De kandidaat-lidstaten voor de Europese Muntunie stemden hun nieuwe begrotingen op de toegangsnormen af. Besparingen alom dus, ook bij de niet-kandidaten. Maar daartegen groeit volksverzet.

EUROPA heeft veel meer gemeenschappelijk dan de 370 miljoen bewoners van zijn vijftien lidstaten vermoeden. Het heeft een gemeenschappelijke markt, een gemeenschappelijk landbouwbeleid en sedert het verdrag van Maastricht lijden de ingezetenen gemeenschappelijk ten behoeve van de invoering van de eenheidsmunt euro. Of ze nu wel een Europese Monetaire Unie (EMU) wensen, is weinig waarschijnlijk. Enquêtes in de lidstaten leren dat de bevolking er niet warm loopt voor Europa’s enige prioriteit. Maar de regeringen van de meeste lidstaten willen erbij zijn, liefst van bij de start op 1 januari 1999.

Van Finland tot Italië en van Portugal tot zelfs Griekenland prediken linkse en rechtse overheden de Muntunie. Politiek in Europa is nu het toekomstig EMU-lidmaatschap en daar wijken alle andere bekommernissen voor. Zo bekende premier Jean-Luc Dehaene (CVP) ootmoedig dat hij de afgelopen jaren op begrotingen en besparingen had zitten staren en maatschappelijke problemen het catastrofale justitiedossier vooral uit het oog was verloren.

Dat de Europese kernlanden aanhangers van de Muntunie zijn, spreekt vanzelf. Zij hebben die versterking van de Eenheidsmarkt bedacht. Dehaene was er in zijn State of the Union apetrots op dat hij met de nieuwe begroting voor België de poort van de Muntunie had opengeduwd. Dat is net eender in andere landen. In Portugal, bijvoorbeeld, waar de kiezers dit jaar nog de socialisten boven de uittredende liberalen verkozen. Regeringsleider Antonio Guterres wil bij de eersten zijn. ?Uit zelfrespect. Anders vallen we terug tot op het niveau van landen als Polen, Hongarije en Tsjechië die nog maar kandidaat voor de Europese Unie zijn.? Zelfs de opnieuw verkozen Griekse premier Costas Simitis streeft ernaar de normen van Maastricht te halen. Zeus vergeve het hem. Want niemand gelooft dat het economisch onbelangrijke land aan de rand van de EU, met zijn hoge inflatie en zijn doodzieke openbare financiën, binnen afzienbare tijd lid van de Muntunie kan worden.

HELS KARWEI.

In de landen van de Europese Unie zijn nu de begrotingen voor volgend jaar opgesteld. Dat was in de vijftien gevallen een even hels karwei. Want het zijn de prestaties van 1997 die worden verrekend in het toegangsexamen. Vooral die ene Maastrichtnorm, die voorschrijft dat het begrotingstekort niet hoger mag liggen dan drie procent van het bruto binnenlands product (BBP), zette regeringen aan tot saneren, besparen en het innen van nieuwe belastingen. Met een saneringspakket van tachtig miljard frank dat in werkelijkheid veeleer naar de honderd miljard neigt drukt de Belgische regering volgend jaar het overheidstekort samen tot 2,9 procent van het BBP. Net onder de Maastrichtnorm blijven, lijkt een symbool.

Ook Frankrijk en Portugal mikken op een 2,9-procenttekort. Nederland haalt met gemak 2,2 procent. De Duitse regering kondigde aan het tekort meer dan te halveren tot 1,5 procent. Maar de zes toonaangevende begrotingsinstituten geloven er niets van : het tekort blijft 3,5 procent en Duitsland beantwoordt daarmee niet aan de norm. In bankenland Luxemburg is de begroting in evenwicht. Hoe Finland, dat absoluut EMU-lid wil worden en daartoe zopas zijn mark in het wisselkoersstelsel van het Europees Monetair Systeem onderbracht, zijn tekort kan drukken van acht tot drie procent is niet iedereen even duidelijk.

Europa’s monetaire waakhond, de Duitse Bundesbank, is trouwens verre van gerust in de boekhoudmethoden waarmee landen als Italië en Spanje de begrotingsnorm van Maastricht halen. Zweden en Denemarken, die geen kandidaat voor de Muntunie zijn, doen het niet slechter. Zij moeten wel, ze leven onder dezelfde economische contraintes.

De begrotingstekorten mogen dan wel naar Maastricht neigen, met het geheel van de toelatingsvoorwaarden voor de Muntunie behalve begrotingstekort ook inflatie, renteniveau, wisselkoers en staatsschuld gaat het almaar slechter. Bij het opstellen van de normen in 1991 beantwoordden zeven of acht landen aan vier van de vijf toelatingsvoorwaarden. Vorig jaar waren het er nog slechts vijf : Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Ierland en Denemarken. Nu voldoet alleen het fiscaal paradijs Luxemburg volledig aan Maastricht. Het examen zal een zachte politieke deliberatie worden, zoniet komt er geen eenheidsmunt. En dat laatste is het ondenkbare denken. Het politiek proces is zo ver gevorderd dat de wijzen die uitstel bepleiten meteen worden afgestraft. Slagen in het Maastricht-examen zal een politiek succes voor elke betrokken regering zijn. Maar kandidaten die zakken, hoeven zich geen illusies te maken. Na al die inspanningen straffen de kiezers onverbiddellijk de regeringen af. En Europa kan niet te veel dergelijke afstraffingen verdragen.

De burgers van de vijftien landen zullen het geweten hebben. Macro-economen mogen hen van alles voorspellen, zij voelen de besparingen op de overheidsfinanciën, zien bij socialezekerheidshervormingen hun welvaarts- of verzorgingsstaat afbrokkelen en vooral, de werkloosheid blijft dramatisch hoog. Tegelijk staan hoog in alle politieke credo’s de privatisering, de loonmatiging, de arbeidsflexibiliteit en zelfs de verzwakking van het sociaal overleg. Voor dat sociaal overleg hoeven de overheden zelfs niet veel inspanningen te doen. In de meeste landen zijn de vakbonden bij de voorbije economische crisissen en ten gevolge van de werkloosheid fel verzwakt. Voorts verhinderen de ideologische en nationalistische krampen van de meeste bonden een Europese frontvorming. Het Europees Vakververbond is geen blaffende, laat staan een bijtende waakhond.

BELOFTEN.

De Bondsdag in Bonn keurde het zwaarste spaarpakket goed sedert 1945. Duitsland heeft niet alleen twee leiders, kanselier Helmut Kohl en voorzitter Hans Tietmeyer van de Bundesbank, maar ook nog een minister van Financiën die om geen beetje kordaatheid verlegen zit. Hij, Theo Waigel, kondigt nu een belastingverlaging aan. Het toptarief van de inkomstenbelasting moet omlaag, want het schrikt de investeerders af. En om dat te compenseren, kunnen geen taboes bestaan voor de verbreding van de belastinggrondslag. Dus ook taks op werkloosheidsuitkeringen. Intussen blijft Duitslands werkloosheid tegen de verwachting in stijgen. De werkloosheidsgraad beloopt 10,4 procent. Kohl gaf de voorbije weken toe dat de doelstelling van zijn Alliantie voor Jobs, de werkloosheid tegen 2000 halveren, te optimistisch is. Ook Jean-Luc Dehaene herinnert nooit meer aan zijn belofte bij het Toekomstcontract voor de Werkgelegenheid nu Toekomstplan om de werkloosheid over een periode van vijf tot zes jaar te halveren.

Net als Duitsland heeft Frankrijk ruim drie miljoen officiële werklozen. Premier Alain Juppé die, haaks op de pas één jaar oude verkiezingsbeloften van president Jacques Chirac, saneringsplan na besparingspakket blijft produceren, werkt nu ook aan belastingverlaging. Die kan, volgens de regeringstheorie, de koopkracht stimuleren. En koopkracht blijft de beste motor van de economie. Maar de Fransen geloven er niet meer in : de regering neemt de verlaging van de inkomstenbelasting terug via een verhoging van de accijnzen, de afschaffing van belastingvrijstellingen en hogere sociale bijdragen.

De nieuwe rechtse regering van Spanje stelde de restrictiefste begroting van de jongste twintig jaar op. Ambtenarensalarissen zijn bevroren, overheidsinvesteringen geschrapt, er komen besparingen op staatsuitgaven en in sociale zekerheid. ?Spanje moet weer leren wat soberheid is,? weet premier José Maria Aznar. Commentaar van zijn financieminister : ?Wat we nu moeten inleveren, krijgen we terug als we tot de kopgroep van de Muntunie behoren.? Hoe dat werkt, is de Spanjaarden niet duidelijk gemaakt.

Romano Prodi, die in Italië in mei de centrum-linkse Olijfboomcoalitie wist op te zetten, legt een sterke begroting voor met bezuinigingen en nieuwe belastingen en zelfs een eenmalige eurobelasting. De verwachte nakende terugkeer van de lire in het Europees Muntstelsel maakt dan weer het bedrijfsleven ongerust : een hoger gewaardeerde munt kan zijn concurrentiepositie verzwakken, de economische crisis wacht alweer om de hoek.

In haar jongste troonrede kondigde de Britse koningin Elisabeth namens de conservatieve regering van John Major een rigoureuze financiële politiek aan om ?de levensstandaard binnen 25 jaar te verdubbelen? en om op halflange termijn de sterkste industriële economie van West-Europa uit te bouwen. Premier Paavo Lipponen van Finland krijgt felicitaties van de financiële markten voor zijn orthodox economisch beleid. Maar niet iedereen is daar even gelukkig mee, in elk geval de werklozen niet, die zwaar inleveren op hun uitkeringen. (De werkloosheidsgraad beloopt in Finland 16,4 procent, een van de hoogste in de Europese Unie.) Zelfs het vrij en vrolijke Luxemburg kent zijn saneringsprogramma : er wordt bespaard op de pensioenen van de ambtenaren.

BROOD STELEN.

Nederland is een geval apart. Het paarse kabinet van Wim Kok vierde als het ware feest rond zijn Miljoenennota. De nieuwe begroting voorziet niet in loodzware inspanningen omdat, zoals het kabinet meldt, Nederland al de besparingen achter de rug heeft die Duitsland, Frankrijk en ook België nog te wachten staan. Maar natuurlijk ook omdat voormalig vakbondsleider Wim Kok een soort oliesjeik is. Het Nederlandse aardgas spekt royaal het staatsinkomen. Europese regeringen kijken met afgunst naar het Nederlandse werkgelegenheidswonder. De werkloosheidsgraad bedraagt 5,2 procent. Maar de arbeidsmarkt is zo flexibel dat één op tien werknemers een job vindt in uitzendarbeid, deeltijdbanen, korte jobs en andere oproepcontracten.

De voorbije besparingen hebben echter hard in het sociaal weefsel gehakt. Zelfs Kok zegt dat zijn ?handen jeuken om de economische groei te vertalen in verbetering van de leefomstandigheden en om iets te doen aan de combinatie van slecht wonen, slecht inkomen en niet-participeren.? En als de premier ruziet met bisschop Martinus Petrus Maria Muskens van Breda over het feit of een arme hongerige in de bakkerij een brood mag stelen, is veel gezegd over het resultaat van de besparingen. Trouwens, veertien procent van de Nederlanders staat als arm geboekt, in België is dat slechts zes procent.

Niemand kan voorhouden dat de Europese bevolking van harte meewerkt aan het totstandkomen van de muntunie. Op de Europese politieke hoofdkwartieren en bij de werkgevers ontstond in de vorige kerstperiode enige paniek toen de Franse staking tegen het soberheidsprogramma het land ontwrichtte. De Europese regeringen voelen best dat ze met besparingsmoeheid onder hun bevolking kampen en dat ze de eenheidsmunt niet als welvaartbrengend verkocht krijgen. Bovendien krijgen ze de werkloosheid niet onder controle, hoe snel de economie ook weer mag groeien en wat al Vertrouwenspacten Europees commissievoorzitter Jacques Santer ook mag sluiten.

OP STRAAT.

De Fransen deden een paar weken geleden hun stakingsactie nog eens dunnetjes over. In Duitsland betoogden al honderdduizenden tegen de verlaging van de ziekte-uitkering. Klaus Zwickel van de machtige metaalbond IG Metall kondigt een hete herfst aan. De loononderhandelingen in de metaalnijverheid zijn mislukt, het sociaal overleg in de chemie start zenuwachtig en de ambtenaren houden zich voor actie klaar. In Italië smeult sociale onvrede, Spanje zit er volop in. De Finse werknemers maken zich op voor nieuwe acties. Zelfs de Luxemburgse ambtenarenbond diende een stakingsaanzegging in tegen de pensioenbesparing. In eigen land organiseerde het socialistische ABVV zopas een 24-urenstaking.

In andere landen mag het volksverzet blijken uit de verkiezingsuitslagen. In Portugal en Spanje is dat zo, maar vooral in Oostenrijk. Daar haalde de extreem-rechtse Vrijheidspartij van Jörg Haider in de pas gehouden Europese verkiezingen een recordscore. Analisten zien daar een signaal van onvrede in met het soberheidsbeleid van de sociaal-democratische regering van kanselier Franz Vranitzky en ontgoocheling ook dat hun recente toetreding tot de Europese Unie geen welvaartsstijging bracht. Haider en zijn nieuwe europarlementsleden kondigden immers aan zich met hand en tand tegen Maastricht te verzetten.

Stockholm mikt niet eens op de Muntunie. De Zweden stemden twee jaar geleden met een krappe meerderheid voor het lidmaatschap van de Europese Unie. Nu voelen zij zich erin geluisd. Voedselprijzen noch werkloosheid dalen. Net zoals Zweden hoeft Denemarken niet te blozen bij de normen van Maastricht. Maar ook Kopenhagen is dus geen kandidaat. De Denen verwierpen drie jaar geleden in een referendum het EMU-lidmaatschap. Minister van Economie Marianne Jelved heeft geen nieuw referendum nodig : ?Het is onwaarschijnlijk dat de Denen intussen van mening zijn veranderd.?

Groot-Brittannië lijkt in het voorjaar 1997 zeventien jaar conservatief bewind te zullen inwisselen voor een Labour-meerderheid. Partijleider Tony Blair van Labour, die gruwt van het oude Britse socialisme, belooft een loyaal lid van de Europese Unie te worden en ziet zelfs geen al te grote problemen dagen met het sociaal luik van Maastricht. Maar de Muntunie is hem een ander paar mouwen, daar spreekt hij zich niet over uit. Het consultantbureau Ernst & Young rekende hem voor dat het EMU-lidmaatschap Groot-Brittannië een half miljoen banen kost. Blair heeft bovendien dringender kopzorgen. Onder meer de aanzwellende eis van het overkoepelende vakverbond TUC van een minimumloon van pakweg 200 frank per uur. Nu werken drie miljoen Britten tegen minder dan 175 frank per uur.

De afstandelijke EMU-houding van de natuurlijke politieke en economische partner Londen betreuren de Ieren zeer. ?We voldoen aan de criteria van Maastricht en zijn pro-Europees,? zegt minister van Financiën Ruairi Quinn. ?Als Groot-Brittannië het pond sterling buiten de EMU houdt, zitten we echter met een probleem.?

Guido Despiegelaere

De Duitse vakbond IG Metall belooft kanselier Kohl een hete herfst.

De Britse koningin Elisabeth II kondigde een verdubbeling van de levensstandaard aan in 25 jaar.

De Nederlandse premier Wim Kok is dankzij het aardgas een oliesjeik.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content