Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Begin deze maand gaven de vijftien lidstaten van de EU dan toch hun akkoord voor de verdere uitbouw van het Galileo-satellietsysteem. Een navigatiesysteem dat Europa een politieke en economische soevereiniteit ten aanzien van Washington moet geven. Of is dat een wensdroom?

Twee mei 2000, Edinburgh, Schotland. Admiraals en generaals, wetenschappers en politieke keynoters uit de hele wereld horen de Amerikaanse afgevaardigden van president Bill Clinton met verbijstering aan. Voor deze editie van de jaarlijkse Europese gnss-conferentie ( global navigation satellite system), over globale navigatie, hebben ze een wel héél verrassende aankondiging. Ze heffen immers de selectieve beschikbaarheid van hun positioneringssysteem op voor burgerlijke toepassingen. Dat betekent het einde van ‘de verminderde precisie’ – de fout als het ware – van niet-militaire toepassingen als scheepvaart, burgerluchtvaart, alpinisme en gps voor auto’s en vrachtwagens. Het Amerikaanse global positioning system (gps) wordt voor iedereen vrijgemaakt. Na jaren van behoedzaamheid draait Washington de knop weer om. ‘De zaal was ontzet’, zegt de Belgische majoor Alain Muls.

Dat Clinton zijn gps-systeem voor burgertoepassingen voor de hele wereld vrijmaakte, was nochtans niet zo vreemd. Technisch gezien was de vertroebeling van de signalen tot op honderd meter al lang zinloos geworden. Bedrijven waren erin geslaagd om de precisie via uiteenlopende methodes bij te stellen. En er was meer. Voor het behoud en de verdere verovering van de kolossale markt die voor het navigatiesysteem bestaat, was een wedloop ingezet. Europa had in 1999 de uitbouw aangekondigd van een eigen systeem, Galileo, dat tegen 2020 goed zou zijn voor een markt van niet minder dan 60 miljard euro. De Verenigde Staten hadden het nakijken.

Niet iedereen toonde zich echter even enthousiast over het megalomane satellietproject met een prijskaartje van 3,2 miljard euro, de lancering van de satellieten in 2007 niet meegerekend. De vraag rees of de Europese belastingbetaler wel voor zo’n systeem moest opdraaien, terwijl er andere voorhanden waren. Zo is er het Amerikaanse gps. Dat is echter onberekenbaar omdat het Amerikaanse Department of Defense, dat de controle uitoefent, het in crisiszones op elk moment kan vergrendelen. Dat deed zich gedeeltelijk voor tijdens de Golfoorlog, wegens andere, ‘militaire’ prioriteiten. En er is het Russische Glonass ( global orbiting navigation satellite system), maar dat draait maar op halve kracht sinds de malaise in de Russische ruimtevaart.

GROOT VERLIES

De ministers van Transport van de vijftien lidstaten keurden op 5 april de verdere uitbouw van Galileo goed. Dat systeem moet de Europese Unie onafhankelijkheid bieden. Ook Romano Prodi windt er geen doekjes om. Net vóór de top van Stockholm in maart benadrukte de voorzitter van de Europese Commissie nogmaals de noodzaak van een autonoom Europees systeem. ‘De oorlog in Kosovo heeft de afhankelijkheid van het Amerikaanse satellietnavigatiesysteem dik in de verf gezet. Als het om militaire redenen wordt stilgelegd, kunnen de Europese bedrijven tal van hun activiteiten stopzetten’, zei hij. Een dag zonder gps betekent naar schatting een verlies van ettelijke miljoenen voor de Europese economie. ‘Galileo zou in het domein van satellietnavigatie een alternatief kunnen bieden. Wat ook het gebruik ervan zal zijn: burgerlijk, militair of wetenschappelijk’, aldus Prodi.

Met de mogelijkheid van militair gebruik raakte hij de gevoelige snaar van een aantal lidstaten, waaronder notoir voorstander Frankrijk. Nog begin dit jaar wees de Franse minister van Economie en Financiën Laurent Fabius op het militaire potentieel van Galileo, een visie die vooral Duitsland en Nederland tegen de borst stootte. De Duitse argumenten waren van economische aard. Hoe kun je bedrijven ertoe aanzetten een deel van de financiering van een project op zich te nemen als ze nadien mogelijk plaats moeten ruimen voor de militairen die hun aandeel komen opeisen, vroegen de Duitsers zich af. Voor Nederland en het Verenigd Koninkrijk schuilt het gevaar in een andere hoek. Zij weigeren militair gebruik van Galileo om politieke redenen.

‘De Europese Unie willen ze geen te sterke autonomie geven ten aanzien van de Amerikanen’, analyseert André Dumoulin, onderzoeker Europese Defensiepolitiek aan de Luikse Universiteit. ‘Het is een kwestie van fidelisering. Als de Scandinavische landen de hypothese van militair gebruik verwerpen, is dat omdat ze voorstanders zijn van een vreedzame Europese Unie. Voor Nederland ligt dat alvast anders. Dat land verwerpt het principe van militair gebruik niet. Het weigert het voor Galileo, maar niet voor het Amerikaanse gps. Onlangs lanceerde Nederland het idee om de F16-vliegtuigen van alle Europese landen uit te rusten met nieuwe precisiewapens die op het Amerikaanse gps werken. Dat bevestigt hoe Nederland zich aan de transatlantische akkoorden houdt. Ten nadele van een autonome Europese macht.’

Hoe Galileo ook ingezet zal worden, het blijft een civiel initiatief, anders gezegd een project uitgebaat en gecontroleerd door een burgerlijke organisatie: de Europese Unie. ‘Anders dan in de Verenigde Staten is het niet de Europese defensie die de werking van Galileo zal beheren of verhinderen’, aldus Dumoulin. ‘In extreme crisissituaties zou het denkbaar zijn dat een deel van de beheerrechten naar defensie wordt overgeheveld. Zodat bijvoorbeeld de ontvangst van de signalen vertroebeld kan worden om te verhinderen dat het systeem tegen zichzelf gebruikt wordt. Zover zijn we echter niet.’

Het doel van Galileo is precies om een onafhankelijk Europees satellietsysteem op te zetten dat aan de militaire controle onttrokken wordt. ‘Politiek kun je niet aanvaarden dat het navigatiesysteem dat op je grondgebied onder meer voor reddingsoperaties wordt gebruikt, door een buitenlandse militaire mogendheid wordt gecontroleerd’, zegt Alain Muls, hoogleraar aan de Koninklijke Militaire Hogeschool. ‘Momenteel is dat een groot probleem binnen de Europese Unie, waar de navigatie in ziekenwagens, voor brandweer en voor de positionering van treinen op gps draait. Als Amerika Europa geen service meer wil bieden, lopen die systemen een voor een vast.’

NIEMAND WEET HET

De macht van de navigatiesystemen neemt almaar toe, en dat uit zich in duizelingwekkende cijfers voor de Europese economie. Loyola de Palacio, de eurocommissaris voor Transport voorspelde al dat Galileo onze arbeidsmarkt met 140.000 banen op hoog niveau zou doen aangroeien, in een omgeving die goed is voor een paar miljard euro per jaar. Als alles tenminste loopt zoals voorzien. ‘Dat Galileo in 2008 operationeel zou zijn, is vrij ambitieus’, aldus Muls. ‘Vorig jaar werd voor het project een aantal frequenties toegekend. Dat betekent dat we ons nog in een ontwerpfase bevinden. De limiet van 2008 heeft een andere, economische reden. Tegen die tijd wordt ook het Amerikaanse gps gemoderniseerd.’

Hoe Galileo er precies zal uitzien, staat trouwens nog allesbehalve vast. ‘Er bestaan studies waarin het aantal satellieten van achttien tot dertig varieert. En hoewel Europa al een aantal frequenties heeft kunnen bemachtigen – wat niet evident is in de strijd tussen de navigatie- en de telecommunicatiesector die volop boomt – werd nog niet bepaald hoe ze zullen worden ingevuld.’

In elk geval moeten we eerst nog door een ander stadium heen: de verdere uitwerking van Egnos. Peter Grognard, medeauteur van haalbaarheidsstudies voor Galileo, ziet Egnos ( european geostationary navigation overlay system) als een opstap voor Galileo: ‘Het systeem zal in 2003 operationeel zijn en op drie functionerende satellieten draaien. Egnos is een initiatief van de overkoepelende organisatie van de burgerluchtvaart, de ICAO ( international civil aviation organisation) die vanaf het begin van de jaren negentig met de vervanging van verouderde navigatiesystemen geconfronteerd werd. De organisatie zag de voordelen van global positioning systems in en baseert zich nu op het bestaande gps en Glonass. De tekorten van onbetrouwbaarheid voor de burgerluchtvaart vangt het op, zodat het er ten volle kan worden gebruikt.’

Als dat geïntegreerd is, kunnen we in volle versnelling naar 2005. Tegen die tijd zou de ontwikkelingsfase van Galileo afgerond moeten zijn. Een paar jaar later kan onze manier van leven en werken grondig veranderen en vergemakkelijken. Als we de toplui van de EU mogen geloven. En als het systeem dan tenminste gebruikt zal worden. Waarom zouden we trouwens voor sommige diensten van Galileo betalen als er een even goed en gratis systeem bestaat dat voor iedereen toegankelijk is? ‘Als het gratis is, deugt het niet’, schertste de Nederlandse minister van Financiën. Toch zal het gebruik ervan als het niet gratis is, misschien wel moeten worden opgelegd. Alain Muls: ‘Als Europa zijn navigatiesysteem voor een deel door de privé-sector wil laten financieren, betekent dit dat er inkomsten zullen gegenereerd moeten worden. Voor bepaalde toepassingen is nu al sprake van regulations, regels die het gebruik van het Europese systeem zullen verplichten.’ Dat is misschien de enige manier om de macht van het Amerikaanse gps in Europa terug te dringen.

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content