‘Gamen op school wordt heel gewoon’

© ILLUSTRATIE BART SCHOOFS

Steeds meer leerkrachten zoeken hun heil in computerspelletjes. ‘We moeten de buitenwereld binnen de schoolmuren brengen’, heet het. Verslavingsrisico of niet.

Ooit al gehoord van Minecraft? Als het geen belletje doet rinkelen, moet u misschien eens aan de mouw van uw tienerzoon of -dochter trekken. Dit razend populaire computerspel, wereldwijd goed voor 40 miljoen betalende gebruikers, is bedrieglijk eenvoudig: je plaatst blokken op een rooster. Maar wie even oefent, kan een hele wereld nabouwen. Veel kinderen en jongeren zijn er uren zoet mee, soms tot frustratie van hun ouders.

Intussen circuleert de game ook op scholen. Er bestaat zelfs zoiets als MinecraftEdu, een website waarop leerkrachten wereldwijd ervaringen uitwisselen over het spel en hoe je het nuttig kunt inzetten in de klas. Een van hen is Jens Veltjen, informaticaleerkracht op het Onze-Lieve-Vrouwlyceum in Genk. ‘We waren al lang op zoek naar een manier om nieuwe leerlingen digitaal rond te leiden op onze school’, zegt Veltjen. ‘Tot een van mijn leerlingen een spreekbeurt hield over Minecraft. Het bleek het ideale spel om de school na te bouwen. Mijn klas kreeg eerst een initiatieles – al had minstens de helft van de leerlingen het spel al eens gespeeld -, en daarna werden de leerlingen in groepjes verdeeld. Ze maken een planning, verdelen de opdrachten en discussiëren volop over afmetingen en materialen.’

Maar de schrik voor een gameverslaving zit er bij veel ouders en leerkrachten stevig in. Veltjen is er zich van bewust. ‘Ik was vroeger zelf gameverslaafd, en misschien zelfs nog een heel klein beetje. (glimlacht) Als leerkracht moet je zeker alert zijn, er bestaat bijvoorbeeld een gratis online test om te kijken of leerlingen er vatbaar voor zijn. Maar dat is volgens mij geen reden om games volledig te bannen van de school. Integendeel, je kunt leerlingen net leren om er bewust mee om te gaan. Je leert gecoördineerd samenwerken, overleggen, afspraken maken en rekening houden met menselijke waarden. Bovendien geeft het je een zekere houvast om in het echte leven problemen op te lossen, op een planmatige en stapsgewijze manier.’

Serious games

En het kan ook al bij de allerkleinsten. Dat bewijst Ive Hapers, leerkracht in het eerste leerjaar van basisschool Qworzo in Merksplas. Hij heeft een digitaal klasbord en zijn leerlingen mogen geregeld computerspelletjes spelen, in kleine groepjes. Hapers gaat vooral op zoek naar techniekgames. ‘Ik ben een leerkracht met twee linkerhanden. Maar voor leerlingen van vandaag is het toch noodzakelijk om enige technische achtergrond te hebben. En het is toch onze taak om hen zin te geven in vakken als fysica en wiskunde?’ aldus Hapers. ‘Dat doe ik dus met games. Het begon allemaal met het spelletje Angry Birds, waarbij je stenen katapulteert naar vogels. Hoe slimmer je richt, hoe sneller je ze neerhaalt. Ook daar komt dus techniek bij kijken.’ Hij ging op zoek naar honderden spelletjes en bundelde ze in een boekje dat leerkrachten gratis kunnen downloaden: Techniekgames voor de basisschool. De leerlingen zijn bijzonder enthousiast. ‘Ze kunnen volop dingen uitproberen op een speelse manier. En als er iets mislukt, kunnen ze met één druk op de knop herbeginnen. Ideaal voor leerlingen met faalangst. En games maken complexe leerstof ook bevattelijker: in het eerste leerjaar leg ik bijvoorbeeld uit hoe tandwielen werken. Dan toon ik een blikopener en leg ik het systeem uit. Maar echt snappen doen ze het pas na een spelletje.’

Er is één nadeel: Hapers werkt alleen met commerciële games die hij online vindt, en dus moet hij er ook de reclame bij nemen. Dat kunnen leerkrachten omzeilen door te werken met serious games, die speciaal ontwikkeld zijn voor educatieve doelen. Een goed voorbeeld is De Vlajo Challenge, een online-ondernemersspel van de Vlaamse overheid. Leerlingen worden baas van hun eigen winkelketen en moeten concurreren met klasgenoten. ‘Een van de belangrijkste uitdagingen voor het onderwijs is om de buitenwereld naar binnen te brengen’, zegt econoom Kristof De Witte, verbonden aan de KU Leuven en de Universiteit van Maastricht. Hij voert onderzoek naar serious games in het economieonderwijs. Het blijft natuurlijk uitkijken welke game je je leerlingen aanbiedt, vindt De Witte. ‘Het nut van gewone games lijkt me toch betwistbaar: het is natuurlijk leuk om eens iets anders te doen, maar ik denk dat leerlingen er zelden iets van opsteken. Bij serious games is dat wel het geval, omdat ze duidelijke leerdoelstellingen nastreven en de leerkracht nadien altijd een nabespreking houdt. Eén minpuntje: de budgetten om serious games te maken zijn veel kleiner dan die voor commerciële games als Minecraft, en daardoor zien ze er ook wat minder aantrekkelijk uit. Maar daar wordt hard aan gewerkt. Ik ben er zeker van: games zullen heel gewoon worden op school.’

DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK, ILLUSTRATIE BART SCHOOFS

‘Je leert gecoördineerd samenwerken, overleggen, afspraken maken en rekening houden met menselijke waarden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content