Europa moet uit de dreigende taal van Donald Trump kracht putten om sterker te worden. Een andere keuze is er niet.

De blitzkrieg waarmee Donald Trump zijn presidentschap is begonnen, heeft het voordeel dat hij de rest van de wereld dwingt om na te denken. Ook Europa moet zijn positie bepalen tegenover de storm die over de Atlantische Oceaan onze richting uitkomt. Grote woorden zullen niet volstaan. Als er niets gebeurt, is de kans groot dat de moeizaam opgebouwde Europese samenwerking, die volgende maand in Rome haar zestigste verjaardag viert, verbrokkelt. Naar verluidt polst Washington nu al gretig individuele lidstaten van de Unie of ze belangstelling hebben voor een bilateraal handelsakkoord met de Verenigde Staten.

Voor veel Europese leiders voelt die Amerikaanse druk als een mes in de rug. Het waren toch de Amerikanen die erop aandrongen dat landen in Centraal- en Oost-Europa na de val van het communisme versneld bij de Europese Unie konden aansluiten, om ze zo helemaal uit de greep van Moskou los te peuteren? West-Europa investeerde veel in die uitbreiding van de Unie, in 2004 met tien landen tegelijk. Terwijl sommige van die landen nu weer naar Rusland lonken en Washington zelf zoete broodjes bakt met Vladimir Poetin.

De Europese top in Malta vorige week had nog geen antwoord op de nieuwe, verwarrende en bedreigende situatie. De boot waarmee de leiders een tochtje zouden maken in de haven van La Valletta kwam ook al niet vooruit, omdat het anker geblokkeerd was. Vóór de Franse en Duitse verkiezingen, later dit jaar, zal er ook weinig bewegen. Maar dat wil niet zeggen dat er niets kan worden voorbereid. Het is tijd om de koppen te tellen. Een land als Hongarije doet nog alleen mee als het manna van de Brusselse structuurfondsen wordt verdeeld. Europa moet werk maken van een eigen coalition of the willing. Dat kan, bijvoorbeeld, door lidstaten met een verschillende snelheid naar elkaar te laten toe groeien. Zoals Angela Merkel in Malta zei: ‘We hebben ons lot in eigen handen.’

De angst voor rechtse populisten in Nederland, Frankrijk en Duitsland is nu nog te groot. Maar Trump kan ook smeerolie zijn voor het stramme Europese raderwerk. Bij het referendum over de brexit koos een ruime meerderheid van de jonge Britten ervoor om bij de Unie te blijven. Dat de Duitse sociaaldemocraten zo’n sprong vooruit maken in de peilingen voor de verkiezingen in september, danken ze aan de steun van jonge mensen. Zij staan achter kandidaat-kanselier Martin Schulz, de voormalige voorzitter van het Europees Parlement, omdat hij – meer nog dan Merkel – garant staat voor een sterke Europese Unie en tegen een eng nationalisme. De Erasmusgeneratie wil niet naar het oude Europa terug.

Door HUBERT VAN HUMBEECK

Nu al polst Washington gretig individuele EU-leden of ze belangstelling hebben voor een bilateraal handelsakkoord met de VS.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content