FACTCHECKER

Zeg niet botweg kwispelen tegen een waaierende hondenstaart. Verschillende kranten doen verslag van een recent Italiaans onderzoek in het vakblad Current Biology, over een laboratoriumexperiment. Daarbij kregen 43 honden beelden van andere honden voorgeschoteld wier staart nu eens meer links en dan weer meer rechts uitzwaaide. Gemeten aan de hartslag en andere (niet nader genoemde) indicatoren, besluiten de auteurs van het artikel dat honden meer stress voelen wanneer hun soortgenoot meer naar links kwispelt. ‘Staarttaal van hond ontcijferd: linkskwispelend betekent gevaar’, concludeert de Volkskrant. ‘Rechts kwispelen nemen honden waar als een uitdrukking van vertrouwen en vriendschap.’

Moeten we uitkijken voor linkse kwispelaars?

Die conclusie is voorbarig. Misschien zelfs onjuist. De recente studie, waarmee Siniscalchi en collega’s wilden nagaan of en zo ja, hoe een hond het laterale gekwispel van een soortgenoot interpreteert, is een vervolg op hun vorige labonderzoek uit 2007. Bij honden die hun bekende baasje te zien kregen, week de kwispelende staart eerder rechts uit, zo bleek. Kregen ze een dominante Mechelse scheper te zien, dan ging de uitwijking naar links.

Wat in die labcontext gold, is evenwel niet bevestigd in realiteit, weet dierenarts Tiny De Keuster (UGent), die gespecialiseerd is in het gedrag van gezelschapsdieren. ‘Spaanse wetenschappers hebben de Italiaanse labproef herhaald met 200 honden in dagelijkse situaties, zoals een (stresserend?) bezoek aan de dierenarts. Ze concludeerden dat asymmetrisch kwispelen haast niet te lezen is, laat staan zinvol te interpreteren.’

Op die lijn zitten ook An Wesenbeek en Geert De Bolster, twee hondentrainers met wie we contact opnamen. Wesenbeek noemt het onderzoek een ‘ver-van-mijn-bedshow’, De Bolster typeert het als ‘interessant maar onbruikbaar’. Of een hond gespannen is, maak je niet alleen op uit zijn staartbeweging, benadrukt hij, maar dat merk je ook aan ontblote tanden en rechtopstaande haren en oren. In de praktijk onderscheidt De Bolster vijf vormen van staartzwaaien. ‘De brede kwispel, een staart die van links naar rechts uitzwaait richting het oor, duidt op zin in een positieve sociale interactie, zoals spelen. Daartegenover staat de zwabberkwispel. Die lijkt op de vorige, maar heel het lichaam kwispelt nu mee. Dat wijst op opwinding en is een valkuil, want mensen zien dat vaak als enthousiasme. Als een hond onvoldoende geleerd heeft hoe daarmee om te gaan, kan hij zijn controle verliezen’, zegt De Bolster. ‘De stijve hoge kwispel wijst op paraatheid bij dreiging, de lage kwispel op angst en niet goed durven. Bij de propellerkwispel ten slotte, zwaait de staart van hoog naar laag en nemen we aan dat de hond onzeker is.’

Dat links kwispelen – een afwijking tot dertig graden meer naar links dan naar rechts – op gevaar wijst, kan theoretisch toch kloppen, zegt Bonne Beerda, gedragsonderzoeker aan de Universiteit van Wageningen. ‘Onderzoek daarover is echter heel recent en bijna uitsluitend van die ene Italiaanse onderzoeksgroep.’ De wetenschappelijke relevantie ervan past in de theorie over lateralisatie, waarbij wetenschappers proberen te bewijzen dat de linker- en de rechterhersenhelft bij dieren, net als bij mensen, een afzonderlijke specialisatie hebben.

Conclusie

Knack beoordeelt de stelling dat links kwispelen gevaar betekent als grotendeels waar. Experts noemen de studie waaruit de stelling voortvloeit ‘interessant voor vervolgonderzoek’, maar het praktisch nut ervan is mogelijk onbestaand en zeker niet aangetoond.

GROTENDEELS WAAR

Jan Jagers

‘Links kwispelen betekent gevaar’ Conclusie in de Volkskrant, op basis van research van Marcello Siniscalchi, onderzoeker van dierengedrag aan de universiteit van Bari.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content