Het gaat goed met Vlaanderen, en Jean-Luc Dehaene vertelt straks hetzelfde als Luc Van den Brande. Louis Tobback en de Franstaligen wezen gewaarschuwd: de CVP houdt de handen vrij. Een gesprek met partijvoorzitter Marc Van Peel.

De wegen van de Kerk en de CVP zijn allang gescheiden. Maar dat belette CVP-voorzitter Marc Van Peel onlangs niet om na de zondagsmis de pastoor van zijn parochie te sommeren. De brave herder kreeg van de partijvoorzitter een korte preek, zijnde een samenvatting van de Cepess-nota “Het gaat goed met de Vlaamse economie”. De man had het namelijk aangedurfd om vanop de kansel te staan lamenteren over “deze tijden van crisis en werkloosheid”.

Van Peel: “Maar over wèlke tijden heeft u het toch, heb ik hem gevraagd? Dat crisisgevoel heeft zodanig wortel geschoten in het politieke bewustzijn en het woordgebruik, dat je het er bijna niet meer uit krijgt. Zelfs niet met objectieve cijfers. Jazeker, het gaat goed met Vlaanderen. Alleen ziet het publiek dat niet, geconditioneerd als het is door het adagium dat alleen slecht nieuws, nieuws is. Dat gaat zelfs zover dat ik het tot en met in CVP-afdelingen – en dat is toch een publiek dat de politiek een beetje volgt – moet meemaken hoe sommigen van hun stoel vallen als ik zeg dat er op tien jaar tijd 230.000 arbeidsplaatsen zijn bijgekomen. Dan vragen ze mij: ja maar, voorzitter, vergeet ge niet al die mensen die hun werk verloren zijn? Maar nee, ik heb het over 230.000 jobs netto, per saldo, na optellen en aftrekken. We moeten dat uitleggen en nog eens uitleggen. Sommigen denken dat we nog altijd in de crisis van 1975 leven. We weten dat we geen verkiezingen winnen met een positieve balans. De kiezer is niet dankbaar en moet dat ook niet zijn, we hebben gewoon onze job gedaan. Dat wilden we toch even zeggen vooraleer we aan de echte campagne beginnen.”

Dezelfde boodschap heeft Van Peel vorige vrijdag meegegeven aan de 88 volksvertegenwoordigers van de CVP: ga en verspreid het goede nieuws en de Cepess-nota. Ook kregen ze ingeprent dat het huwelijkscontract met de SP, waarvoor de CVP in februari 1995 extra time vroeg, straks is afgelopen. Laat Louis Tobback maar luidop dromen van een reconductie, de christen-democraten houden de handen vrij. Dat is de strategie, en zo wordt ze in de Wetstraat 89 ook genoemd.

Met die vrije handen kan de communautaire agenda wel eens bepalend worden voor het al dan niet voortzetten van oranje-rood. De CVP is sinds kort in zijn geheel vragende partij voor fiscale autonomie en homogene bevoegdheidspakketten, gegarandeerde Vlaamse vertegenwoordiging in Brussel, regionalisering van de gemeentewet, van kinderbijslagen en gezondheidszorgen. De communautaire partijnota (zie Knack, nr. 52) heeft ondertussen het fiat gekregen van het uitgebreide partijbestuur. Dat Jean-Luc Dehaene straks die punten ook mee zal gaan bepleiten, is niet langer een wensdroom van Luc Van den Brande alleen. Dat bevestigt de partijvoorzitter. En Dehaene zelf deed vorige week in zijn toespraak ter gelegenheid van de verkiezing van de Manager van het Jaar van Trends een kleine test: met een welgemikt bijzinnetje liet hij verstaan dat hij voor fiscale autonomie is.

Marc Van Peel: Men moet zich vooral aan Franstalige kant geen illusies maken. Toen we in 1995 naar de kiezer gingen, was er een duidelijke afspraak dat er geen communautaire hervormingen zouden komen. Maar daar moet men dus niet uit afleiden dat we het communautaire in 1999 op een laag pitje gaan zetten. We hebben nu een zeer duidelijk programma en we willen wel degelijk enkele belangrijke stappen voorwaarts zetten. Alle vorige staatshervormingen zijn gebeurd onder de leiding van de CVP en als de kiezer het mij toelaat, zal dat ook nu zo zijn. Er is een grote eensgezindheid in de CVP om te kiezen voor meer Vlaanderen en meer Europa, welteverstaan in de Belgische context. Er is geen sprake van een of ander separatistisch scenario. Natuurlijk zal de manier waarop de Franstaligen na 13 juni reageren, meebepalend zijn voor de verdere evolutie.

Hebt u die communautaire motor in uw partij wel onder controle? Een aantal CVP’ers heeft Matthias Storme vereerd met hun aanwezigheid op de meeting van zijn Overlegcentrum Vlaamse Verenigingen (OVV).

Van Peel: Ja, maar sommigen van hen hebben achteraf gezegd dat ze het gevoel hadden misbruikt te zijn geweest door Storme. Die had in zijn uitnodiging voor die meeting gezegd dat iedereen die meer Vlaanderen wil, welkom was. Of je nu voorstander was van het separatisme of van een verdiept federalisme of zelfs nog minder dan wat de CVP vandaag voorstaat, het deed er niet toe. Nogal wat mensen voelden zich lelijk in de zak gezet toen Storme op die meeting een ronduit separatistische toespraak hield.

In 1995 was de inzet van de verkiezingen duidelijk. Het “contract” moest worden voortgezet om de muntunie te halen. Vandaag is de inzet iets flouer. Bent u niet beducht voor improvisaties en andere ongelukken als gevolg van de “waan van de dag”, zoals u het zelf ooit noemde?

Van Peel: In 1995 hebben we vervroegd het vertrouwen van de kiezer gevraagd om met deze ploeg voort te kunnen werken. Nu zijn er verkiezingen omdat de regeerperiode wettelijk is afgelopen. Punt. Dat betekent niet dat de boodschap of de inzet vandaag daarom onduidelijker zouden zijn. Kwantitatief hebben we een schitterende basis gelegd, budgettair en sociaal-economisch. Vandaag kunnen we een grote sprong voorwaarts maken op domeinen die meer met de kwaliteit van het leven van doen hebben: mobiliteit, onderwijs, meer democratie in de ondernemingen, enzovoort.

Ik zou beduchter zijn voor de waan van de dag, als we in het verleden niet hadden bewezen dat we ze de baas kunnen. De dreiging is enorm geweest. Marc Dutroux ging lopen, er was X1, de dood van Sémira Adamu. Er zijn talloze momenten geweest waarop het beleid had kunnen ontsporen. Dat is niet gebeurd. Meer zelfs, het aloude adagium dat crisissen uitdagingen zijn, is nog maar eens bewezen. Dat is zelfs gebleken op het vlak van de begroting. We hebben de moed gehad om wat dan genoemd wordt de “cadeautjes” uit te stellen omdat we de absolute zekerheid wilden hebben dat we de EMU zouden halen. Dat wijst er toch allemaal op dat de meerderheid, ondanks het woelige politieke bestel waarin we leven, niet heeft toegegeven aan de waan van de dag. Ongetwijfeld wordt de verkiezingscampagne koortsig, maar ik vrees niet voor exuberante ontsporingen in de zin dat we gekke dingen zouden gaan beloven om één dagje succes te hebben.

Het “sfeertje” waarover u het vorig jaar had, de psychose en de “emocratie”, zijn weggeëbd?

Van Peel: Ik hoop dat. Maar ik zou niet durven zeggen dat er binnenkort niet opnieuw zulke dingen gebeuren. We leven nu eenmaal in een tijd waar een of ander verschrikkelijk televisiebeeld tot een enorme golfslag in de publieke opinie en dus ook in de politieke wereld kan leiden. Ik stel wel tot mijn voldoening vast dat we leren uit de ervaring. En dat de mensen zich niet laten vangen door diegenen die met het Snelle Grote Antwoord komen aandraven. Je ziet dat aan de déconfiture van de partij van Paul Marchal. Gelukkig hebben we al die tijd verder goed kunnen regeren zodat heel wat pseudo-alternatieven ontmaskerd zijn nog voor de verkiezingen beginnen.

U hebt het over het palmares van de regering, maar dat is mee de verdienste van de SP. Er valt net zo goed een lijstje op te stellen van zaken die de CVP niét heeft kunnen realiseren: het debat over euthanasie is ergens onderweg blijven steken, de als absoluut noodzakelijk voorgestelde hervorming van de sociale zekerheid is er niet gekomen, de alternatieve financiering is nergens te bespeuren…

Van Peel: Dat zijn wel heel verschillende zaken die u daar nu aanhaalt. Akkoord, inzake de hervorming van de sociale zekerheid zijn de ambtenarenpensioenen in het dak blijven steken. Maar dat heeft juist veel te maken met de enorme energie die is opgeslorpt door de hervorming van politie en justitie. Over euthanasie is er een duidelijk standpunt ingenomen…

U achtte een “goed akkoord” nog mogelijk voor het verstrijken van deze legislatuur.

Van Peel: Natuurlijk, maar dat moet uitgerekend aan bod komen in die commissies die zich ook over politie en justitie hebben moeten ontfermen. Maar er is een standpunt: het derde advies van het Bio-Ethisch Comité (euthanasie in noodsituaties, nvdr) blijft een goede basis voor een consensus. Trouwens, in de Senaat is de afgelopen maanden het debat over andere ethische thema’s, zoals de embryo’s, voortgezet. Dus de sfeer blijft goed om tot een consensus te komen zonder dat wij op enigerlei manier onze waarden zouden moeten prijsgeven. Alleen is dat geen debat dat je finaliseert op vijf maanden voor de verkiezingen. Dat bevordert de sfeer niet.

U kondigt aan dat u het in deze campagne wilt hebben over de “kwaliteit van het leven”. Dat zei u ook al eind 1996. Ook toen al heette het dat het staatshuishouden op orde was en dat er “eindelijk politieke energie vrijkomt om ons veel meer met de kwaliteit van de samenleving bezig te houden”.

Van Peel: Ja, en er is op dat vlak de afgelopen jaren ook al een en ander gebeurd. De Witte Woede kreeg een antwoord. Er zijn vierduizend verpleegkundigen bijgekomen, het aantal serviceflats voor bejaarden is verdubbeld, enzovoort. Maar dat is het normale verderzetten van een sociaal welvaartsbeleid. Als ik het vandaag heb over de grote kwalitatieve sprong voorwaarts bedoel ik iets anders. Er is bijvoorbeeld in het onderwijs bijzonder veel gesleuteld aan structuren en organisaties. Die investeringen waren terecht, maar toch is het niet zo dat de meerderheid van de leerlingen vandaag daarom liever naar school zou gaan. Dat is een vraag van een andere orde en daar moeten we ons nu maar eens dringend over buigen.

Idem dito met de kwaliteit van het leven op en rond de werkvloer in de bedrijven. We zitten nog altijd te veel in het verhaal van metro boulot dodo. Ik praat hier niet alleen over arbeidsvreugde, maar ook over levensvreugde. Als we zeggen dat het goed gaat met Vlaanderen, bedoelen we helemaal niet dat we in de beste van alle werelden leven. De realiteit is dat er vandaag een grote groep van 25- tot 45-jarige tweeverdieners is die wel werk hebben, maar een vrij gestresseerd bestaan leiden. De relatie van de ouders staat onder druk, er zijn de kopzorgen over de opvang van de jonge kinderen en er zijn de oudere kinderen die schoolmoe zijn. Flexibiliteit moet niet alleen voor de werkgevers, maar ook voor de werknemers gelden. Daarom moeten we over zulke thema’s praten als meer inspraak op de werkvloer of de winstparticipatie, al zou ik het erg vinden dat het debat daartoe verengd wordt. Achter die vragen zit namelijk een totale zingevingscrisis. Ik vind niet dat de politiek de instantie bij uitstek is om als grote zingever te gaan optreden. Ze kan er wel voor zorgen dat er meer tijd, ruimte en aandacht vrijkomt voor dat soort debatten. Vandaag hollen de mensen zichzelf te vaak voorbij.

Daarin zal u het verschil toch niet maken met de SP? Ook daar zeggen ze, zeer vrij vertaald: we hebben tien jaar goed beheerd, het is nu tijd om aan de moraal te denken.

Van Peel: Ik heb gehoord wat Louis Tobback vorige week heeft gezegd. Dat was dezelfde toon van 1995 hé. “Uw sociale zekerheid” en de polarisatie met de liberalen als vijand, en we zijn weer vertrokken. Dat is toch niet de manier waarop de CVP dat bekijkt. We hebben de afgelopen tien jaar niet al die inspanningen gedaan om vandaag zo conservatief mogelijk tegen de kiezer te kunnen zeggen: er moet niets veranderen. De samenleving verandert ook wel zonder de politiek, en het is nu zaak om ons voor te bereiden op dat ongelooflijk tempo van die evoluties.

Zei uzelf niet nog maar enkele maanden geleden: “Niet met deze VLD”?

Van Peel: Ja, en dat zal ik opnieuw zeggen als de VLD morgen nog eens komt vertellen dat ze een lastenverlaging van 200 miljard frank voorstaat. Ik zet niet alles wat we de afgelopen jaren verworven hebben op het spel door grote fiscale cadeaus te beloven waarvan je weet dat je ze toch niet kan waarmaken als je niet opnieuw in budgettair catastrofale scenario’s wilt belanden. Maar ik zal morgen ook zeggen “Niet met deze SP” als die partij compleet irrealistische zaken zou beloven. De media mogen zoveel schrijven als ze willen dat het in de sterren geschreven staat dat “Dehaene-Tobback” er samen mee doorgaan, dat is vandaag niet onze intentie. Op de avond van 13 juni zullen we de verkiezingsresultaten bestuderen en de programma’s van de verschillende partijen bekijken, en dan zien we wel weer. Ik vind het leuk dat de SP smachtende liefdesverklaringen aan ons adres aflegt, en ik stel vast dat de socialisten en de liberalen absoluut niet met elkaar overweg kunnen, maar ik laat me niet in het keurslijf dwingen van het beeld als zou alles al bij voorbaat vastliggen. Ik vind dat beledigend voor de kiezer. Het doet me denken aan een kaartspel waarbij de spelers al zitten te pochen over winst en combines nog voor de kaarten uitgedeeld zijn.

Sommige liberalen zijn ervan overtuigd dat de kaarten vandaag al uitgedeeld zijn.

Van Peel: Dat kan ik met de grootste klem, zeer formeel en volstrekt ontkennen.

Het thema van de levenskwaliteit lijkt een geschikt cement voor een coalitie van socialisten, christen-democraten en groenen.

Van Peel: Ik vraag me op den duur af wat ik moet doen om sommigen te overtuigen dat er geen sprake is van pre-akkoorden, dat er géén geheime gesprekken zijn, dat er géén ijzers in het vuur liggen. Als ik zeg “handen vrij” geldt dat voor SP, VLD maar ook voor Agalev.

De afgelopen tien jaar hebben heel wat CVP’ers tot hun eigen verbazing vastgesteld dat er met de socialisten best te regeren en te beheren viel. Tegelijkertijd hebben die socialisten het u knap lastig gemaakt met hun affaires.

Van Peel: Dat heeft ons wel degelijk parten gespeeld, maar ik heb dat nooit vertaald in mogelijke consequenties voor de huidige coalitie. En dat er met de socialisten te regeren valt, dat is gebleken. Dat heeft te maken met het feit dat ze, zoals hun broeders in andere West-Europese landen, een aantal doctrinaire standpunten hebben verlaten. Op sociaal-economisch vlak zijn ze duidelijk dichter gaan aanleunen bij hetgeen waar wij voor staan. Bij de liberalen stel ik vast dat het debat tussen het harde en het zachte liberalisme nog altijd woedt.

Volgens PS-voorzitter Philippe Busquin heeft de PSC aan de affaires wel degelijk consequenties voor de coalitie gekoppeld. Het zou alleen te danken zijn aan Dehaene en Tobback dat er van een wissel niets in huis is gekomen.

Van Peel: Ik heb nooit ervaren dat er toen in zulke termen over gesproken is. Er is alleen gezegd dat er een probleem zou zijn als Guy Spitaels op dat moment geen stap terug zou hebben gezet als voorzitter van het Waals Parlement. Dat heeft hij gedaan. Enige druk heeft daarbij geholpen, maar dat was alles.

Agusta heeft wel duidelijk grotere wonden geslagen tussen PSC en PS dan tussen SP en CVP. Toch blijft u zeggen dat u alleen met de PSC in een regering stapt.

Van Peel: Hoe meer christen-democraten, hoe liever.

Ook Gérard Deprez is een christen-democraat.

Van Peel: Deprez heeft meer dan tien jaar de PSC geleid en dus tijd te over gehad om zijn partij te hervormen of om al die prachtige plannen voor Wallonië uit te voeren waarvan hij nu de mond vol heeft. Het bulkt van de tegenstrijdigheden in zijn verklaringen. Eerst heeft hij gefulmineerd tegen de PS, nu schrijft hij zich in in de strategie van PRL-voorzitter Louis Michel die met diezelfde PS wil regeren. Maar wat mij nog het meest stoort, is het feit dat een partijvoorzitter die toch duidelijk heeft gekozen voor een gedachtegoed en een partij of beweging, de boel dan verraadt. En verraad is hier het juiste woord. Ik vind dat zeer slecht voor de politieke zeden. Deprez heeft het gepresteerd, Jaak Gabriëls ook. Dat geeft een deplorabel beeld van de politiek, het wekt de indruk dat sommige politici hun persoonlijke carrièreplanning belangrijker achten dan de groep en het gedachtegoed waarvoor ze staan.

Iedereen zegt dat Agusta het proces was van een oude politieke cultuur. Is het dan zo gek dat sommigen zich de vraag stellen hoe de CVP in die politieke zeden van toen wél haar engelenziel zou hebben bewaard? Hoe zit het met het gerechtelijk onderzoek naar de stukken uit de CVP-boekhouding die zo mysterieus verdwenen zijn?

Van Peel: Daar hebben we niets meer van gehoord. Het enige wat ik, nota bene via de pers, heb vernomen is dat er in de kwestie van de milieuboxen geen enkele reden meer is om over Theo Kelchtermans nog een zweem van verdachtmaking te laten hangen. Ik hoop dat dit voor de verkiezingen ook nog eens officieel publiek wordt gemaakt, en niet via een perslek. Er is een wereld van verschil tussen het bewaren van uw engelenziel en het plegen van regelrechte corruptie. De discussie over NPC bevatte veel wind, maar voor mij zijn er ter zake twee cruciale elementen: de partijpolitieke benoemingen en het cliëntelisme enerzijds en de manier waarop partijen vroeger gefinancierd werden anderzijds. Dat waren structureel politieke ziekten van het bestel en dus ook van onze partij, en die zijn even structureel gesaneerd door de politiek zelf.

Het overtreden van de strafwet, corruptie plegen, is een totaal andere zaak. Dus de verdachtmaking dat het op grote schaal is gebeurd, moet maar eens worden bewezen en die mensen moeten dan ook worden veroordeeld. Dit gezegd zijnde, de SP heeft een zeer correcte houding aangenomen na het Agusta-arrest. Ik heb hen niet horen zeggen dat de magistratuur hen gepakt heeft. Integendeel, ze zijn zelfs bereid om het geld terug te betalen.

Sommige SP’ers vrezen dat de rechtervleugel in uw partij het Kerstarrest zal aangrijpen als er straks over een coalitie moet worden gesproken.

Van Peel: Daar merk ik niets van. Ik wil er trouwens op wijzen dat die zogenaamde rechtervleugel zich allesbehalve onbetuigd heeft gelaten toen het erop aankwam om de luchtkastelen van de VLD en hun 200 miljard streng te veroordelen.

Frank Vandenbroucke keert terug. In CVP-kringen horen we dat ook Johan Van Heckes terugkeer vaststaat.

Van Peel: Ik heb al heel lang geleden gezegd dat hij welkom is. En inderdaad, alles wijst erop dat hij zal terugkeren. Maar op welke lijst, dat moet worden uitgemaakt in februari en maart.

Het zou Europa worden.

Van Peel: Daar laat ik me echt niet over uit.

Een van de verdiensten van uw voorganger was dat hij de standen in de CVP op hun plaats heeft gezet. Enkele weken geleden zei ACW-voorzitter Theo Rombouts onomwonden dat hij zou pogen om “parlementsleden en kandidaat-parlementsleden die met ons structureel samenwerken, op de verkiezingslijsten van de CVP te krijgen en pogen voor hen een goede plaats te bekomen”. Dat was wel een zeer vrije en vranke manier om te zeggen dat de standen nog altijd een georganiseerde directe rol spelen in de vorming van uw lijsten.

Van Peel: De relatie tussen de sociale organisaties en de partij is op dit ogenblik serener en duidelijker dan ooit. Vroeger was dat veel verkrampter. Vandaag is er nog altijd overleg, maar ieder bepaalt heel autonoom zijn standpunten. Ook over de lijsten is er overleg, ja. In sommige partijen is de lijstvorming soms vaker een zaak van individuele concurrentie dan van ideeën. Dan doe ik het liever op onze manier. Voor een volkspartij als de onze is het belangrijk dat je mensen vanuit diverse socio-professionele groepen in je politiek personeel hebt. En dat dit ook blijkt uit de lijsten. Maar ik wijs erop dat Rombouts het woord pogen gebruikte. Het is dus absoluut niet zo dat er sprake is van een dictaat.

Maar hoe compatibel zijn die traditionele criteria van lijstvorming in de CVP met uw voornemen om meer jongeren en vrouwen in het parlement te krijgen?

Van Peel: Er is in de partij gestemd over wat we genoemd hebben “de normale doorstroming van de generaties” en over het voornemen om één derde effectief verkozen vrouwen in de parlementen te krijgen. Er wordt van hieruit zwaar gewogen om ervoor te zorgen dat dit ook gebeurt op de lijsten. Is dat compatibel met de wensen van de sociale organisaties? Soms wel, soms absoluut niet, en dan wordt daar meestal een stevig robbertje over gediscussieerd. Maar het is de partij die beslist. Het is in het verleden al vaker gebeurd dat een arrondissement zijn huiswerk moest overdoen als een lijst niet beantwoordde aan de opgelegde criteria. Die stok staat ook nu achter onze deur.

Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content