Belgische banken investeren fors in bedrijven en landen die een kwalijke reputatie hebben op het gebied van mensenrechten of milieu. Dat blijkt uit onderzoek van de vzw Netwerk Vlaanderen.

Banken zijn over het algemeen fijne instellingen: de man of vrouw achter het loket van uw filiaal is goed opgeleid, klantvriendelijk en discreet. En de banken zelf doen er alles aan om maar zo modern, jong en betrouwbaar over te komen, en natuurlijk om uw geld zoveel mogelijk te laten opbrengen. Wat weinig klanten weten, is dat hun geld ook wordt geïnvesteerd in bedrijven, projecten en landen waar het er weinig rooskleurig toegaat. Landen en bedrijven waar de term ‘loopbaaneinde’ soms een heel andere, meer morbide invulling heeft. Waar de job van een vakbondsleider grote gelijkenissen vertoont met die van een kamikazepiloot.

Netwerk Vlaanderen, een vzw die vooral adviseert in ethisch beleggen, deed een halfjaar onderzoek naar de investeringen van de vijf Belgische bankgroepen AXA, Dexia, Fortis, ING en KBC. Samen hebben deze financiële instellingen het grootste deel van de markt in handen. Netwerk Vlaanderen ontdekte voor zo’n acht miljard euro aan investeringen in bedrijven die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen.

Neem nu het Franse oliebedrijf Total (gefuseerd met Elf en Fina). Dat ligt al jaren zwaar onder vuur wegens de investeringen in het Aziatische Myanmar, een land dat al ruim vijftien jaar uitblinkt door een totaal gebrek aan respect voor zijn bevolking.

Internationale mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch noemen Myanmar een van de extreemste dictaturen in de wereld. ‘Al jaren wordt de militaire junta in rapporten van Amnesty International, het Amerikaanse State Department en resoluties van de VN-commissie voor de Rechten van de Mens beschuldigd van systematische betrokkenheid bij dwangarbeid (naar schatting 800.000 mensen), martelingen, verkrachtingen, plunderingen, willekeurige arrestaties, buitenrechtelijke executies en een burgeroorlog tegen diverse etnische en religieuze minderheden. Er is bijvoorbeeld geen leger ter wereld met zoveel kindsoldaten als in Myanmar (naar schatting 40 procent van de nieuwe rekruten). Er is ook geen land ter wereld dat zo zwaar wordt aangepakt door de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) vanwege massale dwangarbeid (slavernij)’, zo vatte het Burma Centrum Nederland (BCN) het in een recent rapport samen. Eind september bevestigde Amnesty International het nog eens op basis van gesprekken met honderden Birmese vluchtelingen in Thailand. ‘Er is sprake van een systematisch patroon van mensenrechtenschendingen. Eenzesde van de Birmanen heeft gebrek aan voedsel en eenderde van alle kinderen is er volgens VN-gegevens chronisch ondervoed.’ Het onderzoek toont nog maar eens aan hoe Birmese militairen naar hartelust etnische bevolkingsgroepen beroven van hun landbouwgrond, voedselvoorraden, vee en andere bezittingen en hen – inclusief vrouwen en kinderen – ‘in beslag nemen’ om vaak loodzwaar werk te doen. Zoals gezegd, dit gebeurt al vele jaren, maar – zo stelt Amnesty – het is verergerd sinds legereenheden de opdracht kregen zichzelf te ‘bedruipen’.

Het Birmese generaalsregime greep de macht in 1988, en negeerde de overwinning die de Nationale Liga voor Democratie (NLD), onder leiding van Aung San Suu Kyi, bij de algemene verkiezingen van 1990 boekte (82 procent van de zetels). Sindsdien heeft Suu Kyi, winnares van de Nobelprijs voor de vrede, in totaal al tien jaar opgesloten gezeten. Al die tijd hebben zij en andere etnische leiders (verenigd in de National Council of the Union of Burma), buitenlandse bedrijven opgeroepen om niet meer te investeren in het land, omdat daarmee de dictatuur overeind kan blijven. ‘Het mandaat, waarmee aan bedrijven wordt gevraagd niet in Myanmar te investeren, komt dus uit het land zelf’, stelt BCN. Vele internationale bedrijven trokken zich effectief terug. Het Franse bedrijf Total ging zich er in 1992 juist vestigen, om er te participeren in een enorm Yadana-aardgasproject. Aung San Suu Kyi zei aan het Franse tijdschrift Le Nouvel Observateur dat ‘Total zeer goed wist wat het deed toen het massaal investeerde in Myanmar, terwijl andere bedrijven zich wegens ethische principes juist terugtrokken’. En later noemde ze Total ‘de belangrijkste steunpilaar van het Birmaanse militaire regime’.

Via het aardgasproject stroomt er jaarlijks naar schatting 450 miljoen dollar naar de Birmaanse junta. ‘De investeringen van Total in Myanmar hebben het regime geholpen bij de opbouw van zijn militaire capaciteit, en dus zijn controle over de bevolking. Op die manier verhinderen ze bovendien het vooruitzicht op democratische verandering’, stelt BCN. TotalFinaElf noemde de beschuldigingen in dit artikel ‘achterhaald en ongefundeerd’. Het bedrijf stelt dat de veiligheid rond zijn project in Birma, zoals in andere landen, de verantwoordelijkheid is van de militairen. Volgens ngo’s is Total hier wel degelijk van op de hoogte, maar kijkt het gewoon de andere kant op. Het Amerikaanse oliebedrijf Unocal, een partner van Totals pijpleiding, besloot daarvoor eerder al een schikking te treffen met Birmaanse slachtoffers, om zo te voorkomen dat het zich in een rechtszaal voor een jury zou moeten verdedigen tegen aantijgingen van mensenrechtenschendingen.

Belgisch geld

Netwerk Vlaanderen ontdekte dat de Belgische banken substantiële bedragen beleggen in oliemaatschappijen die actief zijn in Myanmar: ‘De vijf onderzochte bankgroepen investeren samen bijna 2,4 miljard Amerikaanse dollar in Total, goed voor 1,72% van de aandelen van dat bedrijf. In januari 2005 gaf Total Capital S.A. op de Benelux-kapitaalmarkt zesjaarlijkse obligaties uit ter waarde van 100 miljoen Australische dollar (56 miljoen euro). Deze emissie werd geleid door Forts Bank.’ Niet alleen Total investeert in Myanmar en het Yadana-project, ook Mitsui, Nippon Oil, Petronas en andere Amerikaanse en Aziatische firma’s doen dat. Drie onderzochte bankinstellingen (AXA, ING en KBC) investeren voor 1,3 miljoen dollar in Petronas. De ‘bende van vijf’ zit met zo’n 94 miljoen dollar in Mitsui en vier onderzochte bankinstellingen (AXA, Dexia, ING en KBC) participeren voor zo’n 29,4 miljoen dollar in Nippon Oil.

Netwerk Vlaanderen stelt dat gewone burgers, spaarders en beleggers het geen prettig idee vinden dat met hun centen dit soort praktijken worden ondersteund: ‘Gevoerde onderzoeken geven aan dat de moderne klant niet zomaar bereid is om te aanvaarden dat zijn rendement gehaald wordt uit uitbuiting of onderdrukking van zijn medemens. Respect voor de mensenrechten staat bovenaan op zijn verlanglijstje. In 2004 deed Ethibel, een adviesbureau voor duurzaam en ethisch beleggen, een onderzoek bij spaarders en beleggers. Aan de deelnemers werd gevraagd welk soort bedrijven men zou trachten te vermijden in de beleggingsportefeuille. Koploper daarin zijn bedrijven die betrokken zijn bij wapenhandel of -productie. 84% van de respondenten gaf aan dit zeer belangrijk te vinden. Tweede en derde op het lijstje zijn bedrijven die de mensenrechten schenden. 78% vindt het zeer belangrijk dat kinderarbeid en uitbuiting van werknemers vermeden worden. 77% wil bedrijven mijden die samenwerken met regimes die de mensenrechten schenden. Andere te vermijden praktijken zijn onder meer het samenwerken met corrupte regimes (66%) en het niet-toepassen van de conventies van de internationale arbeidsorganisaties (51%).’

Tussen twee haakjes: Transparancy International zet het Birmaanse regime al vele jaren in de top-vijf van meest corrupte regimes ter wereld. En de Financial Action Task Force on Money Laundering (FATF, antiwitwasorganisatie van de OESO) spoorde landen, bedrijven en financiële instellingen aan tot het invoeren van sancties omdat het Birmaanse regime systematisch weigert zijn witwasoperaties (van opiumgeld) te staken. Met name het Birmaanse staatsbedrijf MOGE (Myanmar Oil and Gas Enterprise) zou op die manier geld genereren om wapens te kopen. Het is ook via dit bedrijf dat Total en collega-bedrijven de beveiliging van de gaspijpleiding regelen. Europa stelde diverse dwangmaatregels in en verbiedt sinds vorig jaar ook een aantal buitenlandse investeringen in Myanmar. Maar Frankrijk, gesteund door Duitsland, slaagde erin enkele sleutelsectoren uit dit verbod te houden: olie, gas en constructiehout.

Volgens Netwerk Vlaanderen is er op zijn minst een spanning tussen de investeringen van Belgische banken in dit soort bedrijven (het is maar een van de vele voorbeelden uit het rapport voor de campagne ‘Mijn Geld. Goed geweten?’) en wat ze voor de publieke tribune verklaren. Ogenschijnlijk zijn er goede ontwikkelingen, stelt Netwerk Vlaanderen: ‘Financiële instellingen beginnen meer en meer te beseffen dat slechte arbeidsomstandigheden tot sociale onlusten en dus inkomstendervingen kunnen leiden, dat activiteiten in landen met een dictatoriaal regime een financieringsrisico inhoudt. In een onderzoek van CSR Europe, Deloitte en Euronext verklaarde 86% van de ondervraagde investeerders te geloven dat sociaal en ecologisch risicomanagement de marktwaarde van een onderneming op lange termijn ten goede komt. Het respect voor de mensenrechten zou volgens de studie het belangrijkste sociaal-ecologisch criterium zijn dat ze in rekening brengen als ze investeringsaanbevelingen of -keuzes moeten maken.’

‘Who Cares Wins, is een rapport dat zich buigt over sociale, ecologische en bestuurlijke onderwerpen en hun impact op de waarde van aandelen. Onder de vleugels van de Verenigde Naties werkten vele vooraanstaande bankgroepen (waaronder AXA) hieraan mee: het rapport staat bol van de aanbevelingen om met deze onderwerpen meer en degelijker rekening te houden in investeringsbeslissingen.’

Inez Louwagie woordvoerster van Netwerk Vlaanderen: ‘Uiteindelijk willen we dat er een internationale, afdwingbare standaard komt voor dit soort investeringen. Het is hoog tijd voor een andere koers in de financiële wereld. Dat bankieren met respect voor mensenrechten kan, bewijzen meerdere alternatieven op de financiële markten. De campagne “Mijn Geld. Goed Geweten?” eist dan ook dat bankgroepen stoppen met hun investeringen in ernstige mensenrechtenschendingen. En we willen dat ze hun mensenrechtenbeleid open en duidelijk communiceren, en externe controle op de uitvoering daarvan mogelijk maken. Mensen kunnen geen keuzes maken als ze niet weten wat er met hun geld gebeurt.’

Hans van Scharen

Belgische banken investeren in Total, dat al jaren onder vuur ligt wegens zijn activiteiten in Myanmar.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content