Met de opmars van DVD wordt het begrip thuisbioscoop eindelijk een realiteit. Betekent het digitale schijfje ook het einde van de videoband?

Film bekijk je nog altijd het best in de bioscoop, op een groot doek, liefst omringd door honderden enthousiaste toeschouwers. Tenminste in een ideale wereld, waar de scherpstelling nog altijd goed geregeld wordt, waar uw buren tijdens de voorstelling hun bek houden en niet voortdurend knisperende chips zitten te vreten, waar de stank van popcorn u niet tegemoet komt en waar uw schoenen niet aan het tapijt blijven plakken vanwege kauwgum en andere viezigheid.

Video was eigenlijk altijd een schraal alternatief: zowel de beeldkwaliteit als het geluid laten veel te wensen over; vaak klinkt de soundtrack als een echte kraakband waarop de dialogen nauwelijks verstaanbaar zijn. En als de analoge videotape na herhaaldelijk terugspoelen aan het rekken gaat, geloven we helemaal onze oren niet meer.

Tot overmaat van ramp worden de meeste videocassettes – ook na de schuchtere intrede van de breedbeeldtelevisie – nog altijd uitgebracht op het foute formaat.

Voor de ware filmfan moest Laser Disc soelaas brengen. De huur en verkoop was in elk geval gericht op de veeleisende cinefiel: het originele bioscoopformaat wordt gehandhaafd; de film wordt vaak aangevuld met documentaires, commentaar van de regisseur, onuitgegeven scènes.

Laser Discs hebben echter twee grote nadelen: ze zijn te duur en te omslachtig. Wie had er zin om in het tijdperk van de cd op hetzelfde voorhistorische formaat van de onhandige vinyl LP naar een speelfilm te kijken? Behalve in Frankrijk sloeg Laser Disc nooit aan in Europa, ook al wegens de grote achterstand met de VS in het uitbrengen van de speelfilms.

Genoeg getreurd, want nu is er DVD – een zegen voor al wie zich een privé-filmarchiefje wil aanleggen en hét medium dat het begrip thuisbioscoop tot een realiteit maakt.

En dan hebben we het nog niet eens over de fanaat die zijn woonkamer heeft omgebouwd tot een heuse mini-bioscoop, die inzake geluid, grootte en kwaliteit van het beeld met de echte filmzalen kan concurreren.

Het is voor dit nieuwe systeem in de consumenten-elektronica niet nodig om een technologische bolleboos te zijn: het DVD-apparaat is gewoon met een Scart-kabel via de videorecorder met het 4/3 televisiescherm verbonden, het geluid komt uit de boxen van het tv-toestel. Om het spektakel compleet te maken moet je natuurlijk kijken naar het extra grote scherm van een vlakke breedbeeld (16/9) televisie en moet je het indrukwekkende Dolby Digital Surround aansluiten op vijf of zes luidsprekers waardoor de gierende remmen of fluitende kogels om je heen galmen alsof je daadwerkelijk midden in de actie zit. Maar zelfs in zijn meest bescheiden toepassing is het resultaat bepaald imponerend.

SENSATIONELE KWALITEIT

DVD, ook wel Digital Video Disc genoemd, is in feite de afkorting van Digital Versatile Disc. Zo’n DVD is een glimmend kunststof schijfje, zo groot als de huidige cd, maar er kan vele malen meer informatie op worden geperst. Door verdubbelde en verfijnde leestechniek biedt de DVD een opslagcapaciteit van 13 cd-roms; op de meest gebruikte DVD dragers kan ongeveer 266 minuten video gezet worden.

Je kunt je cd’s trouwens ook op je DVD-apparaat afspelen, waarvan de kostprijs nu ook weer niet het einde van de wereld is (tussen de 15.000 en 25.000 frank). En net als de cd is het DVD-plaatje zo goed als onverslijtbaar.

De kwaliteit van het gedigitaliseerde beeld is sensationeel. De contrasten in kleur en licht zijn scherp; zelfs het ultra-snel bewegende beeld blijft feilloos gedefinieerd. Als iemand een fijn ruitjespak draagt, begint zijn kostuum niet te trillen – en als je bijvoorbeeld het beeld bevriest, staat het ook echt stil. Het nadeel van de superieure kwaliteit is dat sommige special effects die op video realistisch lijken, nu wel door de mand vallen.

Het kristalheldere geluid op de digitale informatiedrager is zo mogelijk nog een grotere verbetering op het videoformaat.

Op enkele droevige uitzonderingen na worden de films ook stelselmatig getoond in het originele bioscoopformaat, dat kan variëren van (de cijfers geven de breedte/hoogte verhouding aan) 1.66:1, 1.78:1, 1.85:1 tot 2.35:1. Hoe breder het formaat, hoe dikker de zwarte balken onder- en bovenaan het scherm. Voor de leek scheppen die diverse Widescreenformaten alleen maar verwarring, maar er kan toch niet genoeg op gehamerd worden hoe essentieel het is om een film te bekijken in het oorspronkelijke beeldkader. Wordt het oorspronkelijke formaat niet gerespecteerd, dan krijg je het abominabele Pan & Scan, waarbij een formaat van zeg maar 2.35 in een standaard 1.33 geduwd wordt door de randen af te snijden, waardoor je bijna 40 procent van het originele beeld elimineert.

De superieure techniek van DVD eventjes terzijde gelaten, is het vooral in het aanbieden van extra’s dat de filmfan waar krijgt voor zijn geld.

Behalve de verschillende taalversies, te combineren met ondertiteling naar keuze, is de film opgedeeld in dertig tot vijftig hoofdstukken, zodat je meteen naar je geliefde scène kunt zappen. Het toegevoegde interactieve materiaal kan bestaan uit originele trailers, biografieën, making of-documentaires, tekeningen, schetsen en foto’s, story boards, alternatieve eindes, outtakes (scènes die uit de definitieve montage werden weggesneden), verschillende versies al naar gelang het territorium waar de film werd uitgebracht. Soms krijg je er zelfs op een apart spoor de integrale originele score bij. Leukst van alles is natuurlijk het over de hele film uitgesmeerde commentaar van de regisseur. Een zeldzamer foefje is de Angle Change, waar je één scène vanuit diverse camerastandpunten kunt zien (er hoeft geen tekeningetje bij om te begrijpen waarom vooral de porno-industrie zich graag van deze gimmick bedient).

Maar nu het minder goede nieuws: jammer genoeg bevatten de Europese DVD’s doorgaans veel minder extra’s dan de Amerikaanse schijfjes. Want inderdaad, het zou te mooi zijn, mocht uw DVD-speler schijfjes uit alle landen kunnen afspelen.

ZES REGIO’S

Gelukkig gebeurde met DVD niet hetzelfde als in de jaren zeventig met video: toen kwamen maar liefst drie systemen op de markt (Video-2000, Betamax, VHS), met alle verwarring vandien. VHS, van het Japanse JVC, was technisch het minst geavanceerd, maar consumenten kozen er massaal voor, dus werd VHS de videostandaard. Bij DVD is de verwarring minder groot maar ook nu is er geen echt universeel systeem. Daar hebben enkele grote Hollywoodstudio’s voor gezorgd: om hun eigen markt te beschermen – in Amerika zijn films vaak al uit op DVD vooraleer ze in Europa in de bioscoop belanden – werd de wereld in zes regio’s verdeeld en voor ieder verkoopgebied werden in software en hardware regionale restrictiecodes ingebouwd. Zodat in zone 1 (de VS) geproduceerde DVD’s niet compatibel zijn met een DVD-speler uit zone 2 (Europa en Japan). Met andere woorden: hetzelfde verhaal als met Amerikaanse videocassettes die in Europese recorders ook niet te bekijken zijn omdat men in de VS de videostandaard NTSC hanteert, die afwijkt van het Europese PAL-systeem.

(Bepaalde DVD’s zijn wel in alle regio’s te bekijken; de zogeheten Region Zero DVD’s: waaronder documentaires over de NASA en vuurspuwende bergen en natuurlijk de meeste porno.)

Zeker wat speelfilms op DVD betreft, is die scheiding vooral jammer voor Europa waar aanmerkelijk zuiniger wordt omgesprongen met special features.

We kunnen ons daardoor wel bedrogen voelen, maar daar zijn wel twee goede redenen voor die te maken hebben met productiekosten en opslagcapaciteit.

Producenten van DVD’s willen aan het uitbrengen van een film maar een bepaald bedrag spenderen. Probleem is dat in Europa iedereen een andere taal spreekt, zodat de investering in de allereerste plaats naar de verschillende versies gaat, zowel in de dubbing als in de ondertiteling (soms in elf talen!). Natuurlijk palmt elke bijkomende soundtrack in een andere taal ook kostbare ruimte op de disc in. Ook moet de producer van de DVD voor zijn territorium de rechten verwerven op het bijkomende materiaal.

In Amerika krijg je naast de Engelse onderschriften voor slechthorenden hooguit een Spaanse versie. Dus kan er ook veel meer geld – en ruimte op de DVD – vrijgemaakt worden voor de extra’s.

Dat levert soms echt spectaculaire uitgaven op: een must voor verzamelaars is The Alien Legacy, een luxe-box met de vier Alien films, voorzien van aangepaste special effects-animatie die ons binnenleidt in de menu’s vol bijkomend materiaal. Van de originele monsterhit van Ridley Scott krijgen we bijvoorbeeld tien weggelaten scènes te zien, telkens met een verklarende tekst die uitlegt waar ze in de film passen.

Gezien het multistandaardapparaat veelal uit de handel is genomen, kun je alleen van deze Amerikaanse edities genieten als je je Europees apparaat laat ombouwen. Wettelijk mag dit niet, maar dat zal je als goede Belg een zorg zijn.

KOOPMARKT

De modale DVD is ook een stuk goedkoper over de oceaan – je hoeft niet meer voor neer te tellen dan twintig dollar (ongeveer 800 Belgische frank) voor een DVD die hier makkelijk 1000 à 1500 frank kost.

Verwoede DVD-verzamelers bestellen hun waar trouwens via Internet, nog altijd de goedkoopste manier, ook al omdat je de Amerikaanse heffingen ontwijkt (al kom je met de portkosten ongeveer aan hetzelfde bedrag uit als bij een voordelige handelszaak in New York).

Er is trouwens goed nieuws voor wie zich met Zone 2 DVD’s moet behelpen. Hoe langer hoe meer komen ook hier DVD’s op de markt die van special features zijn voorzien. En de beeldkwaliteit van Regio 2 PAL schijfjes is nog altijd iets beter dan van Regio 1 NTSC.

Als je ziet hoe zuinig de lokale videotheek omspringt met informatie over het product en hoe de banden geklasseerd worden – per genre, zonder enig onderscheid tussen het kaf en het koren – weet je meteen dat de doelgroep niet de kieskeurige filmliefhebber is, maar de toevallige klant op zoek naar een flinke portie actie, seks, horror of lol omdat er die avond toch weer niks op tv is.

“DVD is hoofdzakelijk een koopmarkt en richt zich tot een ander publiek”, zegt Filip Struyven, woordvoerder van Columbia Tri-Star Home Video. “Het gaat om een doelgroep die vooral in kwaliteit geïnteresseerd is. Het zijn de echte filmfanaten en verzamelaars die zich als eerste op DVD hebben gestort.”

Anders dan Warner en Universal, probeert Columbia Tri-Star even veel extra’s te bieden als op de Amerikaanse schijfjes. De firma is bereid per film 50.000 tot 90.000 dollar te investeren in opmaak van de zogeheten menu’s. Struyven noemt die added value essentieel en ziet dit in de toekomst almaar uitbreiding nemen. “DVD zal hoe langer hoe meer een multimedia disc worden, met naast de film en de klassieke extra’s ook clips en interactieve spelletjes. Vergeet niet dat DVD, met onderschriften in maximaal 32 verschillende talen nu al de perfecte manier is om talen te leren, ook al omdat je de dubbing en ondertiteling in allerlei variaties kunt combineren.”

Volgens Struyven komt het er ook op aan de onwettelijke Amerikaanse import een halt toe te roepen. “Internet maakt het makkelijk om discs veel te vroeg voor de Europese markt in te voeren. Op zich is import voor privé-gebruik geen probleem maar helaas zet Internet ook de sluizen open voor illegaal kopiëren op grotere schaal. Tien procent import kunnen we dulden, maar nu is de Amerikaanse importmarkt goed voor dertig procent van de omzet. Dat is te hoog.”

Totnogtoe is het aanbod in Amerika niet alleen groter (ongeveer 4.200 titels – speelfilms maar ook documentaires, concerten en videoclipcompilaties – tegenover een 1.000 titels in de Benelux) maar ook veel cinefieler. Je kunt op DVD bijvoorbeeld het bijna integrale oeuvre van Stanley Kubrick bewonderen, de meeste klassiekers van vadertje Hitchcock, alle MGM musicals en de director’s cut (één uur langer dan de drie uur lange bioscoopversie!) van Bertolucci’s The Last Emperor. Daarnaast ook rariteiten als de films van Andy Warhol, de gerestaureerde versie van de tekenfilm Gulliver’s Travels (1939) van Max Fleischer tot zelfs Daughters of Darkness van Harry Kümel! In Europa is het aanbod nog te veel gericht op het recente commerciële werk, maar diverse videoverdelers beloven dat ze in hun catalogus meer aandacht zullen besteden aan golden oldies, klassiekers of cult-films.

VERSLEUTELDE INHOUD

Het lanceren van DVD liep behoorlijk wat vertraging op wegens de onderlinge disputen tussen de elektronica-giganten – Matsushita, Sony, Toshiba, Pioneer, JVC, Hitachi en Philips – en de moeizame onderhandelingen met de Amerikaanse filmstudio’s over copyright. Uiteindelijk werd DVD in 1997 dan toch op de Amerikaanse markt geïntroduceerd. Aanvankelijk deden Disney, MCA en 20th Century Fox niet mee, omdat er geen afspraken waren over scheiding van de Amerikaanse en Europese markten. Een andere zorg was hoe het kopiëren van de schijfjes onmogelijk te maken. Een aantal Amerikaanse studio’s eiste harde garanties voor een betere bescherming. Het versleutelen (encryptie) van de inhoud van de schijfjes bracht de oplossing. Inmiddels brengen alle grote studio’s hun titels ook op DVD uit, vaak gelijktijdig met video. DVD is intussen de snelst groeiende drager ooit. DVD spelers veroveren sneller de markt dan zestien jaar geleden de cd speler. Eind van het jaar zullen in de VS al ruim vijf miljoen DVD-spelers verkocht zijn. Sommige videozaken verkopen nu al meer DVD’s dan cassettes. Een grote stimulans in de stijgende verkoop is het op de markt brengen van mega-titels als The Matrix, Titanic en Saving Private Ryan, waarvan telkens één miljoen kopieën geperst worden.

In Europa bedraagt de markt-penetratie nog maar 4 procent, maar tegen 2002 zou dat moeten oplopen tot 34 procent. Engeland, waar ook de video hoge toppen scheert, was al snel helemaal gewonnen voor deze innovatie in home entertainment: daar hebben 100.000 gezinnen al de overstap gemaakt van VHS naar DVD, gingen inmiddels al 650.000 schijfjes over de toonbank en zijn al minstens vier maandbladen helemaal aan DVD gewijd.

Ook bij ons verloopt de penetratie aanzienlijk sneller dan destijds die van cd-spelers. In de Benelux werden in nauwelijks anderhalf jaar tijd 120.000 spelers verkocht, waarvan 50.000 in België.

Voor wie ook op het strand, tijdens het picknicken of in trein, auto of vliegtuig in optimale omstandigheden een filmpje wil meepikken, is er nu ook de draagbare versie, bijvoorbeeld de DVD L10 van Panasonic, een kleinood van 140 mm breed dat je in je handpalm kunt leggen.

En natuurlijk kunnen DVD’s ook afgespeeld worden op sommige computers, zoals op de nieuwste generatie IMAC. Ook wie een spelcomputer aanschaft is een potentiële DVD-koper. Volgend jaar komt Playstation 2 eraan, die uiteraard DVD-compatibel zal zijn en waarvan in Europa de eerste zes maanden naar schatting 300.000 toestellen zullen verkocht worden!

Betekent de opmars van DVD dat video-banden hun beste tijd hebben gehad? Voorspeld wordt dat DVD in minder dan vier jaar tijd video naar de kroon zal steken. Nu zijn er wereldwijd 17 miljoen DVD-spelers op de markt – tegen 2005 zouden dat er 144 miljoen moeten zijn.

Vooralsnog zijn de apparaten alleen als speler voor voorbespeelde schijfjes bruikbaar, zodat we voor het opnemen van een programma of film nog altijd op de videoband aangewezen zijn.

Een variant waarmee consumenten tv-programma’s kunnen opnemen, werd aanvankelijk voor de feestdagen in Japan verwacht, maar zal toch nog iets langer op zich laten wachten.

Het is nu uitkijken naar de samensmelting van alle DVD-spelers, een universele speler die niet alleen video-, audio- en computerschijfjes kan aflezen, maar ook opnemen en zowel uw cd-speler als videorecorder naar het grof vuil verbant. Over twee jaar zou die er moeten zijn.

Maar zelfs dan voorspelt Struyven nog een overgangsfase. “De cd heeft er negen à tien jaar over gedaan om de LP te vervangen. Zelfs als we rekening houden met de snellere groei van DVD, heeft video nog minstens vijf à zes jaar voor de boeg. Video zal trouwens verder evolueren naar een midprice budget categorie bedoeld voor massa-consumptie. Net wegens die added value kun je voor een DVD meer geld vragen.”

Patrick Duynslaegher

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content