Om te vermijden dat een slechte gezondheid ook tot financiële ongelukken zou leiden, bestaat sinds kort het systeem van de maximumfactuur. Het idee van de uitgavenplafonds bestond al langer, maar het nieuwe concept moet efficiënter werken.

Gerry Meeuwssen

Vijfennegentig procent van de Belgen geeft jaarlijks niet bijzonder veel geld uit aan persoonlijke bijdragen voor gezondheidszorg. Daartegenover staat vijf procent anderen die dat wél doet. Bij die mensen neemt de kost voor medische zorg vaak zo’n grote hap uit het huishoudbudget, dat ze door hun ziekte in financiële moeilijkheden komen. De overheid reikt ze een helpende hand.

Het systeem van de maximumfactuur werkt eenvoudig: vanaf een bepaald bedrag neemt de overheid bijna alle medische kosten op zich. Hoe hoog dat plafondbedrag is, hangt af van het inkomen en het statuut van de persoon in kwestie. Wie jaarlijks minder dan 13.731 euro verdient, zit in de laagste schaal, net zoals sommige gepensioneerden, invaliden, oudere werklozen en andere mensen met een beschermingsstatuut. Voor hen is 450 euro het maximale bedrag dat ze zelf moeten betalen. Bij meer bemiddelden – mensen met een gezinsinkomen dat ruim boven de 50.000 euro ligt – mag de persoonlijke factuur ten hoogste tot 2500 euro oplopen. Tussen deze twee uitersten liggen nog vijf loonschalen, met elk een overeenkomstig plafond. Belangrijk: er is ook een zogenaamde ‘kindMAF’, of maximumfactuur per kind. Een gezin kan hierdoor per kind nooit meer dan 650 euro gezondheidskosten per jaar hebben. Als het plafond voor het volledige gezin lager is, geldt uiteraard dat laagste plafond.

Er bestaan al langer systemen die het eigen financiële risico tot een bepaald bedrag beperken, maar die blijken niet zo efficiënt. Ze bieden geen speciale regeling voor lage inkomens en houden geen rekening met de kosten voor geneesmiddelen. Bovendien werken franchisesystemen traag. Door de niet-automatische omweg langs de fiscus kon het in het verleden wel eens twee jaar duren voor een patiënt zijn geld kreeg.

De maximumfactuur kent die gebreken niet. Door een doorgedreven informatisering moet niemand zelf nog een aanvraag indienen: alles gebeurt automatisch via de fiscus of het ziekenfonds.

De terugbetaling zal daarom zeker voor de zwakste groepen veel sneller plaatsvinden. Gezinnen met een netto belastbaar inkomen onder de 21.109 euro krijgen voortaan hun uitgaven hetzelfde jaar nog terugbetaald. Zij beschikken doorgaans niet over voldoende financiële reserves om een langere wachtperiode makkelijk door te komen. Alleen mensen van wie het inkomen op korte tijd sterk is gedaald, moeten naar het ziekenfonds stappen als ze voor een versnelde terugbetaling in aanmerking willen komen.

Natuurlijk worden niet alle kosten in rekening gebracht voor de maximumfactuur. Uitgaven voor niet-noodzakelijke geneesmiddelen vallen bijvoorbeeld buiten het systeem. Meer informatie is te verkrijgen bij het ziekenfonds.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content