De sterke man van Pakistan, Pervez Musharraf, moet sinds 11 september dansen op het slappe koord. Zijn regering steunt de Verenigde Staten in hun strijd tegen de Taliban, en tracht tegelijkertijd de Pakistaanse islamistische militanten in het gareel te houden. Tot nu toe heeft de generaal feilloos zijn evenwicht weten te bewaren.

De Pakistaanse president mag een hoofdrol spelen in een crisis die hij niet heeft gewenst, hij weet hoe hij moet handelen als het erop aankomt, zo schreef de Nederlandse NRC eerder vorige week. Toen hij twee jaar geleden in het buitenland vernam dat de toenmalige premier Nawaz Sharif hem als chef van de strijdkrachten wilde ontslaan, stapte hij onmiddellijk in het vliegtuig naar huis en zette Sharif aan de kant.

Pervez Musharraf werd geboren in New Delhi in augustus 1943. Toen het Indiase subcontinent werd opgedeeld, emigreerde zijn familie naar Pakistan. In 1961 ging Musharraf in het leger. Hoewel hij uit een Urdu-sprekende familie uit Karachi kwam en de meeste officieren uit de Punjab afkomstig waren, maakte hij carrière. De voormalige premier Benazir Bhutto, die nu in ballingschap leeft, maakte hem directeur-generaal van de militaire operaties.

In 1998 nam de machtige legerleider Jehangir Karamat plotseling ontslag, enkele dagen nadat hij een oproep gelanceerd had om het leger een grotere rol te geven bij de beleidsvorming van het land. Waarnemers interpreteerden het vertrek van Karamat als een teken dat premier Nawaz Sharif zijn politieke machtsbasis had geconsolideerd en Pakistan nu eindelijk klaar was voor een stabiele burgerregering. Dat Musharraf tot nieuwe legerchef werd benoemd, paste perfect in hun analyse: door zijn etnische achtergrond zou de nieuwe legerleider er nooit in slagen een eigen machtsbasis uit te bouwen.

Maar nauwelijks een jaar later, op 13 oktober 1999, zette Musharraf Sharif opzij en benoemde zichzelf tot chief executive van het land. De generaal beschuldigde de politicus van vriendjespolitiek, corruptie en ondermijning van de belangrijkste instellingen van het land. De Pakistaanse president mocht voorlopig aanblijven, maar de parlementaire werkzaamheden werden opgeschort. Van het hooggerechtshof kreeg Musharraf na zijn vreedzame coup drie jaar de tijd om opnieuw een burgerregering op de been te brengen.

TE ZWARE TAAK

De wijdverbreide corruptie bestrijden, de islamistische militanten intomen, de verhoudingen met India verbeteren, verandering brengen in de rampzalige economische toestand, het leger terug naar de kazernes sturen: de taak die Pakistans nieuwe sterke man wachtte, was zwaar. Te zwaar, zo zou blijken. In de afgelopen twee jaar is Musharraf er niet echt in geslaagd het verschil te maken. Jazeker, zo’n tachtig politici werden veroordeeld wegens corruptie, maar omkooppraktijken zijn nog even gangbaar als voorheen. Jazeker, er is afgelopen zomer een topontmoeting geweest tussen Musharraf en de Indiase premier Atal Behari Vajpayee. Maar een oplossing (of het begin daarvan) voor de problemen in Kashmir werd niet gevonden. De voorbije jaren rukte de ’talibanisering’ steeds verder op. En ook op economisch vlak kwam er geen beterschap. Het land torst nog steeds een schuldenlast van meer dan 1700 miljard frank (42 miljard euro), het gemiddelde jaarinkomen bedraagt er ongeveer 15.700 frank (387 euro) en eenderde van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Daarmee blijft Pakistan een der armste landen ter wereld.

Op 20 juni 2001, aan de vooravond van zijn bezoek aan India, benoemde Musharraf zichzelf tot president van Pakistan. Dat hadden de drie militaire leiders die Pakistan in de voorbije 53 jaar heeft gekend, tenslotte ook gedaan. Mohammed Rafiq Tarar, die tot die dag het officiële staatshoofd was gebleven, weigerde ontslag te nemen, maar werd gewoon opzijgeschoven. Heel veel veranderde deze stap niet. Al rees bij sommigen de vraag of het leger hiermee een permanente rol in de Pakistaanse politiek had verworven. Musharraf zelf blijft tot nu toe volhouden dat in oktober volgend jaar verkiezingen komen, en dat dan een nieuwe burgerregering zal worden geïnstalleerd.

Na 11 september zal de wereld nooit meer dezelfde zijn, zo luidt het nieuwe cliché, en de Pakistaanse president weet als geen ander wat dat betekent. Waren de betrekkingen met de Verenigde Staten de afgelopen jaren niet optimaal te noemen, na de aanslagen in New York en Washington kon het niet anders dan dat de Amerikaanse regering Pakistan zwaar onder druk zou zetten _ om de goede verstandhouding met de Taliban op te geven en om de VS actief te steunen in hun strijd tegen Osama Bin Laden en het fundamentalistische regime in Afghanistan. Maar tegelijkertijd was er de binnenlandse druk van extremistische islamistische groeperingen _ de Taliban zijn tenslotte dankzij de hulp van Pakistaanse militairen groot geworden. En al lang voor de terreuraanslagen dreigde in Pakistan volgens deskundigen een islamitische revolutie.

Musharraf waagde de sprong en bood de Verenigde Staten zijn medewerking aan. Aan de bevolking legde de president uit hiermee te willen voorkomen dat het land tot een geïsoleerde pariastaat zou afglijden _ wat zouden de Indiërs in hun handen hebben gewreven! Een ‘pro-Amerikaanse’ koers zou het land bovendien ook economisch en financieel geen windeieren leggen. Want helemaal gratis is het gebruik van de Pakistaanse legerbasissen natuurlijk niet voor de Amerikanen. De eerste buit is intussen al binnen: de Amerikaanse president George W. Bush heeft de sancties die in 1998 werden ingesteld, na atoomproeven van Pakistan en India, opgeheven.

De Pakistaanse president maakte van de gelegenheid gebruik om zijn macht te verstevigen: enkele hoge legerofficieren die te veel sympathie aan de dag legden voor het islamisme en voor de Taliban, werden de voorbije week opzijgeschoven en door gematigder figuren vervangen. Ook Mahmoed Ahmad, de chef van de inlichtingendienst ISI, die in 1999 Musharrafs coup mee mogelijk heeft gemaakt, werd aan de kant gezet. De maatregel moest meteen de vrees van het Westen wegnemen dat een deel van het Pakistaanse leger _ dat over atoomwapens beschikt _ de zijde van de fundamentalisten zou kunnen kiezen.

Het grootste gevaar loert wellicht toch op straat. Wat als de moslimmilitanten toch het vuur in de pan krijgen, en er de volgende weken tienduizenden betogers in goede banen moeten worden geleid? Maar voorlopig slaagt Musharraf er voortreffelijk in zijn land rustig te houden. De horden internationale verslaggevers in Peshawar, Karachi en Islamabad zijn nog niet overwerkt.

Christine Albers

De pro-Amerikaanse koers zal Pakistan geen windeieren leggen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content