FACTCHECKER

Nu de VRT naar verluidt 27 miljoen euro moet besparen, is de openbare omroep volop voorwerp van debat. In een opinie in De Standaard schrijft politicoloog Marc Hooghe (KU Leuven) op 12 augustus: ‘In landen waar de publieke omroep zwak staat, is de politieke kennis van de bevolking beperkter, is er meer politiek wantrouwen en krijgen populistische en racistische partijen meer kansen.’ Enkele dagen later trekt Kamerlid Peter De Roover (N-VA) in dezelfde krant die stelling in twijfel: ‘We leren bij Hooghe dat noordelijke Europese landen een sterke openbare zender hebben, de zuidelijke niet. Daardoor is in het zuiden de politieke kennis beperkter en het succes van populistische en racistische partijen groter, beweert hij. Is het daarom dat Vlaanderen, met die sterke openbare zender, zowat de kleinste socialistische partij van Europa heeft? Ik probeer alleen maar het beweerde concreet toe te passen natuurlijk, want ik zou dat verband zelf niet durven te suggereren.’

‘Hooghe heeft een wetenschappelijke vaststelling gesuggereerd die er volgens mij niet is’, verduidelijkt De Roover aan de telefoon. We beperken ons hier tot het verband tussen het marktaandeel van de openbare omroep en politieke kennis. Is dat er?

Jazeker, zegt Hooghe, verwijzend naar het Yearbook of the European Audiovisual Observatory over 2013. ‘Politieke kennis van de bevolking wordt daarin gemeten met de vragen wie de minister van Buitenlandse Zaken is, wie de secretaris-generaal van de VN, en welke de grootste partij is in het parlement. Controlerend voor het gemiddelde opleidingsniveau, blijkt de kennis in landen als Denemarken en Finland ongeveer dubbel zo groot als in Griekenland of Hongarije. Toeval of niet, in de Scandinavische landen is het marktaandeel van de publieke omroep drie tot zes keer groter.’

Het onderzoek toont geen oorzakelijk verband, maar in tegenstelling tot wat De Roover beweert (‘daardoor’), zegt Hooghe dat in zijn opiniestuk ook niet.

Een recente studie van Shanto Iyengar (Stanford) in The International Journal of Press/Politics toont aan dat kijken naar nieuws op de openbare omroep, gemeten voor individuen, de politieke kennis vergroot. Die wordt gemeten met zeven vragen, onder meer over de werking van de EU. Wie elke dag naar het nieuws op de publieke omroep kijkt, blijkt gemiddeld – berekend over 27 landen – een halve vraag meer correct te beantwoorden dan wie daar nooit naar kijkt (4,2 juiste antwoorden i.p.v. 3,7). Het effect van nieuws op de commerciële zenders is negatief en verwaarloosbaar.

‘VTM is geen typisch commerciële zender’, nuanceert politicoloog Stefaan Walgrave (UAntwerpen), die samen met Hooghe over nieuwskwaliteit publiceert. ‘Er zijn kleine verschillen, maar als je Het Journaal en Het Nieuws uitzet in een internationale nieuwsvergelijking, zitten ze vlak bij elkaar.’

Omdat tv het belangrijkste medium is waarmee mensen zich over politiek informeren, en omdat het tv-journaal ook mensen bereikt die uit zichzelf weinig politiek geïnteresseerd zijn, is de vraag relevant.

‘Onze democratie is het allermeest gebaat met een goed nieuws op VTM, en dat krijg je door een sterk VRT-journaal’, zegt Walgrave. ‘De VRT investeert er veel in, en in ons weinig gefragmenteerd landschap gaat VTM naar de marktleider toe.’

Van alle Vlamingen die om 19 uur tv kijken, stemt ongeveer 80 procent af op nieuws. Gemiddeld kijken dan bijna dubbel zoveel mensen naar VRT als naar VTM.

Conclusie:

De scepsis van Peter De Roover is onterecht, want onderzoek toont aan dat de politieke kennis van de bevolking beperkter is in landen waar de openbare omroep zwak staat. Knack beoordeelt de stelling als waar.

WAAR

Jan Jagers

‘In landen waar de publieke omroep zwak staat, is de politieke kennis van de bevolking beperkter’ Politicoloog MARC HOOGHE (KU Leuven), in De Standaard.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content