Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Ooit riep een chroniqueur van TheTimes zijn lezers op niet te stemmen bij Europese verkiezingen. “Want die lui in Brussel en Straatsburg zouden wel eens kunnen denken dat ze belangrijk zijn.” Voor dat laatste bleek het toen al te laat. Want al wie in de eurotempels van Brussel en Straatsburg ronddraaft, blaakt van geloof in de eigen importantie. In die mate zelfs dat onlangs de europarlementsleden, de enige verkozen behoeders van de Europese gedachte, bijna een hele week redetwisten over het al dan niet aanpassen van hun vorstelijke reisvergoedingen.

Europa blijft een etalage waar iedereen ongegeneerd zichzelf bedient. Ook nationale partijen tappen schaamteloos uit de Europese geldstromen om de eigen werking te financieren. Er bestaan daarvoor uitgekiende systemen met facturen, kostenvergoedingen, bijdragen van mandatarissen.

Extreme partijen als het Vlaams Blok varen zeer wel bij dit soort praktijken. Het is geen toeval dat de Blok-voorzitter in het Europees Parlement troont dat hem van de beoogde status en middelen voorziet. De Waalse europarlementair José Happart heeft al die jaren zijn Wallonie région d’Europe met Europese middelen gefinancierd, en hield op die manier binnen de Parti Socialiste een eigen machtsbastion in stand. Welbewust lieten politieke farceurs als Bernard Tapie en La Cicciolina zich door Straatsburg en Brussel aanzuigen. Al dat volk krijgt bovenop zijn of haar salaris bijkomende vergoedingen voor het uitdragen van de goede Europese boodschap.

Miljarden heeft het Europese parlement op die manier al verslonden – de prijs van de democratie, zo wordt verzekerd – , en toch is in die vergadering nog nooit één genereuze idee tot uitvoer kunnen worden gebracht. Dat laatste heeft natuurlijk veel van doen met het politiek personeel dat naar de Europese instellingen wordt verkast. Het zijn veelal de politieke afdragertjes die in Straatsburg belanden, uitgebluste ministers, soms gewezen premiers die hun opvolger niet voor de voeten mogen lopen, gefrustreerden en een pak onbenullen met wie ze elders geen blijf weten.

En je mag daar vooral geen opmerkingen over maken. Wie dat wel doet, wordt meteen om de oren geslagen met één van die glanzende brochures waarin de Brusselse minister Jos Chabert ons uitlegt welke financiële weldaden Europa over de hoofdstad, ja over het hele land uitgiet. Als we die studies mogen geloven, loopt dat in de miljarden. Al vragen ze zich in Molenbeek en Kuregem ongeduldig af waar dat manna naartoe is.

Het huidige Europa is nog altijd dat van de entrepreneurs, opgebouwd door en voor de European Round Table of Industrialists, “de infanterie in de grote oorlog van de wereldeconomie en de voorhoede in de strijd voor de eenheidsmarkt”, placht Jacques Delors te zeggen. Zij die daar rond de tafel zitten, zijn samen met de agro-industrie de echte machthebbers in het wat zelfgenoegzame Euroland.

Het zijn zeker niet de burgers, zo blijkt uit de Knack-enquête, die zich bedienen van de Europese panoplie, waarvan ze de werking nauwelijks kennen, laat staan vertrouwen. Wellicht negeren ze die daarom, doen ze alsof de Europese invloed niet bestaat. Ook al heeft dat Europa onlangs nog België, op straffe van een dwangsom, verplicht tot de invoering van het stemrecht voor EU-burgers – wat neerkwam op een heuse grondwetsherziening. Als ingreep kon dat tellen; in een niet zo ver verleden zijn daarover regeringen gevallen.

Uit deze enquête valt wel af te lezen dat de burger niet de dupe is van de parade rond Euroland. In het beste geval heeft een bovenlaag zich een eigen Europa gedroomd – in een soort “accord des sensibilités”, zoals André Malraux het noemde. Die upper-crust doorkruist het continent met haar mobilhomes zonder dat ze daarbij door interne grenzen wordt belemmerd, bekijkt Arte en laat haar studerende kinderen voluit genieten van allerhande uitwisselingsprogramma’s.

Daarnaast is er een onderlaag, veelal genesteld in de grootsteden, “eens de brandpunten van Europa’s beschaving,” merkte Jacques Le Goff op, “nu bezaaid met lijken van slachtoffers van de uitsluiting.”

De eerste tekenen van verzet steken de kop op. De Duitsers voelen zich malcontent met de invoering van de euro, het grote bindteken, uitgedokterd om de Frans-Duitse as te bestendigen.

De Duitsers zijn altijd het gevaarlijkst als ze zich ongelukkig voelen. Volgend jaar verhuizen ze alvast hun hoofdstad van Bonn naar Berlijn, naar Mitteleuropa – en dat is dan weer een heel ander Europa.

Rik van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content