Ferdinand I van Oostenrijk (1793-1875)

Ferdinand I van Oostenrijk heeft mentaal en fysiek zwaar te lijden onder de inteelt bij de Habsburgers. Dat kan je duidelijk aan hem zien.

DER GÜTIGE

Ferdinand I is het slachtoffer van de verregaande inteelt bij de Habsburgers. Hij is de oudste zoon van neef en nicht Franz II en Maria Theresia van Napels en Sicilië. De gevolgen zijn duidelijk: Ferdinand heeft epilepsie, een groot hoofd en korte armen en benen, en kent neurologische problemen. Zijn bijnaam ‘der Gütige’, de goedaardige, is een eufemisme voor ‘de zwakbegaafde’.

Ontwikkelt zich als kind heel traag: stappen en spreken gaan moeilijk.

Groeit dankzij de goede zorgen van zijn stiefmoeder en derde vrouw van Franz II uit tot een zelfstandige jongeman met verschillende interesses.

Wordt in 1830 koning van Hongarije.

Trouwt een jaar later met Maria Anna van Sardinië, meer zijn verpleegster dan zijn vrouw. Hij heeft tot twintig epilepsieaanvallen per dag.

Volgt in 1835 zijn vader op als keizer van Oostenrijk.

Treedt na sociale onlusten af ten voordele van zijn neef Franz Joseph.

DIAGNOSE: ZWAKZINNIG

Ferdinand vertoont talrijke fysieke mankementen en ongemakken, wat het hem vrijwel onmogelijk maakt een normaal leven te leiden, laat staan een land te besturen. Bovendien krijgt hij het mentaal moeilijk, zodat sommigen hem zwakzinnig noemen. Dat komt de eigenlijke machthebber van het land Klemens von Metternich (1773-1859) goed uit. Na zijn aftreden trekt Ferdinand zich terug in een kasteel in Praag. Hij houdt zich bezig met zijn hobby’s muziek, heraldiek en plantkunde. Vreemd genoeg verbetert zijn gezondheid naarmate hij ouder wordt. Hij laat bij zijn dood op zijn 82ste een fortuin na.

Partner Content