Nu 55 procent van de Fransen in een referendum tegen de Grondwet stemde, dreigt in Europa een crisis van formaat. Of wordt het een keerpunt? ‘Het moment is aangebroken voor de stichting van een écht Europa’, zegt de Franse filosoof en auteur Paul Thibaud.

‘De Fransen die de Europese grondwet afwijzen?’, vroeg de Britse krant The Guardian. ‘Het klinkt zoals de Russen die niet langer wodka willen, of als een hart dat alle aders doorsnijdt van zijn lichaam’, schreef de historicus Timothy Garton Ash. 54,87 procent van de Franse kiezers hebben op 29 mei de Europese grondwet weggestemd. Alles wat Valéry Giscard d’Estaing en zijn equipe in de Europese Conventie hadden geschreven, wat Europa sinds de val van de Berlijnse muur geworden was, het tot 25 lidstaten uitgebreide Europa: over dat alles zegden de Fransen ‘nee’.

Het was een zwarte dag voor Europa. Een koude douche voor president Jacques Chirac en de regering van Jean-Pierre Raffarin. Een opdoffer voor de Europese leiders die zich nochtans zo hadden ingezet. Wat nu met Europa?

Terug naar het verdrag van Nice? Een nieuw referendum in Frankrijk? Of kan er over een nieuwe ‘grondwet’ onderhandeld worden? Een crisis lijkt niet meer af te wenden. Of toch? We vroegen het aan Paul Thibaud, de Franse filosoof, auteur en voormalig hoofdredacteur van het Franse maandblad Esprit.

PAUL THIBAUD: Het grote probleem van Europa is dat zijn politieke doel niet expliciet is afgelijnd. De Europese Unie is en blijft een rekbaar begrip, zowel wat haar bevoegdheden betreft als geografisch. Niemand weet precies hoe ver de grenzen van Europa nog kunnen uitdeinen. Net zoals ook niemand kan zeggen wat het Europese project precies behelst. De Conventie, onder leiding van Valéry Giscard d’Estaing, had nochtans instructies gekregen. Zij zou uitdrukkelijk omschrijven welke bevoegdheden toekomen aan de lidstaten en welke door de Europese instellingen zouden worden opgenomen. Dat was prioritair, maar het kwam er niet. Europa blijft ongedefinieerd en dat maakt de mensen bang.

Veel Fransen stemden ‘nee’ in de hoop dat er iets zal veranderen?

THIBAUD: Vermoedelijk is dat inderdaad zo. Alleen blijken de politici niet bereid om de afwijzing ernstig te nemen. Ze weten zich geen raad. Sommigen zien het massale ‘nee’ dan ook maar wat graag als een afkeuring van het huidige beleid. En dat klopt misschien wel voor een deel – het gaat inderdaad niet goed met Frankrijk. Toch hebben de Fransen in de eerste plaats de grondwet afgekeurd. Ze weten heel goed waarover ze gestemd hebben. Tachtig procent van de kiezers heeft de grondwet ingekeken. De mensen waren goed geïnformeerd.

Maar de politici willen niet luisteren. Ze leggen de uitslag naast zich neer. Ze proberen hem weg te moffelen. Vaag beloven ze wel dat er mogelijk een nieuwe onderhandeling komt, maar veel marge om te heronderhandelen is er niet, zeker niet als het gaat om het stemmengewicht van de verschillende landen in de Raad. De fundamentele vragen blijven echter onaangeroerd. Anders zou men de werking van Europa in vraag moeten stellen. En dat mag niet.

Velen gaan ervan uit dat de Fransen wel een ander Europa willen, maar zeker niet ‘meer’ Europa. Ze zijn bang om hun nationale soevereiniteit aan Europa over te dragen?

THIBAUD: Waar is de soevereiniteit van Europa? Die bestaat niet. Europa is een compromis. Dat is het grote misverstand. Soevereiniteit is voor een volk wat vrijheid is voor een individu: het leeft wetten na en engageert zich, maar het is niet almachtig. Soevereiniteit wordt te vaak verward met macht, terwijl het gaat om een soort van verantwoordelijkheid. Het gaat er met andere woorden niet om, dat een land in de Europese Unie haar soevereiniteit, haar verantwoordelijkheid, overdraagt. De soevereiniteit van de lidstaten moet gemeenschappelijk worden uitgeoefend. Het is een gezamenlijke oefening.

Maar in Europa gaat het er vandaag zeer vreemd aan toe. Er heerst wat je promiscuïteit zou kunnen noemen. De Europese volken zitten als het ware dicht op elkaar gepropt. Er bestaat geen minimale afstand tussen de lidstaten, waardoor ze niet meer weten wie ze zelf zijn. De Italianen praten wel met de Duitsers, de Nederlanders met de Polen. Maar in werkelijkheid definiëren de landen zich alleen ten aanzien van de andere lidstaten. Onder de dekmantel van een goede samenwerking worden in theorie vriendschappen – bondgenootschappen – aangegaan, die in de praktijk neerkomen op wederzijdse rivaliteit. De hogere politieke doelstellingen worden uit het oog verloren. Het doet me denken aan de collectieve leefgemeenschappen die men destijds in Rusland heeft opgebouwd, waar het socialisme na verloop van tijd als van nature zou moeten ontspruiten. In werkelijkheid leidde het tot alcoholisme. Men moet niet eerst de ‘collectieve appartementen’ bouwen, om nadien te komen tot een Europese politiek. Wat we eerst en vooral nodig hebben, is een Europese politiek. Het Franse referendum heeft daartoe de eerste stap gezet.

Het Franse ‘nee’ zal Europa dichter bij de mensen brengen?

THIBAUD: Dat was toch spectaculair! De politieke elites legden een project voor, waarvan ze meenden dat het zou worden goedgekeurd. Maar de mensen waren goed geïnformeerd en ze verwierpen het! Dat is Europese politiek. Laten we de zaken positief bekijken. Het Franse referendum heeft het politieke leven van Europa ingeluid. Europa heeft eindelijk een project – de grondwet – dat door het volk besproken wordt. De mensen kunnen het zelfs af- of goedkeuren. In theorie is de grondwet dood, want hij eist een goedkeuring van iedereen. Maar dat is niet erg. Laat het ratificatieproces maar doorgaan. Aan het einde van het proces zal men in de Europese Unie weten wat de mensen denken. Misschien wordt de grondwet niet aanvaard. Maar politici met verbeelding kunnen daarop voortbouwen.

Hoe moet het verder met de Europese Unie, nu een van haar drijvende krachten, Frankrijk, zichzelf buitenspel heeft gezet?

THIBAUD: In de eerste plaats moeten de Franse politieke leiders het resultaat onder ogen durven zien. Ze kunnen niet zomaar verdergaan zoals voorheen, want dan wordt Frankrijk inderdaad wel uitgesloten. Ze moeten inzien dat er een tijdperk is afgesloten. Een periode waarvan het doel op termijn was om een federale staat uit te bouwen.

Dat ging zeer geleidelijk aan. Door een economische samenwerking hoopte men dat de lidstaten op miraculeuze wijze tot een grote federatie zouden uitgroeien. De ‘culturele’ verschillen werden opgeheven: de mensen dronken hetzelfde bier. Ze gebruikten dezelfde bankbiljetten. En ze zouden uitgroeien tot een Europees volk, met een Europese grondwet en een Europese soevereiniteit. De economische samenwerking moest zin geven aan de constructie. Tal van onevenwichten werden getolereerd, want ze zorgden voor een dynamiek.

Maar nu wordt duidelijk het Europa zoals de politici het zich hadden voorgesteld, er niet komt. Toch blijven de Europese leiders doen alsof. Betekent dat dat er nooit een Europese federale staat kan ontstaan? Helemaal niet. Alleen doet men er beter aan om die niet van tevoren in de werking van de Europese Unie in te schrijven.

Wat kan Frankrijk concreet doen om zijn invloed te behouden?

THIBAUD: De Fransen moeten voorstellen doen. Het oude idee van Jean Monnet, het idee van een Europa dat stilletjes groeit, zonder dat het doel expliciet wordt vooropgesteld, moet worden afgebouwd. Er is nood aan een nieuw idee voor Europa. Om het met de woorden van Charles de Gaulle te zeggen: ‘Een Europa dat de mensen interesseert’. De Europese Unie moet opnieuw gesticht worden.

Het Franse ‘nee’ heeft het land intussen wel in een diepe crisis gestort.

THIBAUD: De regering-Raffarin zal vervangen worden. Maar de vraag is of dat veel zal veranderen. Ook binnen de PS wordt een zware strijd gevoerd. Laurent Fabius beschikt daar momenteel over de beste troeven. Maar ook hij zal ingrijpende voorstellen moeten doen. Ik hoop dat het resultaat ook links een nieuw elan kan geven.

Wat is de houding van de Franse pers die op volle toeren meedraaide in de ja-campagne?

THIBAUD: Naar het schijnt zijn ze niet tevreden met het resultaat. Ik vond het allemaal nogal vreemd. De pers, de academici, de politici, allen zetten zich in de aanloop naar het referendum met man en macht in, opdat de bevolking vóór zou stemmen. Er waren uitgebreide colloquia, die in oppervlakkigheid uitmuntten. Er moest en zou vóór worden gestemd. De Europese Unie is een eigenaardig verschijnsel geworden: een interconnectie van politieke en andere elites, en het hoort niet om daar tegenin te gaan. Europa is géén politiek Europa, de Europese volkeren zijn bij het Europese project nooit betrokken geweest. En haar elites zijn gecompromitteerd. Ze zijn gedrogeerd door Europa.

Door Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content