In het VRT-journaal adviseert Leen Du Bois, woordvoerster van Kind & Gezin, om kinderen tot de leeftijd van zes jaar elke dag, ‘ook in de zomer’, extra vitamine D te geven. Tot vorig jaar hadden volgens diezelfde organisatie alleen min-tweejarigen zo’n vitaminesupplement nodig. Wat is er plots veranderd? Geldt de nieuwe aanbeveling alleen voor overbezorgde ouders?
‘Uit recent onderzoek in binnen- en buitenland blijkt dat jonge kinderen meer dan vroeger een tekort aan vitamine D hebben’, zegt pediater Nadine De Ronne van Kind & Gezin. ‘Dat komt vooral doordat ze minder buiten spelen en – terecht – beter tegen de zon worden beschermd.’
UV-stralen zijn immers de belangrijkste bron van vitamine D. Daarnaast halen we die uit voedingsproducten zoals vette vissoorten (zalm, makreel…), eieren en margarine. De vitamine is vooral belangrijk voor de ontwikkeling van het beendergestel. Een tekort is niet levensbedreigend, maar kan leiden tot bijvoorbeeld kromme benen, vervormde ribben en brozere botten.
‘Alleen kunnen jonge kinderen niet op natuurlijke wijze hun vereiste dagelijkse dosis vergaren’, zegt De Ronne. ‘Omdat België de Côte d’Azur niet is, en omdat etenswaren in ons land minder dan elders verrijkt zijn met vitamine D. Dat is trouwens een bewuste keuze. Bij aparte vitaminesupplementen weten we exact hoeveel vitamine D kinderen opnemen, terwijl dat bij eten verschilt naargelang van hoe vers het is en hoe het is klaargemaakt. Als we zoals in de VS alle voedingsproducten zouden verrijken – én fijne vleeswaren, én koeken, én melkproducten… – zouden ze misschien voldoende vitamine D binnenkrijgen. Maar hoe zijn we dan bezig?’
Zoals het zou moeten, vindt Christophe Matthys, die voedingsleer doceert aan de KU Leuven. Ook hij erkent het toegenomen tekort en de noodzaak aan extra vitamine D, maar dagelijks druppeltjes geven werkt volgens hem niet. Hij ziet meer heil in voedselverrijking. ‘Uit onderzoek blijkt dat mensen die supplementen nemen dat vaak niet lang volhouden, en dat wie het uit eigen beweging doet meestal sowieso al gezond eet’, zegt hij. ‘Anders dan via eten of de zon kun je vitamine D met (onoordeelkundig toegediende) supplementen trouwens overdoseren. Dan kun je nierproblemen krijgen.’
Rest de vraag naar de leeftijdsgrens. Waarom een supplement tot zes jaar, en niet tot pakweg vier of tien? Die keuze is eerder praktisch dan wetenschappelijk gemotiveerd, legt Els Van de Vijver (UZ Antwerpen) uit. ‘Wie zes wordt gaat naar het eerste leerjaar, en gaat daardoor ook – na een periode van weinig controle tijdens de kleutertijd – naar het medisch schooltoezicht. Dat is een uitgelezen opvolgingsmoment. Hoewel we het niet zeker weten, vermoeden we dat kinderen vanaf vijf à zes jaar stilaan een voldoende grote voorraad vitamine D hebben, omdat ze gaandeweg gevarieerder eten.’
Conclusie
Drie kinderartsen en één voedingsspecialist bevestigen dat je jonge kinderen het best elke dag extra vitamine D geeft. Ook de Vlaamse Vereniging voor Kindergeneeskunde (VVK) onderschrijft de stelling, dus Knack beoordeelt ze als waar. ‘Dit advies is niet ingefluisterd door de farmaceutische lobby’, benadrukt Nadine De Ronne van Kind & Gezin nog. ‘Het supplement is echt nodig voor een gezonde groei.’
VITAMINE D IS VRIJ VERKRIJGBAAR BIJ DE APOTHEEK, IN TABLETTEN OF DRUPPELS. MET EEN FLESJE (25 ML; 9,5 EURO) KOM JE ONGEVEER EEN MAAND TOE. INFO: WWW.KINDENGEZIN.BE
WAAR
Jan Jagers
‘Alle min-zesjarigen hebben elke dag een supplement vitamine D nodig’ Kind & Gezin, in het VRT-Journaal
