Ooit stond de Europese Unie symbool voor historische verzoening en de wil om uit verscheidenheid een eenheid te maken die de internationale rol van Europa moest restaureren. Het Europese messianisme piekte met de hoogmoedige droom van een pan-Europese grondwet. Die werd genadeloos aan flarden gestemd door de Franse en Nederlandse kiezers, maar werd uiteindelijk toch onder de tafel gerecycleerd in het fameuze verdrag van Lissabon.

Europa kreeg de herkansing om via de aanstelling van een president en een feitelijke minister van Buitenlandse Zaken zijn blazoen op te poetsen. De lidstaten besloten er anders over. De berg van Lissabon baarde twee muizen. De keuze voor Herman Van Rompuy en Catherine Ashton symboliseert de onwil van de lidstaten om Europa naar een hogere gewichtsklasse te brengen onder het leiderschap van internationale toppolitici. Het resultaat is geen natuurlijk leiderschap maar een voortdurende even- wichtsoefening met de Europese Commissie en de lidstaat die het voorzitterschap van de EU waarneemt.

De eurocrisis heeft de ontrafeling sterk in de verf gezet. De euro is begonnen als een uitgesproken politiek project. Een duurzame munt – of die nu nationaal of internationaal is – vergt immers ook een sterke economische integratie. Europa deed precies het omgekeerde: eerst een eenheidsmunt, met maar een minimum aan economische coördinatie via begrotingsnormen. Dat moest en zou ons ooit zuur opbreken, en dat is uiteindelijk gebeurd met de Griekse schuldcrisis.

Griekenland was (en is nog altijd) de historische opportuniteit om het deficit aan Europese stuurkracht aan te pakken, en zo de toekomst van de euro structureel veilig te stellen. In plaats daarvan kregen we (vooralsnog) een Griekse tragedie: het harde spel om knikkers en nationale belangen. Opmerkelijk daarbij is de houding van Duitsland. Angela Merkel imiteerde Margaret Thatcher als de kruisvaarder die de moraal van het verhaal aan haar kant heeft – Griekenland moet inderdaad verantwoordelijk zijn voor de eigen blunders -, maar die daardoor ook de politieke voortgang van Europa fnuikt. Duitsland en Duits geld zijn hét bindmiddel geweest in de Europese eenmaking na de Tweede Wereldoorlog. Als Duitsland die historische rol abdiceert, dan wachten er de Europese Unie nog moeilijke tijden.

Het vlaggenschip van de Europese Unie is haar interne markt. Een open markt is de Europese adrenalinepomp die meer dynamiek, groei en jobs moet brengen in alle lidstaten. Maar de lidstaten blijken ook hier meer en meer weerbarstige patiënten. Het opengooien van de diensteneconomie via de onhandige Bolkesteinrichtlijn is compleet verwaterd in een zee van nationaal protest. De formele ‘vrijmaking’ van de energiesector geeft weinig concurrentie en veel oligopolie. Idem voor goederentransport en internationaal reizigersvervoer over het spoor, waar grote spelers zoals Deutsche Bahn en de Franse SNCF elkaar met regeringssteun bekampen om de Europese markt in te palmen.

Sinds de crisis waart het spook van economisch nationalisme opnieuw door Europa. We moeten vaststellen dat de Europese markt maar een dun laagje vernis is op de harde onderlaag van nationaal eigenbelang. In de financiële sector en in de auto-industrie hebben landen kwistig eigen spelers en eigen fabrieken gered, met alleen marginale of symbolische correctie door Europa. Zowat alle lidstaten produceren nu nationale industriële strategieën, om met belastinggeld vooral de eigen economie te kunnen sturen. Europa spartelt niet tegen maar doet zelf mee: de nieuwe droom van Europa2020 gaat voor een heuse Europese industriële strategie.

De conclusie is dat Europa nog altijd eerst en vooral de lidstaten dient, en niet omgekeerd. Dat is slecht nieuws voor Europa, voor de kleine lidstaten en voor België in het bijzonder. Externe Europese druk was hier vaak nodig om hervormingen of begrotingsinspanningen te forceren. Als de Europese motor sputtert, dan dreigt de onze te blokkeren.

Marc De Vos is hoofddocent UGent en directeur van het Itinera Institute, onafhankelijke denktank voor duurzame economische groei en sociale bescherming. www.itinerainstitute.org

door Marc De Vos

Europa dient nog altijd eerst en vooral de lidstaten, en niet omgekeerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content