er een fort gebouwd.

Bij het vertrek van de laatste Nederlanders in 1711 was de dodo volledig verdwenen. Uitgeroeid. Er is wat onenigheid over wanneer het laatste exemplaar precies is gezien, maar de meeste analisten gaan ervan uit dat het in 1682 was. De dodo moet een gemakkelijke prooi geweest zijn voor de zeelui en de eilandbezetters. Een groot dier zonder natuurlijke vijanden, dat zijn vliegvermogen had verloren en niet vluchtte wanneer het met iets nieuws geconfronteerd werd. Het kende geen gevaar, en was dus totaal onaangepast aan de aanwezigheid van ruwe mensen die dodo’s afslachtten en waarschijnlijk ook grotendeels opaten, hoewel in de geschriften van toen het enthousiasme over de dodo als culinair meenemertje niet groot was. Andere dieren op het eiland waren smakelijker, en het duurde lang voor een dodo goed gaar gekookt was. Walgvogel, zo werden de dieren omschreven.

Voorbarige conclusie

De Nederlanders blijken vandaag met het wegvreten van de dodo in hun maag te zitten, want ze hechten groot belang aan een merkwaardige vaststelling uit het archeologisch onderzoek van de resten van hun historisch fort. Het moet er een rommelboel van jewelste geweest zijn, want over de hele oppervlakte van het fort werden fossiele etensresten gevonden, vooral van vissen en kleinere vogels, maar ook van schildpadden en zeekoeien.

Tot dusver is er echter geen enkel dodobotje gevonden, wat tot de conclusie leidt dat het dier misschien toch niet tot het laatste exemplaar door de Nederlanders is opgegeten. Het zou ook kunnen zijn uitgestorven als gevolg van de introductie van ratten, geiten, apen en andere wezens. De Nederlandse rol in het verdwijnen van de dodo zou dan als louter passief moeten worden omschreven.

Maar misschien is dat besluit wat voorbarig. Want het fort werd pas gebouwd veertig jaar nadat de eerste Nederlander voet aan Mauritiaanse wal had gezet. Misschien was de dodo toen al zo zeldzaam geworden dat hij niet frequent meer op het menu stond. Het is ook niet omdat hij niet opgegeten werd, dat hij niet kan zijn belaagd. Er is een order bekend van een Nederlandse commandant die zijn mannen indertijd verbood om nog langer zomaar voor het plezier reuzenschildpadden te doden, omdat ze het voedsel voor de volgende generatie waren. Ook de dodo zal ongetwijfeld voor de lol zijn doodgeknuppeld. Zelfs vandaag is er nog altijd te weinig respect voor andere dieren.

Het valt te vrezen dat de afwezigheid van dodobotjes in het archeologische repertorium van een fort niet zal volstaan om de Nederlanders te verlossen van hun stigma als dodoverdelgers.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content