Een artistieke toptien van de meest verfilmde schrijver aller tijden.

?Hamlet? (1948) : de beroemdste Shakespearefilm van Laurence Olivier ; zijn riskante vertolking van de gekwelde Deense koningszoon blijft de toetssteen voor elke interpretatie van ?de tragedie van een man die geen besluit kan nemen.?

?Julius Caesar? (1953) : logisch dat Joseph L. Mankiewicz, de meest retorische van alle grote Hollywoodregisseurs, vroeg of laat een Shakespearetekst zou ensceneren. Marlon Brando is Marcus Antonius, zijn demagogische elegie (?Begraven kom ik Caesar, niet hem prijzen?) is om van te snoepen. James Mason is even magistraal als de ?achtenswaardige? Brutus.

?Troon van het Bloed? (1957) : Akira Kurosawa brengt een verbluffende synthese van Noh-theater, Samourai-epos en Shakespeare. Toshire Mifune is de Macbethfiguur die al moordend koning wordt van het Spinnewebkasteel. Een monument !

?West Side Story? (1961) : ?Romeo & Julia? getransponeerd als Broadwaymusical. De Montagues en Capulets werden vervangen door de Jets en de Sharks. De verzen door de lyrics van Stephen Sondheim en grotestadsmuziek van Leonard Bernstein. De balkonscène heeft plaats op de brandtrappen in het Portoricaanse getto van New York. Veteraan Robert Wise en choreograaf Jerome Robbins tekenden samen voor de superdynamische regie.

?Chimes at Midnight? (1966) : Orson Welles die op zijn twaalfde voor ’t eerst Falstaff speelde, weeft rond ?the most entirely good man in all drama? zijn meest droefgeestige mijmering over een wegkwijnende wereld.

?King Lear? (1970) : sombere Russische versie van Grigori Kozintsev van Shakespeares testament, de tragedie van een man die alles verliest. Vernederd, opgejaagd en van alle macht en aanzien beroofd, krijgt hij eindelijk een inzicht in het leven van zijn onderdanen.

?The Angelic Conversation? (1985) : de vroeggestorven Britse avant-gardist Derek Jarman selecteerde vooral de homo-erotisch geladen gedichten uit de 154 sonnetten, die hij aanvult met cryptische visuele impressies van schoonheid en vergankelijkheid.

?Hamlet Goes Business? (1987) : Elsinore wordt vervangen door de kantoren van keiharde businesspraktijken in Helsinki in deze laconiek minimalistische adaptatie van Aki Kaurismäki, gefilmd in onbarmhartig zwart-wit.

?My Own Private Idaho? (1991) : Prins Hal ( Keanu Reeves) en zijn gabbers (onder wie River Phoenix) worden prostitués in de straten van Seattle (Portland), daarbij gesurveilleerd door de lokale Falstaff-figuur, Fat Bob. Er komen aan deze cultfilm van Gus Van Sant nauwelijks verzen te pas, maar de geest van Shakespeare zit in de passie waarmee de vreugde en het verdriet van de kameraadschap wordt bezongen.

?Prospero’s Books? (1991) : van Peter Greenaway moet je zeker geen letterlijke vertaling van ?The Tempest? verwachten. De structuur van dit multimediaexperiment wordt geleverd door de 24 boeken die de verbannen Prospero (een majestatische John Gielgud) maar zijn eiland meeneemt. Door middel van nieuwe beeldtechnologieën loodst Greenaway de bard binnen in de éénentwintigste eeuw.

P.D.

Julius Caesar : Hollywoodretoriek.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content